Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. Maar vreugde vindt in de wet van de Heer, en zich verheugt in Zijn wet, dag en nacht. Die zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht. Zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Zo niet de wettelozen. Ze zijn als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst. Zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De Heere beschermt de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van wettelozen loopt dood. ( Psalmen 1 )
Psalm 1 begint met een zaligspreking, die de Heere Jezus eeuwen later over zou nemen in Zijn Bergrede, en eindigt met een reden om de Heere te loven en te prijzen. Tussen deze twee momenten in laat de dichter ons zien hoe wij gelukkig kunnen worden zoals de dichter dat is! Psalm 1 opende van oudsher de liturgische bundel van de Israëlitische erediensten. Ze herinnert ons eraan dat echte religie niet los kan staan van ons gedrag in het dagelijks leven. De dichter benadrukt de noodzaak om nooit de weg van zondaars in te slaan, maar altijd de tegenovergestelde weg te kiezen. Hij noemt deze weg: die van de rechtvaardigen. Mensen die vreugde beleven aan de Goddelijke wet. Met deze wet werden in eerste instantie de vijf boeken van Mozes bedoeld. Deze benaming is later uitgebreid tot heel de beschreven openbaring.
De “wijzen” waar de psalmist het over heeft, zijn mensen die zich zó intens verdiepen in alles wat de Heere zegt, dat ze Zijn Woord niet alleen lezen, en er over nadenken, maar ze zelfs in zichzelf uitspreken, mompelen en fluisteren. Zo ga je alleen maar om met de woorden van Iemand die je bijzonder hoogacht.
Het motief van de twee wegen wordt gaandeweg door het psalter ontwikkeld. Het Nieuwe Testament beschrijft dezelfde motieven in Math. 7 : 13, 14 waar de Heere Jezus zegt: “ Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg er naartoe. En slechts weinigen weten die te vinden. In de grote stadsmuur van Jeruzalem zat een klein poortje dat onder het oog van de naald genoemd werd. Dit poortje was zo klein dat er net een onbeladen kameel doorheen kon. Handelsreizigers die door dit poortje de stad binnen wilden gaan, moesten eerst hun kameel ontdoen van alles dat op zijn rug vastgebonden was. Jezus gebruikte dit schitterende voorbeeld om aan te geven dat een mens de hemel niet binnen kan gaan tenzij hij afstand doet van alle wijsheid en al het inzicht dat van hemzelf is, en bereid is om te bukken en te buigen voor de wijsheid van God. .
De uitspraak: “ meegaan met wie kwaad doen “ slaat op het feit dat er jammer genoeg zoveel mensen zijn die slechte mensen als voorbeeld kiezen, hun waarden en denkwereld overnemen en daarnaar leven. De Hebreeuwse vertaling van deze woorden slaat op daders van misdaden of vergrijpen waarop wettelijke straffen staan. ( Exodus 23 : 1 / Spreuken 18 : 5 / Micha 6 : 10 ) Het zijn mensen die meer of minder openlijk met God, Zijn Woorden en Zijn wetten spotten.
Meegaan, betreden, staan, of zitten omspannen onze menselijke activiteiten. Als je psalm 1 nauwkeurig leest valt je op dat er een opbouw is in het verkeerde. Het begint met het overnemen van de manier van denken, daarna volgt het overnemen van het gedrag, en het eindigt met het deelnemen aan het leven van mensen die de Heere niet vrezen.
We moeten de woorden van God niet alleen lezen en in ons laten bezinken, maar we moeten ze ook elke dag van ons leven toepassen. Het lezen en overdenken van de Goddelijke wet verschaft ons het inzicht en de wijsheid om de manier van denken en doen van de wereld waarin wij leven in te schatten, en weerstand te bieden tegen zaken die onze ziel geen goed doen.
Een mens dat de Heere als gids heeft, wordt door Zijn genade een rechtvaardig mens, een boom die bestand is tegen de tijden en weertijden van het leven. Verleidingen en beproevingen komt zo iemand te boven, zijn leven is vruchtbaar.
Dit nauwkeurig naleven van het woord van God is werkelijk de enige manier om een vruchtbaar en gelukkig leven te leiden. Elk ander leven zal uiteindelijk vergaan, zoals kaf dat door de wind meegenomen wordt.
In het oude Israël moesten veroordeelde zondaars of misdadigers van de leefgemeenschap uitgesloten worden. De dichter duidt op dit feit wanneer hij mensen die niet naar Gods woorden willen leven veroordeeld. Deze veroordeling hoeft niet per definitie hier in dit leven zichtbaar te worden. Ze zal zeker zichtbaar worden voor de rechterstoel van God, de Almachtige, de Rechter van hemel en aarde.
Gelovigen die trouw zijn aan de Heere, en Hem door hun geloof en gedrag eren worden door de Heere beschermd. ( Psalm 31 : 8 ) Opvallend feit: de Bijbel zegt over zulke mensen dat ze zelfs in nood en lijden zich in Hem zullen verblijden, en juichen zullen over Zijn trouw. Zij worden ook in kwade dagen niet teleurgesteld. ( Psalm 38 : 19 )
Wat is het toch een zegen dat we de Bijbel gekregen hebben. Dat er een God is, Die ons leven leidt. Wat hebben Gods kinderen toch een machtige God!