Lucas 2 : 25 – 35

Er woonde een man in Jeruzalem die bekend stond om zijn rechtvaardigheid en godsvrucht. De Joden zeggen dat hij met een profetische geest begiftigd was, maar de Bijbel doet geen uitwijdingen over zijn komaf. Simeon keek verlangend uit naar de vervulling van de oude profetieën die het eeuwenlange uitzien van de Joden moest vervullen. De jaren waren voorbijgegaan. Lang niet alle gelovigen bleven vol hartsverlangen naar de komst van de Messias uitzien. Gelukkig zorgde de Elohim ervoor dat een handjevol gelovigen Zijn komst met geduld en een levendig geloof bleven verwachten. God stilde dit verlangen op een bijzondere manier in het leven van sommige van Zijn kinderen. 

Zo gebeurde het dat de wegen van Simeon en Jezus elkaar kruisten op het moment dat het Kind aan Zijn Vader voorgesteld werd. Hij was een man die met een profetische geest begiftigd was. Met grote blijdschap zag Simeon het jongetje. Niemand hoefde hem te vertellen Wie het was of wat er aan de hand was, God Zelf openbaarde het hem. Direct nam Simeon het Kind van Maria over. Hij nam het in zijn armen en hield Het zo dicht als maar mogelijk was aan zijn blijde hart. Hierna legde hij een schitterende verklaring af. Hij loofde God en zei dat de Elohim hem in vrede mocht laten gaan. Zijn hart was vol van een heilige verwachting voor het leven en een verlangen naar de eeuwigheid. Hij had met eigen ogen de totale vervulling van zijn toekomst gezien en was bereid om die toekomst te gaan genieten in de hemel, bij God. 

Door de Geest gedreven profeteerde Simeon dat de toekomst van het kind een grote zegen zou zijn, voor de kerk en de wereld. Jesaja had het al gezegd : “ Ja, jij moet de stammen van Israël weer bij elkaar brengen. En je moet de Israëlieten die in andere landen zijn terughalen. Dat is niet genoeg, dat is niet je enige opdracht. Nee, ik heb je uitgekozen om een Redder te zijn voor alle volken. Met jouw hulp zal Ik alle mensen op aarde bevrijden. “ ( Jesaja 49 : 8 ) Deze woorden werden door Simeon aangehaald. 

Opnieuw werden Jozef en Maria bevestigd in hun geloof. Ze verwonderden zich daarover en ontvingen tot hun grote verrassing zelf ook een zegen. Ze waren diep getroffen over de dingen die steeds duidelijker en vollediger over het Kind uitgesproken werden. Maria hoorde Simeon zeggen dat haar zoon een teken was van de dingen die in Israël zouden gaan gebeuren. Veel mensen zouden door Hem nieuw leven ontvangen, terwijl anderen zich tegen Hem zouden verzetten. Zij zouden niet gered worden.

Maria hoorde Simeon voorzeggen dat ze veel verdriet zou krijgen om haar zoon. Aan de ene kant zouden de verborgen goede neigingen en gezindheden in de harten van veel mensen  haar bekend worden, maar er stond tegenover dat het verborgen verderf en de verborgen haat van heel veel anderen haar hart zouden breken. Maria zou de hoon en haat die haar Kind overkomen zouden als een tweesnijdend zwaard door haar ziel zien gaan. 

Het is opvallend dat veel van de liefste kinderen van God hier op aarde zo moesten lijden. Wij snappen daar niets van. We zouden Maria een mooier leven gegund hebben. 

“ Je zult veel verdriet en pijn hebben om je Zoon. Maar al die dingen moeten gebeuren. Want zo wordt duidelijk hoe de mensen vanbinnen echt zijn. “  besloot Simeon zijn zegen. Het leven van twee jonge mensen zou er totaal anders uit gaan zien dan ze zich in de verste verte voor hadden kunnen stellen. Van een gelukkige verloving en een mooie trouwdag was geen sprake geweest. Een overwachte zwangerschap, veel achterdocht en achterklap, een lange reis naar Bethlehem, een vlucht naar Egypte. Weg van hun familie en vrienden. Wat voor leven stond hen te wachten? Toch zeiden ze niets, geen woord van verweer, geen enkele klacht. Integendeel, we lezen een lofzang en volmaakte gehoorzaamheid uit hun leven op.  ( SB, MH, de bijbel in gewone taal, NBV ) 

5 responses to “Lucas 2 : 25 – 35

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *