Handelingen 19
Na de gebeurtenissen in Korinthe besloot Paulus – aangespoord door de Heilige Geest – om op zijn weg naar Jeruzalem via Macedonië en Achaje te reizen. Zoals altijd zou blijken dat zijn reis niet zomaar gepland was. Er stond weer van alles te gebeuren.
“Nadat ik in Jeruzalem geweest ben moet ik ook een bezoek aan Rome brengen. “ Vol goede moed begon Paulus aan zijn reis. Hij keek er erg naar uit om deze jonge christengemeenten terug te zien. Hij had ze gesticht, maar hoe zou het intussen verder gegaan zijn met de leerlingen die achtergebleven waren?
Timoteüs en Erastus werden naar Macedonië gestuurd, Paulus zelf bleef wat langer in Asia. Timoteüs kennen we, maar wie was Erastus? Hoogstwaarschijnlijk was hij één van de eerste bekeerlingen van Paulus. In de Romeinenbrief wordt vermeld dat hij een financieel expert was die de gelden van de stad beheerde. Hij wordt ook genoemd in 2 Tim. 4: 20.
Omstreeks die tijd ontstond er een grote opschudding over de Weg – het geloof dat de christenen aanhingen. In Efeze bevond zich de tempel van Artemis. Deze tempel was 127 meter lang en 72 meter breed. Volgens de geschiedschrijving was zij zó bijzonder dat zij met recht een plaats tussen de zeven oude wereldwonderen verdiend heeft. Zij was met prachtige bronzen beelden versierd die door de beste kunstenaars van die tijd ontworpen waren! De tempel is gebouwd ter ere van Artemis, godin van de jacht, de natuur en de geboorte.
In Efeze had zich een zilversmid gevestigd, Demetrius, die kleine Artemistempeltjes vervaardigde. Deze tempeltjes gingen als zoete broodjes over de toonbank en voorzagen Demetrius en zijn medewerkers van een fantastisch inkomen.
Demetrius bezag met argusogen zijn omzet van de laatste maanden. Het zag er niet zo florissant uit als vroeger, de inkomsten liepen terug!
Ongerust riep Demetrius een vergadering bij elkaar en besprak met zijn medewerkers het probleem van de teruglopende omzet. “ Mannen, jullie weten dat onze welvaart afhankelijk is van dit werk. Maar jullie hebben uiteraard óók gemerkt dat die Paulus niet alleen in Efeze maar in heel Asia mensen heeft weten te overtuigen van zijn ideeën dat goden die door mensenhanden vervaardigd zijn geen goden kunnen zijn. Daardoor dreigen niet alleen onze inkomsten terug te lopen maar ons edele beroep wordt in diskrediet gebracht. Het gevaar is niet denkbeeldig dat onze unieke tempel in aanzien zal dalen en die van Artemis erbij.“
Wat een woorden waren dat! Het vonkje in een kruidvat. Bij het horen van dit relaas ontstaken Demetrius` toehoorders in grote woede en barstten los in geschreeuw: “ Groot is de Diana van Efeze! “ brulden ze. De hele stad raakte in rep en roer. De menigte liep te hoop bij het theater, de plaats waar volksspelen gehouden werden. Dat niet alleen, er werden ook theaterstukken opgevoerd en openbare vergaderingen georganiseerd.
Minstens 26000 toeschouwers vulden dagelijks de tribunes van dit bijzondere theater. Als er ook maar iets van onrust oversloeg op deze menigte was het effect van hun woede niet te overzien.
De menigte zocht naar voedsel, een object om hun dolle woede op te koelen. Cajus en Aristarchus, twee Macedonische reisgenoten van Paulus werden al meegesleurd.
Zo langzamerhand was Paulus wel gewend aan een volksoproer. Uit niets bleek er enige onrust of angst. Hij liep rustig naar de uitgang van het huis waar hij verbleef en wilde zich onder de menigte begeven om de richting van het theater in te slaan. Ternauwernood konden de leerlingen hem daarvan weerhouden. Enkele hoge functionarissen die verantwoordelijk waren voor de keizercultus in de provincies en hoogstwaarschijnlijk ook aanhangers van de Weg geworden waren stuurden hem een waarschuwing om vooral niet naar het theater te gaan.
De samengekomen menigte schreeuwde intussen van alles door elkaar. Er heerste een chaotische verwarring en de meeste mensen wisten niet eens meer waarom ze samengekomen waren. Ze riepen en schreeuwden maar wat om te schreeuwen en te roepen.
Zoals het vaak gaat als iemand in discrediet gebracht wordt, namen veel mensen gauw afstand van Paulus. Ze deden net alsof ze het ook niet eens waren met de Weg die hij verkondigd had. In een aantal steden in het Romeinse rijk waren al pogroms gehouden. In Alexandrië, Antiochië en Syrië waren tijdens deze pogroms veel Joden omgekomen. Ondanks de bescherming die Rome hen officiël geboden had waren ze vermoord.
Hoogstwaarschijnlijk wilde de Joodse gemeenschap in Efeze afstand nemen van Paulus` prediking. Ze schoven een zekere Alexander naar voren. Hij werd aangewezen als woordvoerder van de Joden. Haastige stemmen probeerden hem de oorzaak van het oproer uit te leggen. Maar Alexander had aan een half woord genoeg. Met een handgebaar gaf hij te kennen dat hij een verdedigingsrede wilden houden.
Even hield de kolkende massa in, maar toen ze aan Alexander zagen dat hij een Jood was, was het met de adempauze gedaan! Niet minder dan twee uur lang scandeerde de menigte:
“ Groot is de Artemis van Efeze! “
Toen ze hun kelen hees geschreeuwd hadden lukte het de stadssecretaris uiteindelijk om de menigte tot bedaren te brengen. Hij zei; “ Efeziérs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad zorg draagt voor de tempel van Artemis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is? Niemand kan dat feit ontkennen. Blijf daarom kalm en ga niet zo onbezonnen te werk! Deze mannen zijn geen tempelschenders en hebben onze godin niets gedaan.
Als Demetrius en zijn personeel een probleem hebben met deze mensen dan moeten ze naar de rechter stappen. Er zijn rechtszittingen en proconsuls genoeg. Laat ze maar een officiële aanklacht indienen, zo hoort het. “
“ Zijn er verder nog wensen? Dan zullen we een volksreferendum bij elkaar roepen!
Gebruik uw verstand! Het is niet volgens de regels van de wet dat u hier bijeengekomen bent. We lopen toch al het gevaar dat we ter verantwoording zullen worden geroepen voor wat we hier vandaag aan oproer gefabriceerd hebben. Deze onlusten vallen op geen enkele manier goed te praten! “
Zo maakte Alexander een einde aan het oproer. Het tumult bedaarde, het gevaar week. Paulus en de leerlingen konden opgelucht ademhalen. Het was weer eens gebleken: De Heere was een vurige muur om hen heen, een veilig Schild voor die op Hem vertrouwen.