De Emmaüsgangers ( 2 )

Met macht – totaal anders dan de schriftgeleerden – ( Matth. 7 : 28 – 29 ) verklaarde Jezus vervolgens de Schriften van het Oude Testament en toonde onomstotelijk aan hoe deze in Jezus van Nazareth vervuld waren. ( vs 27 ) Er bestond geen gedeelte van de Schriften dat geen betrekking op Hem had.Met een Goddelijke autoriteit en een bijzondere vrijmoedigheid schetste Hij hen het ene bewijs na het andere voor ogen. Nu eens een profetie, dan weer een belofte, een gebed of een ander voorbeeld. De gouden draad van de genade van het Evangelie schitterde door het hele weefsel van het Oude Testament.Voordat de Christus geboren werd, en de belofte niet letterlijk vervuld, zagen zelfs de profeten in een duistere rede, en was hun kennen beperkt. ( 1 Kor. 13 : 9,12 ) Maar alle beloften waren met het lijden, sterven en de opstanding van Jezus heerlijk vervuld. Jezus toonde aan dat het lijden dat Hij ondergaan had, de vervulling van de Schriften was.

Nu het voorhangsel van boven naar beneden gescheurd bleek te zijn, legde het Nieuwe Testament het Oude uit. Om dit met woorden aan te tonen bleek er geen betere Schriftuitlegger dan Jezus Zelf!
Hij liet het licht van het Oude Testament trapsgewijze op het Nieuwe Testament schijnen.
Al pratend liepen ze over de weg. Ze wandelden met God. Voor ze er erg in hadden waren ze in Emmaüs gearriveerd.
De leerlingen nodigden de Vreemdeling hartelijk uit om de maaltijd met hen te gebruiken. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, nam Jezus de leiding. Toen ze aanlagen nam Hij het brood en zegende het. Op hetzelfde ogenblik herkenden de mannen Jezus. Maar voor ze in aanbidding aan Zijn voeten neer konden vallen werd Hij voor hun ogen weggenomen.

Perplex keken ze elkaar aan. Nu begrepen ze waarom hun hart getroffen was, ze hadden levend, sprankelend, helder fris water gedronken, direct uit de Bron. “ Brandde ons hart niet in ons, toen Hij al deze woorden verklaarde? “ zeiden ze tegen elkaar. Goddelijk vuur had een Goddelijk licht in hun ziel ontstoken.

Ze waren zo in vervoering dat ze direct opstonden en zich terug haastten naar Jeruzalem. Daar vonden ze de elf leerlingen bij elkaar. Vreugde en triompf alom. Blijde kreten vlogen over en weer, want Jezus was hen voor geweest. “ de Heer is werkelijk opgestaan, ook Simon heeft Hem gezien! “ riepen ze met z`n allen door elkaar.
Toen het tumult wat bedaard was vertelden de twee uit Emmaüs wat er onderweg gebeurd was, en hoe Jezus Zich geopenbaard had.
Als Jezus komt dan neemt Hij alles mee. Blijdschap, en vrede in het geloven. Een vaste overtuiging van de waarheid. Een zeker weten. Niemand kan deze vreugde van een kind van God wegnemen.

Geef een reactie