Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijdert ligt. Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus Zelf naar hen toe, en liep met hen mee. Maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze Hem niet herkenden. Hij vroeg hun: “ Waar loopt u toch over te praten? “ Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: “ Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is? “ Jezus vroeg hun: “ Wat dan? “ Ze antwoordden: “ Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en het hele volk. Onze hogepriesters hebben Hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat HIj degene was die Israël verlossen zou, maar inmiddels is het de derde dag dat dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze Zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat Hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd. Maar Jezus zagen zij niet. Toen zei Hij tegen hen: “ Heb u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om Zijn glorie binnen te gaan? “ Daarna verklaarde Hij hen alles wat er in de Schriften over Hem geschreven stond. En Hij begon bij Mozes en de profeten. ( Lucas 24 : 13 – 27 )
Op de eerste dag van de nieuwe wereld die samen met Christus verrezen was liepen twee mannen over de weg die van Jeruzalem naar Emmaüs leidde. De naam van een van hen was Kleopas. Sommige tradities identificeren deze Kleopas met Klopas. Dat zou betekenen dat hij de echtgenoot van één van de Maria`s zou zijn, één van de getuigen van de opstanding van Jezus. Andere verklaarders gaan ervan uit dat Kleopas dezelfde persoon zou zijn als Alfeüs. Dan was hij mogelijk de vader van de apostel Mattheüs of Jakobus.
Druk pratend en gesticulerend liepen de mannen richting Emmaüs. De verhalen die ze die morgen over de opstanding van hun Meester gehoord hadden schenen hun volkomen absurd toe. Dat nam niet weg dat ze er helemaal ondersteboven van waren. Ze spraken over al deze dingen, met elkaar redenerend over het al of niet waarschijnlijke van de opstanding van de Heere Jezus.
“ Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, ben Ik Zelf in het midden. “ ( Matth. 18 : 20 ) had Jezus gezegd toen Hij beschreef hoe Zijn koninkrijk er uitzag. En omdat Hij nooit één van Zijn goede woorden op de aarde liet vallen, was Hij er opeens. Ongemerkt voegde Hij Zich bij de leerlingen, en liep met hen op. Maar hoewel Christus nu bij hen was, zorgde Hij ervoor dat ze Hem niet kenden. Nu kon Jezus precies horen hoe het hun verging. Voorzichtig begon de Meester hun hart te onderzoeken. “ Waarom zien jullie er zo verdrietig uit, waar praten jullie over met elkaar? “ informeerde Hij voorzichtig. Zoals altijd wond Hij er geen doekjes om.
Het is onvoorstelbaar hoe laconiek de Meester met Zijn bitter lijden en sterven omging. Hij stelde Zich alweer volkomen open voor Zijn omgeving, en Zijn missie. Het enige wat Hij zocht was geloof. Zodat Hij wist dat Zijn leerlingen het eeuwige leven zouden beërven. Daarom haalde Hij hun hart uit.
Een reactie liet niet lang op zich wachten. Nauwkeurig en gedetailleerd beschreven de mannen wat er aan de hand was. Het was een bescheiden verhaal over Zijn lijden en dood. De theologische elite werd niet meer schuld toegeschreven dan noodzakelijk was. Het zwaarst drukte hen het besef dat hun verwachtingen de bodem ingeslagen waren. “ Wij dachten dat Hij Israël zou verlossen. “ zeiden ze. Vervolgens erkenden ze dat er geruchten de ronde deden dat Hij zou zijn opgestaan van de dood. En dat er vrouwen waren die Hem gezien zouden hebben. Ze zouden zelfs engelen hebben ontmoet. “ Maar wij zijn geneigd te denken dat het verbeelding was. Vrouwen zijn makkelijk te bedriegen. “ besloten ze hun verslag. Hun hoop was met Jezus aan het kruis geslagen en het graf ingedragen. Zo was het, en niet ander.
De Vreemdeling had het hele verhaal rustig aangehoord. Toen opende Hij Zijn mond en zei: “ hebt u dan zo weinig verstand, en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in de schriften, en in de profeten? “ Resoluut schoof Hij hun betoog aan de kant en begon de Schrift uit te leggen. Hij begon bij Mozes, die de Joden als één van de belangrijkste profeten erkenden.