Daniël ( 3 )

Bemoedigd en gesterkt door de openbaring die God hem gegeven had ging Daniël naar Arjoch. ‘Trek het doodvonnis over de wijzen van Babel in en breng mij naar de koning. Ik zal hem de inhoud en betekenis van zijn droom uitleggen.’ zei hij rustig. Zo snel mogelijk leidde Arjoch de jongen naar Nebukadnezar. ‘Ik heb onder de Judese ballingen iemand gevonden die uw droom uit kan leggen. Het is één van de ballingen uit Jeruzalem, Beltesassar.’ riep hij buiten adem van opwinding en hij trok Daniël naar voren. 

De koning monsterde de jongeman scherp. Toen zei hij: ‘ Kun jij me duidelijk maken wat ik heb gedroomd? En weet je wat mijn droom betekent? Dat zou fantastisch zijn!’

Daniël wist maar al te goed dat elk detail van zijn wijsheid van God vandaan kwam. Zijn geest en hart vertrouwden in Babel voor honderd procent op de God van zijn voorouders. Hij raakte niet in paniek terwijl hij zei: ‘Koning, niemand kan u dat vertellen. Er is geen enkele wijsgeer, sterrenkundige of waarzegger in Babel die dat kan. Er is een God in de hemel die elk geheim doorgrond en uit kan leggen. Deze God heeft u de toekomst laten zien. Het was nacht en u lag op uw bed. Uw gedachten hielden zich bezig met toekomstige zaken. Die nacht toonde de Heer van hemel en aarde u wat er hierna gebeuren zou. Hij heeft mij uw droom verteld. Ik ben dus absoluut niet wijzer dan andere mensen. God heeft besloten dat ik de persoon moet zijn die uw droom uit moet leggen. Dat is alles. U zult precies begrijpen waarover het gaat.’ Het werd doodstil om de koning heen. Iedereen luisterde gespannen naar de uitleg van Daniël. 

‘U zag een groot glanzend beeld in uw droom. Het beeld bevond zich vlakbij u. Het hoofd was van zuiver goud, de borst en armen waren van zilver, en de buik en heupen waren van brons. De benen waren van ijzer, en de voeten van ijzer vermengd met klei. Het indrukwekkende beeld werd plotseling door een enorme steen getroffen. Niemand had die steen aangeraakt, die kwam vanuit het totale niets, landde met een klap tegen de voeten van het beeld en vergruizelde het. Het hele beeld stortte van zijn voetstuk af en werd vermalen. De brokken van ijzer en klei losten zich op in een wolk van stof. Toen gebeurde hetzelfde met het brons, het zilver, en het goud. Hierna stak de wind op en zorgde ervoor dat alle brokstukken wegstormden. Er bleef geen spaan van het beeld over. 

Maar de steen die het beeld vermorzeld had groeide in omvang.  Ze groeide uit tot een enorme berg die zo groot werd dat ze de hele aarde bedekte. Profeten ontvingen openbaringen zodat wat hen door God gegeven was aan de betreffende personen doorgegeven kon worden. Daniël had Nebukadnezar tevreden gesteld. 

God sloot precies op de belevingswereld van Nebukadnezar aan en stelde hem in zijn droom een groot beeld voor ogen. Het beeld stelde een rechtopstaande man voor. De koninkrijken die zij vertegenwoordigden werden door hun vereerders aanbeden, vandaar de glans die het beeld uitstraalde. Het geheel zag er angstaanjagend uit, zowel door zijn gezichtsuitdrukking als door zijn houding. Het merkwaardigste aan het beeld waren de materialen waaruit het was opgebouwd. Het hoofd van goud bestond uit het duurste en edelste metaal dat er op aarde te vinden is. De borst en armen van zilver waren een materiaal dat daarop in waarde volgde. De buik en dijen van koper, en de schenkels van ijzer waren nog minder waardevol. De voeten waren van bijna waardeloos metaal gemaakt. Duidelijk bleek dat het hele beeld een weergave was van wereldse macht.

Aan Nebukadnezar – een heidense vorst –  werd het beeld als een vrolijk en statig beeld voorgesteld. Hij had bewondering voor de koninkrijken van de wereld en voor hun heerlijkheid. ( Matth. 4 : 8 ) Helaas zou uit de droom blijken dat het beeld totaal ten onder ging. De steen die door een ongeziene macht werd afgehouwen vermaalde het tot gruis. Goud, zilver, koper en ijzer werden tot stof verpulverd, zodanig dat de stofresten als kaf van een dorsvloer verdwenen. Maar de afgehouwen steen werd zo groot dat ze de hele aarde vervulde. 

De vier rijken had God in Nebukadnezars droom tot één beeld gemaakt om daarmee aan te geven dat ze van eenzelfde geest bezield waren. Een geest die tegen de Kerk van God gericht was en Jeruzalem met de grond gelijk had gemaakt. Het gouden hoofd stelde het Chaldeeuwse rijk voor dat op dat moment in hoog aanzien stond. ( Daniel 2 : 37, 38 ) en vier verschillende rijken telde. 

Zonder er doekjes om te winden zei Daniël tegen Nebukadnezar dat hij op het ogenblik de meest invloedrijke persoon op aarde was. ‘ U bent dat hoofd Majesteit, de koning der koningen, aan wie de God van de hemel het koningschap en macht, kracht en eer heeft gegeven, en aan wiens hand Hij de mensen, de dieren van het veld en de vogels van de hemel heeft toevertrouwd, waar ze ook wonen.’ Dat kon niet ontkend worden. Nebukadnezar stond aan het hoofd van een wereldmacht en heerste over allerlei volken waarvan de koningen zijn vazallen waren. 

Nebukadnezar vond het fantastisch wat Daniël hem vertelde. Hij had zijn hele leven bloedig gevochten, en zich dagelijks met passie ingezet voor de expansie van zijn koninkrijk. De droom betekende dat hij een succesvol man was. In zijn tijd waren er meer machtige rijken op aarde, zoals dat van de Scythen, maar het rijk van Babel heerste over de Joden. Het was een gouden rijk geworden vanwege de briljante strategie van Nebukadnezar om de elite van alle overwonnen volken naar Babel te halen, en op die manier alle mogelijke kennis, wijsheid en rijkdom te roven.  

 

 

Geef een reactie