Abraham ( 10 )

Genesis 17 : 11 – 14 

“ Abraham je moet Mij ook een belofte doen. “ zei El Shaddai. “ Je moet ervoor zorgen dat alle mannen en jongens besneden worden. Dat geldt voor jezelf, en voor al je nakomelingen. Jullie moeten je voorhuid weg laten halen. Deze handeling zal een teken zijn van de beloften die wij elkaar nu doen. 

Elk baby van acht dagen moet besneden worden. Niet alleen de jongens van je eigen familie, maar ook de zonen van je slaven. De zonen die vanaf hun geboorte bij je zijn, en de zonen die je van vreemden gekocht hebt. Aan jullie lichaam zal altijd zichtbaar blijven dat wij elkaar een belofte gedaan hebben. Mannen die niet besneden zijn, horen er niet bij. Die moeten weggestuurd worden, omdat ze zich niet aan deze afspraak houden. “ 

De besnijdenis was een bloederige aangelegenheid. Dat had een diepere betekenis. Volgens de wet moesten alle dingen door bloed gereinigd worden. ( Hebr. 9 : 22 / Exodus 24 : 8 ) Pas nadat Jezus Zijn bloed voor ons vergoten had, was deze instelling overbodig geworden. De doop kwam in plaats van de besnijdenis. Volgens de overlevering moest juist de voorhuid van de man besneden worden omdat de erfzonde via de natuurlijke voortplanting verbreid werd. El Elohim wilde dat de mens in het Verbond opgenomen werd door iets van zijn lichaam te offeren. Zoals ons hart onzichtbaar is, is de besnijdenis een onzichtbare plek op het lichaam van een Joodse man. De verordening van Jahweh om ook de vreemdelingen aan de besnijdenis onderhevig te maken, zag op de inlijving van de heidenen bij het volk van God. ( Galaten 3 : 14 ) Het minachten van dit bevel van Jahweh betekende een minachting van het verbond. Zoals de zonen van Mozes bijna gedood waren, zou de Heere een wraakzuchtig God zijn wanneer Zijn gebod veronachtzaamd werd. ( Exodus 4 : 24 ) 

We zien aan de levensloop van Abraham dat de Heere geleidelijk aan de bedoelingen van Zijn liefde ten opzichte van Zijn volk onthulde. Hoewel God al vanaf het begin van de roeping van Abram had gezegd dat hij een zoon zou krijgen, had Hij niet gezegd dat hij die bij Saraï zou krijgen. De bekrachtiging van deze belofte was een grote mijlpaal voor Saraï. Daarom veranderde El Elohim ook haar naam. Voortaan zou ze Sara heten. De naam Saraï betekent “mijn vorstin.” Het was een naam die haar eer gaf als de vrouw van Abram. Maar de naam Sara betekent : vorstin van vele volken. Ook Sara kreeg een nieuwe taak toebedeeld. 

Zo gaat de Heere God Zijn weg met ieder kind van Hem. Zijn beloften voor hun leven maakt Hij waar. Ieder die beloften van Hem verwacht, maakt zich rein, zoals Hij dat is. ( 2 Korinthe 7: 1 ) God belooft ons Zijn aanwezigheid, aanvaarding en Vaderschap. Daarom moeten wij – Zijn kinderen –  ons van zonden reinigen. De besmetting van het vlees heeft betrekking op zonden die met de buitenkant van ons bestaan te maken hebben. De besmetting van de geest zijn zondige gedachten. Uit eerbied voor God moeten we leren om steeds zuiverder te leven. Wie het dichtst bij Hem mag zijn, zal de grootste Goddelijke vrede en blijdschap mogen ervaren. 

We weten uit de geschiedenissen van Gods kinderen dat er veel stormen om hen heen kunnen woeden. Toch, mensen zoals Paulus bleven in orkanen en in moeilijke situaties rustig. Daarom moeten we naar zulke voorbeelden zoeken in ons leven want daar kunnen we van leren. 

Het schitterende aan Jezus Christus is dat Hij uit de pas loopt met de wereld, en daardoor de wereld iets te zeggen heeft. De besnijdenis was pijnlijk, geen enkele moeder had daar in principe haar kleine baby voor over. Maar elke poging om de Jezus van de Bijbel in te passen in de tijdgeest van de ene generatie, zou Hem krachteloos maken in de andere. Daarom moeten wij Hem altijd nemen zoals Hij is. Jezus is de Vredevorst, maar Hij sloot alleen maar vrede met geloof en gehoorzaamheid. Dat is iets om over na te denken. ( De Bijbel in gewone taal, MH, Piper, SV met uitleg, Wetenschap en de Bijbel ) 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *