Ester 5

Haman verliet het paleis die dag vrolijk en goedgehumeurd. Maar zodra hij in de koningspoort Mordechai zag, die niet opstond en niet vol ontzag voor hem beefde, werd hij woedend. Hij beheerste zich echter en ging naar huis. Daarop liet hij zijn vrienden bij zich komen en Zeres, zijn vrouw. Hij wees hun op zijn geweldige rijkdom, het grote aantal zonen dat hij had, en de eerste positie die de koning hem had gegeven door hem boven alle rijksgroten en hoge functionarissen te plaatsen. En daar komt nog bij zei Haman, dat koningin Ester een feestmaal heeft bereid, waarvoor ze behalve de koning niemand anders dan mij heeft uitgenodigd. En ook voor morgen ben ik door haar gevraagd, samen met de koning. Maar dit betekent allemaal niets voor mij zolang ik Mordechai, die Jood, in de Koningspoort zie zitten. Zijn vrouw Zeres en al zijn vrienden zeiden toen tegen hem: Laat een paal neerzetten van vijftig el hoog en zeg morgenochtend tegen de koning dat Mordechai daaraan moet worden gehangen. Dan kun je daarna vrolijk met de koning aan tafel gaan. Dat voorstel beviel Haman en hij liet de paal klaarzetten. 

Vrolijk door de wijn, het heerlijke eten en de nieuwe uitnodiging, stond Haman op. Hij verliet de dinerzaal met ferme tred. Een overwinnaar, geslaagd, en welgemoed. Er leek geen einde te komen aan zijn zegetocht! De koningin was bijzonder onder de indruk van zijn conversatie, dat kon niet anders. Ze wilde niets liever dan morgen weer verder gaan met het gesprek dat ze die avond hadden uitgewisseld. Vandaar de nieuwe uitnodiging. 

Mordechai naderde met gezwinde pas de poorten van de burcht Susa. Maar wat een ellende, daar zat die Jood weer, Mordechai. Mordechai was in functie ( Ester 2 : 19, 21 ) Even kruisten de blikken van de twee mannen elkaar. Als blikken hadden kunnen doden, dan was Mordechai morsdood op de grond gevallen. Het kwik in Hamans hart daalde tot onder het vriespunt. Zijn woede werd nog aangewakkerd omdat Mordechai geen enkele blijk van respect, angst of ontzag voor hem toonde. Inwendig briesend van woede kwam hij thuis, waar zijn hele huishouding op hem wachtte. Mordechai had zich weten te beheersen, maar toen hij thuis kwam liet hij zijn woede de vrije loop. Mordechai bleek absoluut geen wijs man, hij was zo vervuld van haat tegen één Joodse man, die zich niet door hem liet intimideren dat hij daar de hele wetten escapade voor op poten had gezet. 

Eenmaal goed en wel thuis, ontbood Haman zijn vrouw Zeres en zijn naaste vrienden. Of ze het nu interessant vonden of niet, ze moesten zijn opschepperige relaas aanhoren over alles wat hij bezat. Haman begon bij de beschrijving van zijn bezit, en liet daarmee zien dat hij dat allemaal hoger achtte dan zijn vrouw en kinderen, die pas later werden genoemd. De oren van zijn vrienden hadden dit nieuws natuurlijk allang gehoord. Maar daar gaf Mordechai niets om. Hij was teveel vervuld van zichzelf. Hij vervolgde zijn opsomming met de vermelding van zijn hoge positie aan het hof. Mordechai gaf in detail aan boven wie hij allemaal verheven was door de koning. Iedereen keek en luisterde. Mordechai wachtte even voordat hij als klap op de vuurpijl het feit noemde dat hij voor de volgende dag opnieuw was uitgenodigd door de koningin. Sprakeloos volgde iedereen zijn rede. 

Maar het karakterloze gezicht van Mordechai verviel in een soort treurnis. Hij zei ineen dat al dit moois en al deze zegeningen hem niets konden schelen en niet genoeg voor hem waren zo lang hij die Jood Mordechai nog bij de ingang van de poort zag zitten. Het zou blijken dat de hele familie van Haman niet veel beter was dan de wrede vertrouweling van Ahasveros. Iedereen was unaniem van mening dat er de volgende dag een immense galg opgericht moest worden voor deze Jood. Met toestemming van de koning die de wet van Meden en Perzen niet herroepen kon, en zelf afgekondigd had dat iedereen voor Haman moest knielen, zou de dienstweigeraar Mordechai dan opgeknoopt worden. Zo hoefde de datum van het edict tegen Mordechai niet afgewacht te worden en kon Haman ongestoord van zijn hoge status genieten. 

Het leek Haman een goed plan, en zo gezegd, zo gedaan. Er werd een enorme galg opgericht in zijn achtertuin, en het zou niet lang meer duren, of Mordechai zou daaraan hangen. Het extreem hoge gevaarte zou door iedereen uit Susa worden gezien. Het was een symbool van vernedering voor iedereen die de euvele moed had om het tegen Haman op te nemen. Haman was een overmoedige dwaas. Zijn trotse houding en blinde haat zouden hem tot een val worden. De Bijbel zegt: Wie het kwade najaagt, zal het overkomen. Wie op zijn rijkdom vertrouwt, zal vallen. ( Spreuken 11 : 27, 28 ) 

Dit deel van het verhaal laat koningin Ester naar voren komen als een vrouw die tot bloei en volwassenheid gekomen is. Ze blijkt een moedige vrouw, die krachtig optreedt. Zij doet dit met inzicht en overleg, en blijkt nederig, moedig en vastberaden tegelijk te zijn. Ester moet de slechtheid en woede van Haman gevoeld hebben, die avond. Op die meest kritieke momenten werd zij door God Zelf geleid en beschermd. Je ziet duidelijk de leiding van de Heere God oplichten, door alles heen.

Ook vandaag wil God nog mensen gebruiken door Zijn Woord en Geest. Hij wil mensen veranderen en ze leren hoe ze wandelen moeten. Voor ieder mens heeft Hij een taak en een opdracht te vervullen met de wijsheid en moed van God vandaan! 

One response to “Ester 5

  1. You’re in point of fact a just right webmaster. The web site loading speed
    is amazing. It sort of feels that you are doing any unique trick.

    Moreover, the contents are masterwork. you’ve performed a wonderful activity on this subject!

    Similar here: <a href="[Link deleted]sklep and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *