Het leven van een christen

1 Petrus 3 : 8 – 17 

“ Maak geen ruzie met elkaar. Leef met elkaar mee en houd van elkaar als broers en zussen. Wees vriendelijk en bescheiden. Als iemand je kwaad doet, doe hem dan geen kwaad terug. Als je wordt uitgescholden, scheld dan niet terug. Jullie zijn gekozen om goed te doen. Wens mensen dus het goede toe. Dan zal God ook goed voor jullie zijn. Want in de heilige boeken staat: “ Houd je van het leven en wil je gelukkig zijn? Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. Doe geen kwaad, maar wees goed. probeer om met anderen in vrede te leven, elke dag weer. De Heer helpt mensen die trouw zijn aan Hem, Hij hoort hen als ze om hulp roepen. Maar Hij vernietigt mensen die kwaad doen. Als je je best doet om goed te leven, zal God je beschermen. En dan kan niemand je kwaad doen. Wees dus niet bang, ook niet voor de beschuldigingen van ongelovigen. Als je lijdt omdat je Gods wil doet, ben je juist gelukkig. Eer Christus met heel je hart. Vertel iedereen dat Hij je Heer is, en dat je op Hem vertrouwt. Geef altijd antwoord als iemand je daar iets over vraagt. Maar antwoord wel vriendelijk en met respect. Dan weet je zeker dat je doet wat God wil. Misschien zullen ongelovigen slecht over je praten omdat je als een goede christen leeft. Maar God zal ervoor zorgen dat ze daar spijt van krijgen. Bedenk ook: je kunt beter lijden omdat je goede dingen doet, dan omdat je slechte dingen doet. Ook Christus heeft geleden. HIj werd gedood als een mens op aarde. Maar God maakte Hem weer levend en gaf Hem de macht van de Heilige Geest. Christus was onschuldig, maar HIj is gestorven om jullie te bevrijden van jullie zonden. Zijn dood heeft jullie voor altijd bij God gebracht. “ 

Na zijn lezers te hebben geschreven over het christelijk leven binnen de gemeente ( 1 : 13 – 2 : 10 ) wees de apostel Petrus zijn lezers erop hoe zij zich moesten gedragen in de heidense wereld om hen heen. ( 2 : 11 – 3 : 7 )Een rechtvaardige, onberispelijke en vriendelijke houding moest een einde maken aan verdenkingen tegen christenen die ze door hun gedrag zouden kunnen veroorzaken. Al werd en wordt de huidige maatschappij door de zonde getekend het is toch die omgeving waarbinnen de gelovigen hun geloof beleven. Hun getuigenis moet altijd tot eer van God zijn. Hoewel christenen onderling het niet in alles volkomen met elkaar eens zijn, moeten ze toch medegevoel met elkaar hebben en elkaar liefhebben. 

Er waren sowieso al wonderen gebeurd in de harten van de vreemdelingen die in de verstrooiing leefden ( 1 Petrus 1 : 1, 2 ). Zonder Jezus Christus te kennen en zonder Hem ooit van aangezicht tot aangezicht gezien te hebben, hadden de gelovigen aan wie Petrus zijn brief richtte Hem lief. Dat was een groot wonder want zij hadden Jezus niet gekend zoals Petrus dat wel had gedaan. Petrus had zelfs met Hem gesproken en gegeten. ( 1 Petrus 5 : 1 / 1 Kor. 9 : 1 / 15 : 5 ) 

In de periode die voorafgaat aan de verschijning van Jezus Christus – tussen Hemelvaart en Wederkomst – leeft de christelijke gemeente niet in aanschouwen, maar in geloof. ( vgl Joh. 20 : 29 / 2 Kor. 5 : 7 / Hebr. 11 : 1, 29 ) Maar de gelovigen leefden wel in gemeenschap met de Heere Jezus die zij door het Woord dat hun verkondigd was, hadden leren kennen. Zij geloofden niet in een leer, of theorie, maar in een Persoon die ze aan het eind der tijden, bij Zijn wederkomst op de wolken van de hemel, zouden zien. Als die dag eindelijk aanbreekt, zal er een overweldigende vreugde zijn. Het woord anaklethos geeft aan dat er geen woorden voor zijn om deze blijdschap te beschrijven. ( vgl Jesaja 64 : 3 ) Ze gaat alle aardse vreugde ongelooflijk ver te boven. 

Zover was en is het nog niet helaas.  Petrus riep op tot erkenning van het gezag, eerst in het algemeen, daarna in verschillende verbanden. Het voorbeeld dat Jezus Christus had nagelaten gaf daar betekenis aan. Nederigheid, liefde, en het vergelden van kwaad met goed moesten het keurmerk van de christen zijn. ( 3 : 8 – 12 ) Wanneer er vragen zouden komen, of kritiek, dan moesten de christenen hun hoop belijden. ( 3 : 13 – 17 ) 

Na een aantal specifieke verhoudingen te hebben benoemd ( overheid – onderdanen, slaven – vrijen, mannen – vrouwen ) richtte de apostel zich tot de gemeente in gebed. De leden van de gemeente moesten naast elkaar gaan staan, schouder aan schouder, in moeilijke en blijde momenten, De gelovige is ten allen tijde fundamenteel veilig voor het kwaad omdat hij in Christus is, en geen enkele tegenstand kan dat veranderen. 

Als een christen vragen of kritiek naar zich toe krijgt moet hij bereid zijn om openlijk zijn geloof te belijden en zijn gedrag toe te lichten. Zelfs al zou dat voor een rechtbank of tribunaal zijn, aldus Petrus. Hij schreef: “Als mensen tegen je tekeer gaan, zegen hen dan. Als ze kwaad van en tegen je spreken, dan moet je zelf goede woorden gebruiken. Christus Jezus heeft ons opgedragen te zegenen wie je vervloeken omdat Hij een zegen voor Zijn kinderen heeft weggelegd die eeuwig is.” 

Petrus gaf een heldere beschrijving van een troostvol en gelukkig leven in deze twistzieke en zondige wereld. Geduldig, zachtmoedig en vriendelijk gedrag kan ons wel vaak in een hoek neerzetten waar anderen aan voorbij gaan, maar de ogen van de Heere zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Het aangezicht van de Heere is tegen degenen die kwaad doen. De Heere is een erger vijand van boosdoeners dan dat wij dat zijn. De hoop en het geloof van een christen zijn ten opzichte van iedereen te verdedigen. Christenen moeten argumenten en redenen bij de hand hebben voor hun christen- zijn. De belijdenis van ons geloof moeten we zachtmoedig en eerbiedig afleggen. 

Het heiligen van God de Heer in ons hart betekent dat wij Hem die heilig is als Heer erkennen, belijden en eren. ( vgl Jes. 29 : 23 / Matth. 6 : 9 ) Ons hart is het centrum van ons leven, de plaats waar de beslissingen genomen worden die ons leven bepalen. Het verantwoording afleggen waarover Petrus het heeft, duidt in deze context niet op een verdediging, maar op een persoonlijk gesprek. Daarbij moet het accent gelegd worden op het getuigend aspect om op die manier de vraagsteller voor Christus in te winnen. 

De gelovigen geven rekenschap van de hoop die in hen leeft. Deze hoop vervult en inspireert de hele gemeente. Alle leden hebben in Christus Jezus een grootse toekomst voor ogen. De vrees waarover Petrus het heeft is geen angst, het is eerbied voor God. 

De bereidheid om verantwoording af te leggen van de hoop die de gelovigen vervult ( vs 15 ) moet gebeuren met een goed geweten zegt Petrus nog een keer. Met deze woorden pakt hij zijn schrijflijn weer op. Wat in 1 Petr. 1 : 20 gezegd wordt van slaven, geldt nu allen. Overigens, ook al worden ongelovigen beschaamd door het goede gedrag van de christenen onder hen, dan vrijwaart dat laatstgenoemden nog niet van lijden. Maar, goeddoende, mogen ze weten dat God met hen is. 

2 responses to “Het leven van een christen

  1. Wow, marvelous weblog structure! How long have you ever been running a blog for?

    you make blogging glance easy. The entire look of your website is great, let alone the content!
    You can see similar here <a href="[Link deleted]online

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *