Handelingen 17 : 16 – 34

In de tijd van Paulus was Athene een onafhankelijke handelsstad met haar eigen instellingen. De stad heeft een van de langste stadsgeschiedenissen ter wereld. Athene is al minstens 7000 jaar bewoond. In het midden van het eerste millennium voor Christus was zij de leidende stad van het oude Griekenland. De culturele verworvenheden van Athene lagen aan de basis van de Westers beschaving. Tijdens de middeleeuwen kende de stad een terugval, maar ze herstelde zich tijdens het Byzantijnse rijk. Toen de kruistochten in Europa begonnen, floreerde Athene opnieuw omdat het kon profiteren van de levendige Italiaanse handel. Na een lange periode van verval onder het Ottomaanse rijk maakte Athene in de 19e eeuw opmars als hoofdstad van het nieuwe onafhankelijke Griekenland. Athene was dus in de oudheid één van de machtigste stadstaten ter wereld, een plaats van indrukwekkende ontwikkelingen die alle kunstvormen omarmden. Het was de eerste stad waar een democratisch regeringssysteem werd ingevoerd. Pallas Athene was de Griekse godin van de wijsheid, de wetenschap en de schone kunsten. Zij was beschermvrouw van de stad. Athene werd volgens de Griekse mythologie volwassen en met volle wapenrusting geboren uit het hoofd van de god Zeus. Als krijgsgodin vertegenwoordigde Athene de wijsheid. Athene speelde een grote rol in de strijd tegen de Giganten en verrichte vele heldendaden. De stad genoot een bijzonder respect door haar roemrijke geschiedenis en bleef een belangrijk centrum van cultuur en onderwijs.

Toen Paulus Tessalonica en Berea achter zich gelaten had reisde hij naar Athene. Een geleerde die de wetenschap van de Oudheid kende zou zich erg gelukkig moeten voelen in de stad waar hij zich nu bevond. Maar hoewel Paulus een hoog opgeleid intellectueel was vond hij er niets aan. Zijn hart was vol van God. Hij wilde niets liever dan de heidenen van hun afgodendienst bekeren tot de dienst van de waarachtige en levende God.
Het verhaal van de stad – een geschiedenis die bol stond van de mythologie – stond helemaal in dienst van de afgoden. In de stad zelf bevonden zich meer afgoden dan in de rest van Griekenland bij elkaar. Zodra ze van een nieuwe god hoorden heetten de Atheners die god hartelijk welkom en reserveerde ze een tempel en altaar voor deze god.
Paulus wandelde door de stad en voelde zich ontsteld. Het hart van de apostel was vol zorg voor de eer van de Heere. Hij besefte als geen ander dat het vreselijk was dat de eer van zijn God aan afgoden werd gegeven. Een intens medelijden met de zielen van alle mensen die hij gebonden wist in de slavernij van satan vervulde zijn hart.
Na zijn wandeling begaf Paulus zich linea recta naar de synagoge waar hij met de Joden en Grieken die God vereerden discussieerde. Ook op het marktplein waar de Atheners gewoonlijk debatteerden, ging hij de geestelijke strijd aan. Zijn inspanningen bleven niet onopgemerkt. De epicurische en stoïsche filosofen, die het voor het zeggen hadden in de twee belangrijkste filosofische scholen van die tijd haalden hun neus op voor Paulus. Zelf dachten ze dat de wereld en de mens opgebouwd waren uit deeltjes die in de loop van de tijd andere samenstellingen aannamen en zo de verschillende fenomenen veroorzaakten. De ethiek van de epicuristen verdedigde een gematigd genot. Voor de stoïcijnen werd de wereld beheerst en bezield door een onpersoonlijk goddelijk beginsel, de logos, die in alle dingen aanwezig zou zijn. De stoïcijnen waren de overtuiging toegedaan dat de wijsheid bestond uit het feit dat het maar het beste was om je vastbesloten en moedig aan te passen aan de realiteit, de dood daarbij inbegrepen. Het idee van de opstanding uit de doden was volkomen vreemd, zowel aan het gedachtegoed van de epicuristen als aan dat van de stoïcijnen.

De epicuristen en stoïcijnen keken elkaar eens aan, en zeiden tegen elkaar: “ Wat beweert die praatjesmaker toch? “ “ Hij schijnt een boodschapper van uitheemse goden te zijn. HIj heeft het over een Jezus, en over een godin die Opstanding heet. “
Ze voelden zich uitermate geïrriteerd over die hele Paulus. Daarom pakten ze hem stevig vast en namen hem mee naar de Areopagus, de hoogste heuvel van Athene. Dit was de plek waar vroeger de stadsraad zetelde. De raad was verantwoordelijk voor de orde in de stad en voor het behoud van de traditie. Hoewel er geen proces tegen Paulus aangespannen werd, wilden zijn toehoorders dat hij haarfijn uit zou leggen wat hij nu precies kwam doen in Athene.

Ongewild was Paulus weer eens in een heikele situatie beland. Gelukkig had hij al vaker met dit bijltje gehakt. Bovendien stond zijn God hem bij, die beloofd had om door de Heilige Geest bijstand te verlenen. “ Stel dat ze jullie naar een synagoge brengen, of naar een bestuurder of machthebber. Maak je dan geen zorgen over wat je moet zeggen, of hoe je het moet zeggen. Want als het zover is, zal de Heilige Geest jullie de juiste woorden geven. “ ( Lucas 12 : 11, 12 ) had Jezus verzekert. En zo deed Hij nu ook weer.
“ Toen ik jullie stad bezichtigde viel mij op hoeveel goden jullie vereren. Ik zag zelfs een altaar waarop stond: voor de onbekende god.
Jullie eren zelfs een totaal onbekende God. Die God vereer ik, over Hem wil ik met jullie praten. Op dat altaar moeten jullie offeren aan de God die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij is oppermachtig, en woont niet in tempelen die mensenhanden gemaakt hebben. Deze God heeft niemand nodig, Hij geeft leven, adem en zorg, gratis en voor niets.
In het begin van de wereld schiep hij de mens, en uit die mens zijn alle volken ontstaan. De volken kregen de hele aarde tot hun beschikking. God bepaalde waar de mensen mochten wonen, en voor hoe lang.
Deze God geeft een verlangen in het hart van de mens om de volmaaktheid te vinden, de God over Wie ik het heb.
Eén van jullie dichters heeft een loflied op Hem gemaakt: ¨ God heeft ons gemaakt, wij lijken op Hem, dichtte hij. “
Paulus pauzeerde even. Iedereen luisterde geboeid. Deze woorden waren inderdaad iets totaal nieuws, zo leek het.
“ Ja, wij lijken op God. Maar een beeld dat op Hem lijkt, bestaat niet. Al het goud, zilver of steen ter wereld is niet in staat om Hem tot uitdrukking te brengen. Het zal altijd één van de vele beelden blijven.” ging Paulus verder.
“ Lange tijd leefde de mensen alsof ze wisten wie God was, alsof ze Hem kenden. Dat lukte aardig. Maar nu wil God dat alle mensen Zijn wil gaan leven. Iedereen moet een nieuw leven beginnen. Er komt namelijk een dag aan – wie weet hoe spoedig – dat God recht zal spreken over alle volken en naties. Deze dag is door de God die ik dien vastgesteld. Er is een Man uitgekozen die recht zal spreken namens deze God. Iedereen kan weten dat dit echt zal gebeuren, want God heeft deze man uit de dood op laten staan. “

Hier en daar klonk een onderdrukt gelach, nu werd het wel al te bijzonder! Er ontstond onrust op de Areopagus. “ Daar mag u ons een andere keer meer over vertellen Paulus “ zeiden de toehoorders. Vervolgens ging iedereen over tot de orde van de dag.
Maar Paulus had zijn taak volbracht. Christus Jezus was aan Zijn eer gekomen. De waarheid was uitgesproken in een stad vol afgoden.
Zoals altijd liet de Heere Zijn goedkeuring merken. Een paar mensen sloten zich bij Paulus aan en gingen in Jezus geloven. Dit staat met weinig woorden geschreven. Tegen de achtergrond van de Griekse mythologie is het een groot wonder geweest. Mensen keerden zich af van Achilles, Odysseus, Poseidon, Herakles, Attika, Athena, Hephaestos en nog veel meer afgoden. Ze hoefden niet langer bang te zijn voor de wraak van deze duistere machten, ze mochten het bevrijdend licht van de verlossing van zonde en dood ervaren in de opstanding van de Heere Jezus Christus! Grote blijdschap en vrede moet hun hart zijn binnengestroomd. Hoewel ze nog veel nader onderwijs nodig hadden, waren ze van het rijk van de duisternis overgegaan naar het rijk van het Licht!
Er was zelfs een bestuurder van de stad bij, Dionysius en een vrouw, Damaris.
Paulus had Athene niet voor niets bezocht! Zo zegende de Heere alles wat in Zijn Naam gedaan werd, Hem ter eer, en tot zaligheid van mensenzielen. Moedige Paulus. Athene kende maar een klein aantal Joden, hij was er toch heengegaan. De verlorenheid van de mens was voor hem geen aanleiding om zich er maar bij neer te leggen, hij had onafgebroken het werk van God ter hand genomen. In de synagoge had hij de Joden aangesproken. Op de markt had hij zich tot elke willekeurige voorbijganger gewend. “ Elke dag “ heeft volgens de verklaarders betrekking op zijn werk, en veronderstelt dat hij zich voor langere tijd in Athene gevestigd had. Je kunt concluderen dat hij waarschijnlijk zijn tentenmakers beroep ter hand genomen heeft, en zo de gelegenheid te baat nam om met de gewone mensen in contact te komen. Uit deze feiten lees je zijn kwaliteiten als ras-evangelist op. De Joodse synagoge heeft hij waarschijnlijk alleen op de sabbat bezocht. In tegenstelling tot andere steden zoals Tessalonica en Berea woonden er maar weinig Joden in Athene. Dit verklaart ook waarom Paulus zich vanaf het begin tot Joden en heidenen wendde en onder beide bevolkingsgroepen evangeliseerde. Hij liet geen tijd verloren gaan om het Goede Nieuws bekend te maken!

One response to “Handelingen 17 : 16 – 34

  1. I see You’re actually a good webmaster. The website loading
    velocity is amazing. It seems that you are
    doing any unique trick. Furthermore, the contents are masterpiece.
    you’ve done a wonderful process in this topic!

    Similar here: <a href="[Link deleted]online and also here: <a href="[Link deleted]internetowy

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *