Abraham ( 5 )

Genesis 14 

We zijn op een tragisch dieptepunt van de geschiedenis van de wereld aangeland. De eerste oorlog brak aan. Vier koningen trokken ten strijde tegen vijf andere koningen.   De overlevering vertelt het meest over koning Kedor Laomer. De naam Kedorlaomer wordt vijf keer genoemd in de Bijbel en is van onbekende origine. Aangenomen wordt dat Kedor Laomer koning Kudurlagamar uit Elam was.  Deze naam betekent “dienaar van Lagamar”. Lagamar was een voorname Elamitische godin. In het Hebreeuws betekent de naam Kedorlaomer “handvol schoven”. Onder de regering van deze Kedor Laomer hadden de vijf steden die dicht bij elkaar in de vlakte van de Jordaan gelegen waren erg geleden onder de zware schattingen die ze betalen moesten. Bijna de totale opbrengsten van hun handel en hun land verhuisde richting het koninklijk paleis van Kedor Laomer. Na twaalf jaar waren ze het allemaal zat. Er ontstond een opstand en de vijf steden probeerden het zware juk van Kedor Laomer van zich af te schudden en hun oude vrijheden terug te krijgen. 

Vier koningen verenigden hun legers, verwoestten het omringende land en verrijkten zich met de buit ervan. ( vs 5 – 7 ) De strijd verliep uiterst voorspoedig. De volken van de Refaïeten, Zuzieten, en Chorieten werden achter elkaar overwonnen. De legers waren tot de rand van de woestijn gekomen, tot El – Paran. Daar hadden ze de Amalekieten verslagen. Het leek erop dat de overwinning zijn weerga niet kende! 

Toen begonnen de vijf koningen een tegenaanval. Ze vochten in het Siddim-dal bij de Dode Zee tegen de vier andere koningen. Helaas verloren ze de strijd. Er brak paniek in de legers uit en de soldaten sloegen op de vlucht. De koningen van Sodom en Gomorra vluchtten maar liepen zich vast in een moerassig gebied vol pek en teer. De overwinning was voor Amrafel van Babylonië, Arjoch van Ellasar, Kedor Laomer van Elam en Tidal van Goïm. 

Ze namen ook Sodom en Gomorra in en plunderden de hele stad. Ze namen alle rijkdommen met zich mee, en al het eten dat ze vonden. Ook Lot met zijn bezittingen werd buitgemaakt. Het leek erop dat zijn einde nabij was. Niemand zou ooit nog iets van hem horen of zien! Maar God dacht er anders over. Er kwam een vluchteling uit Sodom bij Abram. 

Hij vertelde wat er gebeurd was. Abram – die onder de eik bij Mamre een vaste woonplaats gevonden had – kwam gelijk in actie. Hij verzamelde alle slaven die konden vechten. In totaal waren het er 318. Als een echte herdersvorst was Abram het gewend om zich tegen allerlei rondzwervende roversbenden te verdedigen. Vliegensvlug verdeelde hij zijn personeel en gezin in groepen. Ze legden zich in een hinderlaag en wachtten tot het donker werd. Midden in de nacht vielen ze de nietsvermoedende koningen aan. Van vier richtingen kwamen ze aangestormd. De koningen werden overwonnen. Ze vluchtten naar de stad Choba, ten noorden van Damascus. Abraham verzamelde de hele buit en nam alles wat de koningen gestolen hadden met zich mee. Hij vond ook zijn neef Lot met al zijn bezittingen, zijn vrouwen en de andere krijgsgevangenen.

Abram bleek nu een man met grote moed te zijn. Hoewel hij in rust en vrede onder zijn eik had kunnen blijven zitten, deed hij dat niet. Hij versloeg zijn vijanden en redde zijn vrienden. Het is opmerkelijk dat de Bijbel het over zijn broeder Lot heeft. De onenigheid die hen ertoe had doen besluiten om uit elkaar te gaan, was vergeten. Abram redde niet alleen Lot, maar ook alle andere krijgsgevangenen. De Heere zegende de inspanningen die hij voor het leven van totaal onbekende mensen verrichtte.  Zo wil Hij ons nog steeds helpen bij alles wat we ondernemen als onze intenties puur en goed zijn. God blijft trouw aan wie trouw zijn aan Hem. Abram had geen last van zijn trots of ego. maar hij trok ten strijde. Hij gaf daarbij blijk van wijsheid, inzicht en strategisch beleid. Onder al zijn handelen lag het fundament van de liefde. Wanneer wij zo in het leven staan, dan is de Heere met ons. ( 1 Kor. 8 : 1 / 1 Kor 13 ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *