De schepping
Op de vierde scheppingsdag besloot de Heere om dag en nacht respectievelijk van een groot en klein licht te voorzien. Aan het grootste licht gaf Hij heerschappij over de dag, het kleinste zou licht geven aan de nacht. Bovendien zouden miljoenen twinkelende sterren aan het firmament verschijnen! In tegenstelling tot wat in andere scheppingstheorieën wordt verondersteld hebben zij niets goddelijks in zich, hoewel zij door de Heere gemaakt zijn. De zon is een ster die uit gaswolken is gevormd. Wetenschappers hebben ontdekt dat deze gaswolken zich voornamelijk in de spiraalvormige armen van sterrenstelsels bevinden. Wanneer in het heelal een gaswolk zich samentrekt ontstaan er op verschillende plaatsen in deze wolk gebiedjes waarin zich wat méér gas bevindt dan gemiddeld het geval is. Dit gebied vormt daarom meer massa en dus ook meer zwaartekracht. Hierdoor trekt zij gas uit de omgeving aan. Dit proces herhaalt zich steeds opnieuw! Het gas wordt dichter en compacter, en de temperatuur stijgt. Uiteindelijk is de temperatuur zò hoog dat er een kernfusie optreedt. Waterstofkernen worden gefuseerd tot heliumkernen. Er komt zoveel energie vrij dat het gas gaat stralen. Als dat gebeurd is de verdichting van het gas in evenwicht, en trekt niet langer samen. Er is een ster aan het firnament toegevoegd.
Op precies dezelfde manier is de zon uit een verdichting van een grote gaswolk ontstaan. Aan dit proces ligt het machtige scheppingsbesluit van de Heere ten grondslag.
De zon – als je daar verstandig mee omgaat – bevat heerlijke eigenschappen. Als ze schijnt wordt het warm. Zo is het ook met Gods liefde voor Zijn schepselen. Maar we kunnen niet in de zon kijken zonder blind te worden. Zo kan ook niemand buiten de Heere Jezus Christus God zien en leven. Zoals ieder mens de zon vanaf een veilige afstand kan zien,en daardoor levensvreugde en warmte in zich op voelt borrelen, zo is het mogelijk om gelovig op de Heere Jezus te zien, en te leven. In Gen. 32: 31 / Psalm 19: 5b / Psalm 84: 12a / Dan.6: 15 / Joël 2: 31 / Math. 24: 29 / Jes.60: 19 / Openb.21: 23 / Openb.22: 5 vinden wij allerlei Bijbelse uitspraken over de zon.
Ook de maan wordt op diverse plaatsen in de Bijbel genoemd.Diverse keren wordt ze met het geloof in verband gebracht. Openbaringen 12: 1 / Math. 24: 29/ Jes. 30: 26./ Jes. 60: 19 – 20 . Maar zij staat tevens model voor de tijd, en tijden in Psalm 104: 1,2, 19, 20. En eens bad Jozua of de Heere zon en maan stil wilde laten staan in het dal van Ajalon. Joz.10: 12 – 13.
Astronauten ontdekten op hun reis naar de maan dat de hemel inktzwart was. De profeet Jesaja heeft dit profetisch bevestigd in Jes. 50:3 “ Ik kleed de hemel met donkerheid.”
Aanbiddelijke almacht en grootheid van God! Die de grote lichten maakte – Eeuwig duurt Zijn trouw! De zon om te heersen over de dag – Eeuwig duurt Zijn trouw! Maan en sterren om te heersen over de nacht – Eeuwig duurt Zijn trouw! ( Psalm 136: 7-9)Zo scheidde de Heere het licht van de duisternis. ( Gen.1: 18 ) En God zag dat het goed was! Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de vierde dag.