Marcus 15: 22-29

Marcus 15:22-39 

Jezus werd aan Pilatus uitgeleverd voor een tweede proces dat bijzonder veel op het eerste leek. ( 14:53-65) Hij werd ondervraagd: “Bent U de Koning van de joden?’ Een andere vraag dan die van de hogepriester die gevraagd had:‘ Bent U de Messias?’ Opnieuw zou een vals proces uitlopen op een afgedwongen veroordeling. Natuurlijk wist Pilatus dat. Toch stond het hem niet in de weg om Jezus voor de tweede keer te veroordelen, te beledigen en te mishandelen. ( 15: 16-20) 

Christ carrying cross up Calvary on Good Friday over dark and stormy sky

Alle leerlingen waren verdwenen. Onbekenden waren er bij Jezus in Zijn laatste uren: Simon van Cyrene ( 15:21), Josef van Arimathea ( 15:43-46). De beschrijving van de kruisiging verwijst naar een aantal teksten uit het Oude Testament. Het verdelen van Zijn kleren naar Psalm 22:19, de voorbijgangers die met Hem spotten naar Psalm 22: 7,8. Het gebed naar Psalm 22:2 en de zure wijn naar Psalm 69:22. Ten slotte, toen Jezus volledig verlaten en overwonnen leek kreeg Hij bevestiging van God ( 15: 38) en van een heidense officier ( vs 39). 

De plaats waar Hij gekruisigd werd werd Golgotha genoemd. Hoofdschedelplaats een lugubere naam voor een uiterst lugubere plek. Het was de plaats waar gewoonlijk de terechtstellingen plaatsvonden. Jezus werd in alle opzichten met de misdadigers gerekend. 

De tijd waarop Jezus gekruisigd werd werd de derde ure van de dag genoemd. In de joodse tijdrekening was dat om negen uur `s morgens. 

De beledigingen die Hij moest ondergaan.
Het was de gewoonte dat ter dood veroordeelden een beker wijn te drinken kregen. Maar aan Zijn wijn werd mirre toegevoegd, een uiterst bitter kruid. Het zullen wel de Romeinen geweest zijn die Jezus te drinken wilden geven maar het zal niet hun eigen idee geweest zijn om dit te doen. Het gebruik is niet van de Romeinen bekend, maar van de Joden. Zij baseerden dit gebruik op Spreuken 31:6 waar staat: “ geef drank aan wie een kommervol bestaan leiden, geef wijn aan wie diep ongelukkig zijn.” 

Het is goed mogelijk dat de vrouwen deze beker aan Jezus aangeboden hebben. Maar Jezus weigerde die te drinken. Mirre had een pijnstillend en verdovend effect. Jezus wilde de straf voor de zonden volledig dragen. Misschien was Hij niet diep bedroefd, misschien zag Hij zelfs op dat moment door dood en lijden heen op de overwinning over de satan en alle hellemachten? 

De kruisiging was een straf die door de Romeinen werd gebruikt om de orde te herstellen in onrustige provincies van het rijk, zoals Judea. In de heidense wereld was het de meest smadelijke en onterende straf. Het Joodse strafrecht kende deze wrede manier van doden niet. Godslasteraars werden gestenigd en aan een hout gehangen, zodat iedereen kon zien dat zij vervloekt waren. ( Deut. 21:22). Handen en voeten van de veroordeelde werden aan het hout vastgespijkerd. Bloedverlies en uitputting zorgden voor het intreden van de dood. 

De soldaten die de kruisiging uitvoerden mochten de kleren van de veroordeelden hebben. Ze waren gewend om daarom te dobbelen. Grijnzend en drinkend verdeelden ze de tijd tot de veroordeelden gestorven waren. Ze hadden er geen notie van dat ze een profetie vervulden. (Psalm 22:17) “ Honden staan om mij heen, een woeste bende sluit mij in. Ze hebben mijn handen en voeten doorboord. Ik kan al mijn beenderen tellen. Ze kijken vol leedvermaak toe, verdelen mijn klederen onder elkaar en werpen het lot om mijn mantel.’

De uiteindelijke reden dat Jezus gekruisigd werd was dat Hij Zich de Koning der Joden had durven noemen. Het delict dat de veroordeelden op hun geweten hadden werd op een bord geschreven dat ze mee moesten dragen naar de plaats van executie. Ook de naam van de veroordeelde en Zijn afkomst werden vermeld ( Joh.19:19). 

Pilatus wist dat Jezus geen politieke of revolutionaire bedoelingen had. Hij moet de aanklacht ironisch bedoeld hebben, een steek in de richting van de revolutionaire Joden. Met deze daad maakte hij al hun pretenties met betrekking tot zelfbestuur belachelijk. En zo werd Jezus als de Messias gekruisigd. De overpriesters moeten dit begrepen hebben maar ze konden er niets aan veranderen. ( Joh. 19:21)

Er werden nog twee andere mannen gekruisigd, twee “ rovers’. Deze term werd door Flavius Josephus gebruikt voor oproerkraaiers. Waarschijnlijk hadden ze een moord gepleegd. Het kan zijn dat de Romeinse overheid veroordeelden liever presenteerden als rovers omdat dat beter overkwam bij het volk. Maar onschuldige nationalisten waren het bepaald niet. Zie ook Markus 15: 7 en 14: 48. 

Het kruis van de Heere Jezus werd niet apart opgesteld, maar midden tussen deze twee misdadigers. Zo werd de profetie van Jesaja vervuld: “Daarom ken Ik Hem een plaats toe onder velen en zal Hij met machtigen delen in de buit. Omdat Hij Zijn leven prijsgaf aan de dood, en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op. ‘ ( Jesaja 53:12). Jezus was uiterlijk niet van de andere gekruisigden te onderscheiden. Hij stierf vrijwillig als een zondaar tussen zondaren. 

Daar hing Jezus. Voorbijgangers lasterden Hem. Er werd niet achter Zijn rug om slecht over Hem gesproken maar recht in Zijn gezicht. De mensen riepen: ‘Ha!’ en gaven met dit woord uiting aan hun gespeelde verbazing en leedvermaak. Ze schudden hun hoofden als een verachtend honend gebaar. Ze kenden Jezus en wisten van de uitspraken die Hij had gedaan tijdens Zijn omwandeling op aarde. “Ach kijk nu toch eens! ‘ riepen ze vol leedvermaak. Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van het kruis af te komen. ‘ Ze hadden er geen notie van dat dat nu juist gebeuren zou. Zijn lichaam was de tempel waarover ze het hadden. Ook de hogepriesters en schriftgeleerden deden hieraan mee. “ Anderen heeft Hij gered maar zichzelf redden lukt Hem niet. Laat die Messias, die Koning van Israël nu van het kruis afkomen. Als we dat zien gebeuren zullen we Hem geloven. ‘ 

Daar hing Jezus. Hij wilde zelfs voor deze mensen sterven. Diepste liefde tegenover de diepste verachting en spot. Geen enkel wonder had de harten kunnen verzachten of in Jezus doen geloven. Nu beweerden ze dat dit laatste wonder hen zou doen laten geloven. 

Ook de twee moordenaars deden mee en beschimpten Jezus. Hij was alleen als rechtvaardige onder de zondaars. 

Vanuit de hemel keek de Vader toe. Hij die wolken lucht en winden bestuurt, de Almachtige, liet het midden op de dag donker worden. De duisternis viel over het hele land. Drie uur lang kon niemand een hand voor de ogen zien. De duisternis was niet zomaar een gevolg van donkere wolken die voor de zon schoven. Pascha viel altijd onder de tijd dat het volle maan was, dus het kon ook geen zonsverduistering zijn. De betekenis van deze duisternis vind je terug in het Oude Testament. De profeten beschreven de duisternis als oordelen van God. ( Joël 2: 2,10/ Amos 5: 20). 

Jezus had de toorn van God over de zonde op zich genomen. De toorn die over Hem kwam scheidde Hem van Zijn Vader. ( Jesaja 53: 6). Na drie uur zo geleden te hebben riep Jezus met een luide stem: “Mijn God Mijn God waarom hebt U Mij verlaten?‘ 

Niemand gaf er wat om. De duisternis had niemand tot inkeer gebracht. De roepende stem ook niet. De woorden in het Aramees klonken zo: ‘Eloï, Eloï, Lama, Sabachtani?‘ 

“Het lijkt wel alsof Hij de profeet Elia roept!’ spotten enkele omstanders. Er snelde iemand toe met een spons vol zure wijn. Hij stak de spons naar het gezicht van Jezus en probeerde Hem te laten drinken terwijl hij spotte: “ Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’ 

Vanwege de pijn en woede schreeuwden en tierden de veroordeelden het meestal uit. Maar Jezus deed daar niet aan mee. Hij schold of vloekte niet. Hij riep na drie uur duisternis wel met luide stem naar Zijn Vader. Nu slaakte Jezus een luide kreet en blies de laatste adem uit. “Het is volbracht! Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest! ‘ riep Hij. ( Joh. 19:30) 

Alles was volbracht. De Zoon van God gaf Zijn Geest over aan Zijn Vader in de hemel. Meestal verloren de gekruisigden vlak voor hun dood het bewustzijn. Maar Jezus niet. Zijn stem was niet verzwakt. Hij boog Zelf Zijn hoofd. Vol overgave en in volle kracht gaf Hij Zijn leven terug aan Zijn Vader op het moment dat Hij Zelf bepaalde. 

In de tempel in Jeruzalem gebeurde een wonder. Er waren daar een buitenste en binnenste voorhangsel. Die scheidde het buitenste van het binnenste van de tempel. Het allerheiligste van Israël was voor iedereen bereikbaar geworden. Jezus had die weg gebaand!

Op de heuvel Golgotha stond een centurio. Hij bekeek de terechtstelling van een afstand. Hij moest ervoor zorgen dat alle handelingen in goede orde verliepen. De hoofdman keek rond. Hij was eraan gewend om veel gevloek, getier en geschreeuw te horen. Onwillekeurig keek hij aandachtig naar Jezus. Dit heengaan was anders dan het sterven van andere gekruisigden, dat stond voor hem vast. Jezus was een vreemde voor de hoofdman. Hij kende hem niet. Maar hij moet natuurlijk alle spottende opmerkingen gehoord hebben. Daaronder die dat Jezus de Zoon van God was. Bijzonder, de man in het midden schreeuwde niet, en vloekte niet. De centurio zag Hem nog goede woorden spreken zelfs. De duisternis, de luide stem terwijl Hij stierf. Dit had hij nog nooit eerder meegemaakt. De ongebroken geestkracht en de overwinning in die uitroep! 

“ Werkelijk, deze mens was Gods Zoon. “ zei de hoofdman. 

   En zo was het ook.