Exodus 7: 26 / 8: 12

Exodus 7: 26 – 8 : 12
De kikkerplaag 

De Heer zei tegen Mozes: ‘ Ga naar de farao en zeg tegen hem: ‘Dit zegt de Heer: ‘ Laat Mijn volk gaan om Mij te vereren. Weigert u dat, dan straf Ik uw hele rijk met een kikkerplaag. De Nijl zal wemelen van de kikkers, ze zullen uit het water komen en uw paleis binnendringen. Tot in uw slaapkamer en uw bed toe, en ze komen in de huizen van uw hovelingen en van uw hele volk, zelfs in uw ovens en in uw baktroggen. Ze zullen ook op u en op uw volk en uw hovelingen springen.’ 

Toen zei de Heer tegen Mozes: ‘ Zeg tegen Aäron dat hij zijn staf geheven houdt boven de rivieren, kanalen en moerassen om overal in Egypte kikkers te voorschijn te laten komen. Toen Aäron zijn arm boven het water hield kwamen er kikkers uit: Heel Egypte werd eronder bedolven. Maar de magiërs bereikten met hun toverformules hetzelfde. Ook zij lieten overal in het land kikkers tevoorschijn komen. 

Toen ontbood de farao Mozes en Aäron. Bidt tot de Heere dat Hij mij en mijn volk van die kikkers verlost’ zei hij ‘ dan zal Ik het volk laten gaan om de Heer offers te brengen.’ Mozes antwoordde: ‘ Het is aan u te bepalen wanneer ik de Heer moet vragen om u, uw hovelingen en uw volk van de kikkers te bevrijden en ze uit de huizen te laten verdwijnen zodat er alleen in de Nijl nog kikkers overblijven. “ Morgen’ zei de farao. ‘ Zoals u wilt ‘ antwoordde Mozes. ‘ Dan zult u beseffen dat er niemand is als de Heer, onze God, want de kikkers zullen uit uw paleis en uit de huizen van uw hovelingen en uw volk verdwijnen, en er zullen alleen in de Nijl nog kikkers overblijven. Hierop verlieten Mozes en Aäron het paleis. Mozes riep de Heer en smeekte Hem de farao van de kikkerplaag te verlossen. En de Heere deed wat Mozes vroeg: overal in de huizen, op de binnenplaatsen, en op de akkers gingen de kikkers dood. Ze werden bijeengeraapt en op de hopen gegooid, het hele land stonk ervan. Toen de farao merkte dat het onheil verdwenen was, weigerde hij weer hardnekkig naar Mozes en Aäron te luisteren, zoals de Heer gezegd had. ‘ 

JHWH is het om het even om de allergrootste of allerkleinste schepselen te gebruiken om Zijn Goddelijke plannen door te laten gaan. Zijn doeltreffendheid wordt met de minste maar ook via de sterkste instrumenten tot uitdrukking gebracht. Mozes kreeg een nieuwe opdracht, hij moest de farao bezoeken en hem eerlijk vertellen wat de toekomst voor hem in petto had. Er zou een kikvorsplaag over het land komen. De Nijl zou wemelen van de kikkers. Normaal gesproken was het na elke overstroming van de rivier al een feit dat grote aantallen kikkers hun leefgebied verloren bij het opdrogen van de overstroming. Veel kikkers zochten dan een ander leefgebied, dieper het land in. Hun natuurlijk vijanden zorgden ervoor dat deze zwerm niet in een plaag ontaardde. Maar deze keer zou het anders zijn. De kikkerpopulatie zou onrustbarend toenemen, en alle beesten zouden een veilig heenkomen zoeken op het land. Ze zouden zonder aanzien des persoons alle huizen binnendringen, zelfs het koninklijk paleis zou geen uitzondering op de regel vormen. De plaag zou zulke exorbitante aantallen kikkers opleveren dat zelfs de ovens en baktroggen van de bakkers ermee gevuld zouden zijn. Een plek waar kikkers normaal gesproken niet over zouden peinzen om te komen,  ze zoeken liever koele wateroppervlakten op. De plaag zou meer dan lastig zijn, zou zelfs het dagelijks voedsel verontreinigen. 

God gaf duidelijke instructies. Aäron moest zijn staf uitstrekken over de wateren van Egypte. Een symbolisch gebaar dat aangaf dat de kikkers niet alleen uit de Nijl maar uit elke rivier, beek, meer of moeras van Egypteland op zou komen. De plaag zou zich over het hele land uitbreiden. 

Zo gebeurde het. Op bevel van JHWH strekte Aäron zijn arm uit, en het hele land werd overspoeld door kikkers. De farao verbleekte, maar gaf direct zijn tovenaars bevel om dezelfde actie uit te voeren. Nog meer kikkers vulden het land. Het gekwaak moet oorverdovend zijn geweest, en de legers kille dieren moeten de mensen met afschuw hebben vervuld. Langzaam drong het besef tot de farao door dat zijn tovenaars de plaag wel erger, maar niet minder konden maken. 

Daarom liet hij Mozes roepen om te onderhandelen. Wanneer JHWH de kikkers zou laten verdwijnen, dan zou het volk hun God mogen dienen in de woestijn. Mozes vroeg beleefd op welk tijdstip farao de kikkers weg zou willen hebben. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat de dieren gekomen waren vanwege de negatieve houding van de farao. De kikkers zouden ook alleen maar verdwijnen als die houding zou veranderen. Onwillig antwoordde de farao dat het de volgende morgen allemaal klaar moest zijn met die plaag, dan zou hij het volk weg laten trekken. Mozes zegde toe dat de kikkers zouden verdwijnen Het zou glashelder blijken dat alleen God in staat was om de natuur haar gewone beloop terug te geven. 

Met een rotsvast vertrouwen in hun God verdwenen Mozes en Aäron uit het paleis van de farao. Toen ze in hun eigen leefgebied aangekomen waren, wierpen ze zich neer voor de God van hemel en aarde en riepen Hem hartstochtelijk om het beëindigen van de plaag. En dat gebeurde. De kikkers gingen allemaal dood. Het hele land stonk naar de dode dieren. De rottende kikkers werden op grote hopen verzameld, het was in één woord een vreselijke bende.
Maar de plaag was voorbij.
Trouweloos en ondankbaar voor de verlossing keerde de farao echter terug tot zijn verharding. Hij verbood het volk Israël om weg te trekken. 

3 responses to “Exodus 7: 26 / 8: 12

  1. You are in point of fact a excellent webmaster.
    This site loading speed is incredible. It sort of feels that you’re doing any unique trick.
    In addition, the contents are masterpiece. you have performed a great
    job in this subject! Similar here: <a href="[Link deleted]zakupy and also here: <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *