Lucas 14 : 7 – 11

Jezus zag dat de andere gasten de beste plaats aan tafel uitzochten. Daarom gaf Hij hun dit voorbeeld: ‘ Als je uitgenodigd wordt voor een feestelijke maaltijd, ga dan niet op de beste plaats zitten. Want er kan een gast komen die belangrijker is dan jij. Als jij dan op de belangrijkste plaats zit, komt de man die het feest geeft naar jou toe. En hij zal zeggen: ‘ je moet opstaan voor mijn andere gast! ‘ Dan moet jij op de slechtste plaats gaan zitten, en lacht iedereen je uit. Als je uitgenodigd wordt, kun je beter op de slechtste plaats gaan zitten. Want dan komt de man die het feest geeft, naar je toe met de woorden: ‘ Beste vriend, kom hier op een betere plaats zitten! ‘ Dan zullen alle gasten zien hoe jij gewaardeerd wordt. Want God zal iedereen die zichzelf geweldig vindt, onbelangrijk maken. En juist mensen die zichzelf niets waard vinden, die zal God belangrijk maken. ‘ 

Jezus werd uitgenodigd voor een maaltijd. Zoals altijd overzag Hij met één blik de situatie. Hij was alwetend. Bij het aan tafel gaan was het Hem opgevallen dat iedereen zijn best deed om de meest vooraanstaande plaats in te nemen. Toen iedereen zat, nam Jezus het woord. Hij vertelde een gelijkenis. En riep daarbij het beeld op van een gastmaal, dat gehouden werd ter gelegenheid van een bruiloft. Bij een dergelijke maaltijd lagen de mensen op rustbanken, met de voeten naar achteren gestrekt. De gasten steunden op hun linkerarm. De tafelschikking was altijd nauwkeurig geregeld. Iedereen die de etiquette kende, hield zich daaraan. De belangrijkste plaatsen bevonden zich aan het hoofd van de tafel, of in het midden van de middelste rustbank, dicht bij de gastheer. Het was heel goed mogelijk dat er – nadat de mensen hun plaats ingenomen hadden – iemand kwam die belangrijker was dan zijzelf. Zou één van hen dan de beste plaats hebben ingenomen, dan zou hij in dat geval plaats hebben moeten maken voor degene die meer aanzien had. De ogen van alle gasten zouden op deze genodigde gericht zijn, en in de kring waarin ze zich bevonden zou iedereen een beetje lachen en de spot met de gast drijven, die nu een lagere plaats in moest nemen. Terwijl alle andere plekken al bezet waren, zou de gast nu helemaal achteraan en onderaan de tafel een plaats moeten zoeken. Het was de minst eervolle plaats, het verst bij de gastheer vandaan. 

Jezus hield de gasten aan tafel voor hoe te handelen. Ze moesten heel bescheiden die laatste plaats uitzoeken voor zichzelf, want dan zou het alleen maar mee kunnen vallen. De gastheer zou naar hen toe kunnen komen, en hen vriendelijk kunnen verzoeken om een andere plaats in te nemen, één die veel hoger in de tafelschikking was. 

Heel logisch allemaal. Maar Jezus had een diepere bedoeling met de gelijkenis. Met de gastheer uit de parabel bedoelde Hij Zijn Vader in de hemel, de Heere God. Met het beeld van het bruiloftsmaal doelde Hij op het feest van het voltooide Koninkrijk. Het feest waarvoor de Heere God ons uitnodigt. Wie op Zijn uitnodiging ingaat, moet er goed op letten op welke manier hij dat doet. Tegenover God kan een mens zich niet laten gelden. Een dergelijke houding is Hem een gruwel. ( Lucas 16 : 15 ). Maar wie gewoon is, oprecht, en een nederig hart heeft, zal door Hem hartelijk verwelkomd worden. ( Efeze 4 : 3 / Kol. 3 : 12 ) Zo is God. ( vgl. Lucas 1 : 52 / Jak. 4 : 10 / 1 Petrus 5 : 6 ) 

De Bijbel noemt geen enkele reactie van de aanwezigen. Misschien vonden ze het maar onzin. Want Jezus stelde de hoogmoed van farizeeën en wetgeleerden aan de kaak. Je moet niet vergeten dat er 7 groepen van farizeeën bestonden die elkaar wantrouwden, en tot op het bot toe bestreden. Zij bepaalden zelf wat goed en fout was. Ze gaven de gewone mensen het gevoel dat ze waardeloos waren. Jezus was in oorlog met deze mensen. Want ze legden strenge regels op hun schouders die ze zelf niet respecteerden of naleefden. Als je jezelf dit bedenkt, begrijp je de strengheid van Zijn woorden. Voor alle mensen die Hem vertrouwen, en op Hem hopen, is Hij een vriendelijk Ontfermer. ( Psalm 23 )