Op weg naar Pasen ( 2 )

Pesach ( Jozua 5 : 10 / 2 Kon. 23 : 21 – 23 / 2 Kron. 30 : 1 – 20 / 35 : 1 – 17 / Ezra 6 : 19 – 21 / Math. 26 : 1 – 2 / 17 – 29 / Marcus 14 : 12 – 25 / Lucas 22 : 7 – 38 / Joh. 2 : 13 – 25 / 11 : 55 – 56 / 13 : 1 – 30 ) 

We gaan op weg naar Pasen.
Pesach – zoals de Joden dit feest noemen –  is vanaf oude tijden het feest waarin het Joodse volk de uittocht uit Egypte herdenkt.
‘ Terwijl de Israëlieten nog in Egypte waren, zei de Heer tegen Mozes en Aäron: ‘ Zeg tegen de Israëlieten: ‘ Deze maand moet voortaan voor jullie de eerste maand zijn, de maand waarin het nieuwe jaar begint. Op de tiende dag van deze eerste maand moet elk gezin een schaap of een geit uit de kudde halen. Het mag een groot of een klein dier zijn. Dat hangt ervan af met hoeveel personen een gezin is en hoeveel iedereen eet. Misschien is een gezin te klein om een heel dier op te eten. Dan moeten ze samen doen met buren. Het dier mag een schaap of een geit zijn. Maar Het moet een mannelijk dier zijn van één jaar oud. Het dier moet gezond zijn en mag geen gebreken hebben. Het moet vier dagen apart gehouden worden. En dan, op de veertiende dag van de maand moeten jullie het dier slachten. Dat moet gebeuren wanneer het donker begint te worden. 

“Als het dier geslacht is moeten jullie wat bloed op de deurposten doen en op de balk boven de deur. dat moet gebeuren bij elk huis. Het vlees van het dier moeten jullie dezelfde nacht nog roosteren en opeten. Je mag het vlees niet rauw eten of gekookt, maar alleen geroosterd. Het dier moet in zijn geheel geroosterd worden, met de kop, de poten en de ingewanden. De volgende dag mag er niets van over zijn. Als er toch vlees over is, moet dat verbrand worden. Dat eten is de paasmaaltijd ter ere van de Heer. Jullie moeten snel eten. Je moet al helemaal klaar zijn om op reis te gaan: met je reiskleren aan, je riem om, je schoenen aan en een stok in je hand. ‘ De Heer zei verder: ‘In deze nacht zal Ik door Egypte gaan, Ik zal de oudste zoon in elk gezin doden. Ik zal ook het oudste jong van elk dier doden. Ik ben de Heer. Ik zal laten zien dat de goden van Egypte geen macht hebben. Ik straf de Egyptenaren met de dood. Maar jullie zal ik niet straffen. Het bloed aan jullie huizen is het teken dat jullie daar wonen. Als Ik bloed aan een huis zie, dan ga Ik dat huis voorbij. Voortaan moet deze dag voor jullie altijd een feestdag zijn. Dan moeten jullie denken aan wat Ik in Egypte gedaan heb, en feest vieren ter ere van Mij. Ook jullie nakomelingen moeten dit feest altijd vieren. Dan moeten jullie zeven dagen lang brood zonder gist eten. Op de eerste dag van de week moet je alle gist in je huis weggooien. Wie nog iets eet met gist erin mag niet meer bij het volk van Israël horen. Op de eerste dag en op de zevende dag van het feest moeten jullie bij elkaar komen om Mij te eren. Op die dag mag je niet werken, je mag alleen het eten klaarmaken dat je nodig hebt. Dit is het Feest van het Brood zonder Gist. Dat feest moeten jullie altijd blijven vieren. Het zal een herinnering zijn aan de dag dat Ik alle stammen van Israël uit Egypte bevrijdde. Zeven dagen lang moeten jullie brood zonder gist eten, van de avond van de veertiende dag tot de avond van de 21ste dag van de maaltijd. Zeven dagen lang mag er geen gist in huis zijn. Als je iets eet met gist erin, mag je niet meer bij het volk van Israël horen. dat geldt voor iedereen, ook voor vreemdelingen. Waar je ook woont, je mag niets eten dat met gist klaargemaakt is. ” ( Exodus 12 ) 

Pesach begint op de avond van de 14e Nisan ( maart / april ). Die avond wordt de Sederavond genoemd. In de dagen die daaraan voorafgaand wordt het huis ontdaan van elk snufje gist. De zoektocht naar gist wordt afgesloten met een speciale speurtocht naar gist op de dag voor Pasen. Van deze grondige reiniging van het huis stamt de grote voorjaarsschoonmaak af. Het hele ritueel heeft betrekking op de overhaaste uittocht uit Egypte, waarbij de Israëlieten geen seconde te verliezen hadden, en niet op het rijzen van het brood konden wachten. 

Het hele Pesachfeest, de Sederavond en alle voorbereidingen die getroffen moesten worden, zitten boordevol rituelen en symbolen. Binnen Israël duurde het Pesachfeest zeven dagen, maar buiten Israël 8. 

De tafel werd bijzonder feestelijk gedekt, en tot op de dag van vandaag zijn er nog speciale servetten en tafelkleden te koop voor deze bijzondere gebeurtenis. 

Tijdens de maaltijd wordt er uit de Haggadah voorgelezen. Dit is de vertelling die gaat over de uittocht uit Egypte en de instelling van het Pesachfeest. 

Terwijl de vader als hoofd van het gezin voorleest, stelt het jongste kind vier vragen, die gaan over de rituelen rondom de maaltijd. De antwoorden worden door de vader al lezend uit de Haggadah gegeven. 

De maaltijd bestaat uit zes speciale gerechten die in een bepaalde volgorde worden opgediend, en herinneren aan de Joodse slavernij en aan de nacht van de uittocht. Bij de maaltijd worden vier verschillende glazen wijn geschonken, die ook een speciale betekenis hebben. De rituele gerechten worden samen met andere feestelijke gerechten gegeten. Daarbij worden geen gewone tafelgesprekken gevoerd, alles draait om de herinneringen aan de tijd van Exodus 12. De maaltijd wordt tenslotte afgesloten door rituele onderdelen en zegenbeden uit de Haggadah. De Sederavond is een avondvullend feest, waarin alles heen wijst naar de uittocht en bevrijding uit de slavernij van Egypte. 

In deze instelling liggen wijze lessen opgesloten. De Heere vond het bijzonder belangrijk dat het verleden levendig bleef bestaan in de gedachten en levens van Zijn volk. Daarom blijft ook voor ons onze vaderlandse-  en kerkgeschiedenis uiterst belangrijk.  

De precisie van de organisatie van dit feest – tot in de kleinste details –  leert ons hoe de Heere alle details van ons leven in het oog en in handen houdt. Als zelfs de kleinste gistkorrel belangrijk voor Hem was, dan zijn wij dat zeker. Niets is voor Hem onbelangrijk. Wie dat beseft maakt al zijn gedachten en daden gevangen onder de heerschappij van de Heere Jezus Christus. 

De Pesachmaaltijd was vol symboliek, blijdschap afgewisseld met ernst, goedheid, schoonheid en aanbidding! ( wordt vervolgd )