Het negende gebod ( 6 )

Het negende gebod
De leugen van de Gibeonieten tegenover Jozua
Is een leugen om bestwil geoorloofd?
( Jozua 1 : 9 – 13 ) 

“ Uw dienaren komen uit een zeer ver land “  antwoordden ze. “ De naam van de Heer uw God heeft ons hier gebracht, want Zijn roem is bij ons doorgedrongen. We hebben gehoord wat Hij allemaal in Egypte heeft gedaan, en ook wat Hij met de twee Amoritische koningen ten oosten van de Jordaan heeft gedaan: koning Sichon van Hesbon, en koning Og van Basan, die in Astarot zetelde. Onze oudsten, en alle inwoners van ons land zeiden ons daarom proviand in te slaan en naar u op reis te gaan. Bij u aangekomen moesten we u onze onderwerping aanbieden, en u vragen een vredesverdrag met ons te sluiten. Kijk, dit is ons brood. We hebben het op de dag van ons vertrek als verse proviand uit onze huizen meegenomen, maar nu is het uitgedroogd en verkruimeld. En kijkt u eens naar deze wijnzakken: ze waren nieuw toen we ze vulden, maar nu zijn ze droog en gebarsten. En dit zijn onze kleren en sandalen: u ziet dat ze op onze lange tocht helemaal versleten zijn. “ 

De inname van het land dat vloeide van melk en honig verliep niet zonder slag of stoot. Tot nog toe waren de Kanaänieten in de verdediging geweest. De Israëlieten waren de aanvallers op Jericho en Ai. Maar hierna overlegden de koningen van Kanaän om Israël aan te vallen. Gezamenlijk beraamden ze een plan om een krachtige poging te doen de voortgang van de overwinnende legers te stoppen. Hoewel ze koningen waren van veel verschillende naties: Hethieten, Amorieten, Ferezieten enz, en ongetwijfeld verschillende belangen hadden en vaak met elkaar in oorlog waren geweest, besloten ze om zich als één man tegen Israël te verenigen. 

De Gibeonieten wilden vrede sluiten met Israël omdat zij gealarmeerd waren door de berichten die ze gehoord hadden over de verwoesting van Jericho. Andere volken hadden dit nieuws natuurlijk ook gehoord, en ze waren daardoor geprikkeld om oorlog te voeren tegen Israël. Maar al spannen de machthebbers samen tegen de Heere en tegen Jozua, zij werden toch verpletterd. De samenvatting in Jozua 11 : 19 – 20 geeft aan dat de volken met een verstokt hart de strijd aanbonden, zodat de Israëlieten hen konden uitroeien. 

Het horen van de berichten over Jericho en Ai deed de Gibeonieten anders besluiten. ( vs 3 ). Dit deden ze ondanks het feit dat hun stad groter was dan Ai, en hun manschappen goede strijders waren. ( Jozua 10 : 4 ) De Gibeonieten namen hun toevlucht tot een list. Ze vluchtten niet, maar wilden een verbond sluiten. Ze vermomden zich als gezanten en namen daarbij versleten zakken voor hun ezels mee, en versleten wijnzakken die gescheurd en weer dichtgebonden waren. Ze droegen versleten en opgelapte sandalen en ook hun kleren waren tot op de draad versleten. Al het brood uit hun mondvoorraad was oud en verkruimeld. Het was een armoedig gezelschap dat naar de legerplaats in Gilgal trok. Ze brachten Jozua de boodschap dat ze uit een ver land kwamen en dat ze graag een verbond wilden sluiten, een zogenaamd vazalverdrag. 

Jozua vroeg de mannen naar hun identiteit. “ Wij komen uit een heel ver land. We hebben gehoord wat de Heere uw God allemaal gedaan heeft. We hoorden over Zijn grote daden in Egypte. We weten maar al te goed wat de Heer gedaan heeft met de twee koningen van de Amorieten ten Oosten van de Jordaan: koning Sichon van Chesbon, en koning Og van Basan die in Astaroth woonde. Toen we dat allemaal gehoord hadden, stuurden onze leiders en de rest van het volk ons naar jullie toe. We moesten genoeg eten voor onderweg meenemen en dit zeggen: Wij doen alles voor jullie. Willen jullie vrede met ons sluiten? Kijk, dit is ons brood. Toen we vertrokken was het warm en vers. Maar nu  is het zo droog dat het uit elkaar valt. En deze wijnzakken waren nieuw toen we ze vulden. Maar nu zijn ze versleten. Ook onze kleren en schoenen zijn helemaal versleten door de lange reis. “ 

Zwijgend namen de Israëlieten het brood aan en bevoelden het. Inderdaad het was keihard en zo droog als gort.

Toen maakten ze een grote fout: ze raadpleegden de mond van de Heere niet. Ondanks het feit dat niet alle vragen beantwoord waren, was het de Gibeonieten gelukt om het vertrouwen van de Israëlieten te winnen. Jozua sloot een vredesverdrag en garandeerde de mannen dat hij hen in leven zou houden. De stamhoofden bevestigden dit met een eed. 

Maar na verloop van drie dagen schemerde de waarheid door. De Israëlieten kwamen erachter dat de stamhoofden niet uit een ver land kwamen maar dichtbij, in hun midden woonden. De vermoedens bleken toch waar te zijn. Drie dagen later bereikten de Israëlieten de steden Gibeon, Kefira, Beërot en Kirjat-Jearim. Dat waren steden van de Gibeonieten. Zo ontdekten ze dat de stamhoofden helemaal niet ver weg woonden. Ze woonden juist dichtbij. Maar toch doodden de Israëlieten hen niet. Want hun eigen leiders hadden hen plechtig beloofd om de Gibeonieten in leven te laten. Het was nodig om hen in leven te laten zodat er geen wraak van God over hen zou komen vanwege een verbroken eed. 

De Gibeonieten werden gespaard, maar ze werden gedwongen tot herediensten. Ze werden houthakkers en waterputters voor de Israëlieten. Jozua sprak een vervloeking over hen uit door te zeggen dat ze altijd dit slavenwerk zouden moeten blijven doen. 

In een reactie gaven de Gibeonieten aan dat ze zeker geloofden dat de Heere het hele land aan de Israëlieten zou geven, zoals Hij beloofd had. Ze vreesden hun eigen ondergang. Ze waren als de koning in de gelijkenis die zich afvroeg of het mogelijk was de strijd te winnen. ( Lucas 14 : 31, 32 ) Via een list stelden ze hun eigen leven in veiligheid. 

Het is opmerkelijk dat Jozua de Heere niet raadpleegde, terwijl bij de eerste aanval op Ai dat ook niet vermeld staat. De Bijbel moedigt ons aan om Gods raad te vragen. ( Psalm 25 : 4 / 86 : 11 / Filip. 4 : 6 / Jak. 1 : 5 ) De gebeurtenissen roepen hevige reacties op bij de bewoners van andere steden, zoals blijkt in Jozua 10. 

De leugen om bestwil spaarde het leven van de Gibeonieten, terwijl het verzaken van het raadplegen van de Heere Jozua veel onrust en extra strijd gegeven heeft. We hebben meer haast dan goede spoed als we in een zaak God niet met ons hebben en door woord en gebed eerst om raad vragen. 

 

 

2 responses to “Het negende gebod ( 6 )

  1. I see You’re actually a good webmaster. This site loading speed is incredible.
    It sort of feels that you’re doing any unique trick.
    Moreover, the contents are masterpiece. you’ve done a fantastic job in this
    topic! Similar here: <a href="[Link deleted]internetowy
    and also here: <a href="[Link deleted]online

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *