Moed!

Moed is een eigenschap waardoor je iets nuttigs doet dat veel anderen niet durven. Het is de afwezigheid van angst ten opzichte van personen, voorwerpen of situaties. Moed is de mogelijkheid om gevaar tegemoet te treden zonder angst. 

Goede moed draagt bijzondere aspecten in zich.
Christus is de bron ervan. 

“ Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft “ schreef Paulus. Hij wist wat het was om gebrek te lijden, maar ook wat het was om in rijkdom te leven. Overvloed en honger, rijkdom en gebrek, hij had het allemaal aan den lijve ondervonden. Door genade was hij overal tegen bestand. Dat was een proces dat hij geleerd had in de leerschool van het leven, een gevolg van zijn toewijding aan de dienst van Christus. 

“ U zult door Zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen. “ ( Kolossenzen 1 : 11 ) was de boodschap van Paulus aan de Kolossenzen. De Goddelijke almacht gaf kracht aan mensen en Hij schonk volharding zodat de mensen Zijn werk aan hun ziel toepasten. Zo maakte Hij de Kolossenzen gereed om vrucht te dragen voor Hem op een manier die Hem welgevallig was. 

Toen Johannes de Heere zag op het eiland Patmos viel hij als dood aan Zijn voeten neer, maar Hij legde Zijn rechterhand op hem en sprak hem moed in met de woorden: “ Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste. Ik ben Degene die leeft, Ik was dood maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de hel en van de dood en van het dodenrijk. “ ( Openbaringen 1 : 17, 18 ) Na deze woorden was Johannes in staat om de woorden van God aan te horen en op te schrijven. 

De bron van echte goede moed is altijd de Heilige Geest. 

Toen Jezus naar de hemel opgevaren was, was het niet zo dat iedereen in Hem geloofde als de Zoon van God. Integendeel, de Joodse leiders zochten de leerlingen die de mensenmenigte toespraken. Ze waren bijzonder ontstemd over het feit dat die eenvoudige vissers het volk onderwezen en de opstanding uit de dood verkondigden op grond van wat er met Jezus gebeurd was. Bovendien deden ze allerlei opzienbarende wonderen. Ze genazen een man die al jarenlang kreupel was. ( Handelingen 3 ) Toen de priesters, sadduceeën en de hoogste tempel officier dat hoorden, grepen ze de leerlingen vast en zetten hen gevangen tot de volgende dag omdat het al avond was. Maar het was al te laat:  van degenen die naar de toespraak van de leerlingen hadden geluisterd, bekeerden velen zich tot de Heere, zodat het aantal gelovigen uitgroeide tot ongeveer vijfduizend. De volgende dag vergaderden de leiders, de oudsten, en de schriftgeleerden  in Jeruzalem, samen met Annas de hogepriester, Kajafas, Johannes en Alexander, en alle mensen die tot de hogepriesterlijke familie behoorden. Nadat ze Petrus en Johannes in hun midden hadden laten plaatsnemen begonnen ze een verhoor met de vraag: “ Door welke kracht of in wiens naam hebben jullie die daad verricht? “ Ze weigerden om het een wonder te noemen. Toen kwam de Heilige Geest in Petrus, en Petrus zei met leeuwenmoed de waarheid: “ Leiders van het volk, wij moeten ons hier vandaag verdedigen omdat we een zieke man geholpen hebben. De man is genezen en jullie willen weten hoe dat komt. Mijn antwoord aan jullie en aan het hele volk van Israël is: Deze man die hier nu staat is weer gezond door de macht van Jezus Christus uit Nazareth. Jullie hebben Jezus gedood door Hem aan een kruis te hangen. Maar God heeft Hem uit de dood laten opstaan. Jullie dachten dat Jezus niet belangrijk was. Maar Hij is belangrijker dan alle andere mensen. Hij is de Redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de hele wereld die ons redden kan.” De Joodse leiders zagen dat Petrus en Johannes zonder angst over hun geloof vertelden. Daarover waren ze erg verbaasd. Petrus en Johannes waren maar eenvoudige mensen die niet veel geleerd hadden. 

De Joodse leiders wisten dat Petrus en Johannes volgelingen van Jezus waren. En ze zagen dat de zieke man beter geworden was. Ze wisten niet goed hoe ze op Petrus en Johannes moesten reageren. Uiteindelijk zeiden ze tegen elkaar: “ Wat moeten we met die mannen doen? Alle mensen die in Jeruzalem wonen weten dat ze een wonder gedaan hebben. Dat is voor iedereen duidelijk. Er zit niets anders op dan om dat toe te geven. Maar laten we hen verbieden om nog langer over Jezus te praten. Dan wordt Hij in ieder geval niet verder bekend gemaakt bij het volk. “ Petrus en Johannes hoorden de redevoering van de Joodse leiders aan. Het werd hen verboden om nog over Jezus te praten! Hun antwoord was: 

“ God zou het niet goed vinden als we naar jullie luisterden en niet naar Hem. Dat zijn jullie toch wel met ons eens? Dus er zit voor ons niets anders op dan door te gaan. “ Opnieuw verboden de Joodse leiders de mannen om over Jezus te spreken. Maar daarna lieten ze hen vrij, ze durfden hen geen boete of straf te geven. 

Het woord van God is vrij! Zijn leerlingen zijn vrijgemaakt door het bloed van het Lam. De Heilige Geest geeft hen moed en kracht om deze heerlijke waarheid door te geven. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *