Lucas 8 : 40 – 58

Jezus zette voet aan wal in Galilea en werd opgetogen verwelkomd. Iedereen had vol verwachting naar Hem uitgekeken. Onder de menigte bevond zich een leider van een synagoge, een zekere Jaïrus.  De man was ten einde raad omdat zijn kind, doodziek was. Intens verdrietig viel Jaïrus voor Jezus op de grond. “ Ga alstublieft mee naar mijn huis, mijn dochter gaat dood! “ riep hij vertwijfeld. Ze was zijn enig kind. 

Jezus willigde het verzoek van Jaïrus onmiddellijk in. Beide mannen baanden zich met moeite een weg door de mensenmenigte, die ietwat onwillig uitéén week. De leerlingen volgden. Tussen de mensen liep iemand die van God gekend was. Het was een vrouw die al 12 jaar lang bloed verloor. Ze voelde zich zwakker en zwakker worden, en had veel specialisten geraadpleegd. Geen enkel medicijn had haar kunnen helpen. Langzamerhand had ze naast haar gezondheid ook al haar geld verloren. De vrouw had nu  haar laatste hoop op Jezus gevestigd. Ze had over Hem gehoord, en was onvoorwaardelijk in Hem gaan geloven. Haar besluit stond vast, ze moest Hem ontmoeten, en geloofde voor zichzelf dat ze dat onopgemerkt kon doen. Als ze Zijn mantel aan zou raken, dan zou dat al genoeg zijn om beter te worden. Het moet zo zijn geweest dat God de Vader de weg van Jezus langs haar heen leidde, anders was het haar nooit gelukt om dicht bij Hem te komen. Terwijl Jezus langsliep op weg naar het huis van Jaïrus, zag ze kans om Zijn mantel aan te raken. Direct stopte haar bloeding. 

Gelijk daarop volgend hoorde ze Jezus vragen: “ Wie heeft Mij aangeraakt? “ NIemand zei iets. De vrouw had zich het liefst onbekend gehouden, omdat ze zich schaamde. Maar de Meester wilde het anders hebben. Petrus zei : “ Meester, deze mensen staan om U heen en iedereen raakt U aan! “ 

“ Nee, het is anders. Ik voelde dat er kracht uit Mij wegging. “ zei Jezus en Hij keek onderzoekend rond. 

Mensen die door de kracht van Jezus genezen zijn, moeten dat bekennen, want Hij weet het wanneer er kracht van Hem uitgegaan is, en Hij wil verheerlijkt worden, zodat nog meer mensen in Hem gaan geloven. De vrouw schaamde zich aan de ene kant voor haar vrouwenkwaal, maar kon aan de andere kant niet anders dan Jezus erkennen voor wat Hij gedaan had. Schuw kwam ze naar voren en viel voor Hem neer. Maar Jezus vond er niets vreemds aan. Hij had de mens gemaakt, kende elke spier, zenuw en bloedbaan van het lichaam. 

“ Wees gerust, dankzij uw geloof bent u gered. Ga maar rustig naar huis! “ zei Hij alleen maar. 

Terwijl de vrouw zich terug naar huis spoedde, kwam er iemand aan met een bericht voor Jaïrus. De man zei : “ Je kunt Jezus maar beter met rust laten, je dochter is gestorven, het is te laat. “

Bliksemsnel antwoordde de Meester: “ Wees niet bang Jaïrus! Je dochter zal gered worden als je blijft geloven! “

Als Jezus iets zegt dan geeft Hij tegelijkertijd de kracht om Zijn bevelen op te volgen. 

Jaïrus stortte niet in, zijn benen bleven hem dragen en hij liep met Jezus verder naar zijn huis. 

Jezus liet Zich niet uit het veld slaan. Hij stuurde de mensen die Hem gevolgd waren terug, maar Petrus, Johannes en Jakobus nam Hij met Zich mee het sterfhuis in. 

Toen ze binnenkwamen kwam het geluid van de klaagvrouwen hen al tegemoet. Alle mensen huilden en hadden verdriet. Niemand had nog enige verwachting van de komst van Jezus. Toen Jezus hen gebood te zwijgen, en hen bovendien verzekerde dat het kind sliep, lachten ze Hem cynisch uit. 

Maar de Heere nam haar hand vast en zei met luide stem: “ Meisje, sta op! “ 

Het wonder voltrok zich. De levensadem keerde terug op Gods bevel, en het meisje stond meteen op. Jezus gebood de mensen om haar iets te eten te geven. Verbijsterd keken ze toe. Ze mochten niemand iets vertellen over deze gebeurtenis. Daar zat een reden achter. De populariteit van Jezus nam geleidelijk toe, maar de grote massa had er moeite mee om Zijn ware identiteit en de betekenis van Zijn missie in te zien. Het nieuws van dit buitengewone wonder zou zonder twijfel een nog grote enthousiasme hebben veroorzaakt. Dat zou Zijn opdracht niet gemakkelijker maken. Het zou het risico in zich hebben om de tegenstand van de religieuze leiders te vergroten. Jezus wilde wonderen doen, niet om gezien te worden, maar omdat Hij Zelf de mensen zag. Hij zag hen als zielen die Hij wilde redden.

De natuur van Christus is voldoende om iedereen die een hart heeft, diep te raken. Hij rijst nog steeds boven de wereld uit. Zijn boodschap is nog steeds helder, Zijn medelijden nog steeds oneindig, Zijn bemoediging nog steeds effectief, Zijn woorden nog altijd vol wijsheid en liefde. 

We zouden absoluut verrukt zijn geweest over Zijn gezelschap. Hier was Iemand Die de onzelfzuchtigheid in eigen Persoon was, maar nooit zelfmedelijden had. Nederigheid kende, maar geen zwakheid. Vreugde, maar nooit ten koste van een ander. Vriendelijk, maar nooit toegeeflijk. Hij was een Man in Wie zelfs Zijn vijanden geen gebrek konden vinden. Wie Hem kende, zei dat Hij zonder zonde was. 

Jezus vervulde meer dan driehonderd profetieën, uitgesproken door verschillende mensen over een periode van meer dan vijfhonderd jaar, waarvan 29 op één dag, de dag dat Hij stierf. 

Jezus, is waarlijk de Zoon van God! 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *