Abraham ( 24 )

 Genesis 29 

De Goddelijke voorzienigheid reisde met Jakob mee richting het land waar de volken van het oosten woonden, en bracht hem naar het veld waar de kudden van zijn oom Laban gedrenkt werden. Op een dag zag hij vlak bij de weg in het veld een waterput. Er lagen drie kudden schapen omheen. De schapen lagen te wachten totdat ze water zouden krijgen. De put was met een grote steen afgedekt. In de oosterse verzengende hitte gingen de mensen  uiterst voorzichtig met de aanwezige waterbronnen om. Ze werden doorgaans goed afgesloten. Pas als alle kudden samengekomen waren kregen de dieren te drinken. Direkt daarna werd de put weer zorgvuldig dicht gemaakt.  

Jakob naderde de aanwezige herders en vroeg waar ze vandaan kwamen. Tot zijn grote verrassing bleken ze uit Charan te komen. Verwachtingsvol vroeg Jakob of ze Laban, de kleinzoon van Nachor kenden, en of ze wisten hoe het met hem ging. “ Het gaat goed met hem, kijk, daar komt zijn dochter Rachel net aan met de schapen.” zeiden de mannen. 

Jakob wist dat de kudden nog veel te vroeg waren want hij kende de oosterse gewoonten als geen ander. Beleefd vroeg hij de herders om de steen van de put te verwijderen zodat Rachel de vrije doorgang had en haar schapen te drinken kon geven. Maar daar was geen denken aan. “ Nee, in geen geval “ antwoordden ze beslist “ niet voordat alle kudden gearriveerd zijn. “

Jakob zag een jonge vrouw dichterbij komen. Zonder zich een ogenblik te bedenken liep hij op de put  toe, rolde de steen van de put en gaf de kudden van zijn oom te drinken. Hij was diep ontroerd dat de Heere zijn weg zo voorspoedig gemaakt had. Hij kuste zijn nicht Rachel en liet zijn tranen de vrije loop. Opgetogen vertelde hij het meisje dat hij een zoon van Rebekka, de zus van zijn vader was. Rebekka was even blij als Jakob en rende naar huis om het nieuws te vertellen! 

Laban keek Jakob eens aan en liet niets merken van zijn gedachten over het feit dat Jakob helemaal alleen en zonder noemenswaardige bezittingen bij de familie van zijn moeder was aangeland. Het was hem wel duidelijk dat zijn zus nog niet tot duizend maal tienduizend nazaten geworden was, en dat er ook nog geen enkele vijandelijke stad in hun handen gevallen was. ( Genesis 24 : 60 ) 

“ Het is duidelijk dat je familie van me bent! “ zei Laban toen maar. Hij heette Jakob hartelijk welkom. Het duurde niet lang of hij had in de gaten dat Jakob een harde werker was. Na een maand zei hij tegen zijn neef dat het niet nodig was dat hij zich gratis voor hem in het zweet werkte, alleen maar om het feit dat hij familie was. Hij deed Jakob het voorstel om een arbeidsovereenkomst te sluiten. Jakob mocht de voorwaarden zelf benoemen. 

Jakob hoefde zich geen ogenblik te bedenken. Hij had de dochters van Laban ontmoet en was stande pede verliefd geworden op Rachel. Zij was een mooi en aantrekkelijk meisje. Lea zei hem niet zoveel. De Bijbel benoemt het feit dat ze zachte ogen had. Zij moet dus een lief karakter gehad hebben. Het voorstel van Jakob was om zeven jaar voor Rachel te werken als hij daarna met Labans jongste dochter mocht trouwen. 

“ Ik geef haar liever aan jou dan aan iemand anders, ik ben het helemaal met de overeenkomst eens. “ En zo werd het lot van Rachel beslist. Zeven jaar lang werkte Jakob voor Rachel. De dagen vlogen om, Jakob zag elke dag zijn geliefde en had de beste tijd van zijn leven! Nadat de afgesproken tijd voorbijgegaan was stelde Jakob aan Laban voor om de bruiloft te regelen. 

Laban nodigde alle inwoners van de stad uit en organiseerde een groots feest. Toen aan het einde van de bruiloftsdag de zon onderging en het donker werd bracht Laban een gesluierde bruid in Jakobs tent. Jakob sliep met haar maar ontdekte de volgende morgen tot zijn verbijstering dat hij met Lea getrouwd was. Diep verontwaardigd riep hij zijn schoonvader ter verantwoording.  Laban vertrok geen spier maar zei doodleuk dat het in zijn omgeving de gewoonte was om eerst de oudste dochter uit te huwelijken. Hij wilde Rachel ook wel aan Jakob geven, maar dan moest hij nog zeven jaar bij hem blijven en voor hem werken. Jakob stemde toe. Wat had hij anders moeten doen? Hij had geen toekomst in zijn eigen familie en wilde geen ogenblik van de zijde van Rachel wijken. Na de bruiloftsweek kreeg hij de bruid voor wie hij gewerkt had. De Bijbel zegt niet dat hij een hekel aan Lea had, maar van Rachel hield hij echt. Zeven jaren gingen voorbij. Jakob werkte voor Rachel en hield van haar. De Heere zag hoe hij handelde en wandelde. Hij opende daarom de baarmoeder van Lea en gaf haar kinderen, terwijl Rachel lijdelijk moest toezien dat haar vruchtbaarheid uitbleef. 

Waarom had Lea ingestemd met het plan van haar vader? Ze moet veel van Jakob gehouden hebben, dat kan niet anders. Ze werd echter diep teleurgesteld, want Jakobs hart ging alleen maar naar Rachel uit. Toen Lea haar eerste zoon kreeg noemde ze hem Ruben. Ze drukte in de naamgeving haar hoop uit dat Jakob van haar zou gaan houden nu ze hem een zoon gegeven had. Het duurde niet lang of ze was opnieuw zwanger. Simeon werd geboren. Haar derde zoon noemde ze Levi. Zijn naam moest eveneens de hoop op de liefde van Jakob uitdrukken. Eindelijk toen ze haar vierde zoon het leven gaf loofde ze de Heere in zijn naamgeving:  “Juda! Nu zal ik de Heere loven!”  riep ze uit. Levi was het kind uit wiens bloedlijn de Heere Jezus Christus voort zou komen. 

Lea werd de moeder van Jakobs eerste vier zonen. Levi was de stamvader van koning David en de Heere Jezus. Er zouden nog twee zonen geboren worden. De helft van de stamvaders van de 12 stammen van Israël kwamen uit Lea voort. 

Het is opmerkelijk dat in de namen die Lea haar kinderen gaf de liefde voor haar man en de liefde voor de Elohim doorklonk, terwijl haar zus later haar kinderen namen zou geven waarin slechts de rivaliteit tot Lea door zou klinken! 

 ( De Bijbel in gewone taal, MH, SB ) 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *