Het lijden van Christus ( 8 )

Jezus liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: “ Konden jullie niet eens één uur met Mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in verzoeking komen. De geest is wel gewillig maar het vlees is zwak. “ Voor de tweede maal liep Hij van hen weg en bad: “ Vader als het niet mogelijk is dat deze beker aan Mij voorbijgaat, zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals U het wilt. “ Toen Hij terugkwam zag Hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal met dezelfde woorden als daarvoor. Daarna voegde Hij Zich weer bij de leerlingen en zei: “ Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? En dat terwijl het ogenblik nabij is dat de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Sta op, laten we gaan: kijk Hij die Mijn uitlevert is al vlakbij.” ( Matth. 26 : 40 – 46 )

Gebed is het aanbieden onze vragen maar ook van onze overgave aan God. Hoewel wij de Heere mogen bidden om een beproeving te voorkomen of weg te nemen, moet het onze belangrijkste bede zijn dat we genade krijgen om een beproeving te doorstaan. Jezus bad om van het naderend lijden verlost te worden, maar Hij bad daarbij of Hij Zich aan de wil van Zijn Vader mocht onderwerpen. Welk antwoord heeft Hij op dit gebed gekregen? Hij heeft absoluut niet tevergeefs gebeden. De Vader die Hem altijd hoorde heeft Hem nu zeker niet afgewezen. Hoewel de drinkbeker niet aan Hem voorbijging kreeg de Heere Jezus een antwoord op Zijn gebed. Want er staat: “ Hij werd versterkt met kracht in Zijn ziel.” Dat was een directe verhoring. ( Lucas 22 : 43 ) Uit de hemel verscheen een engel om Hem kracht te geven. Het antwoord was dat Jezus niet volkomen ontmoedigd raakte en de strijd opgaf.

Op een gegeven ogenblik eindigde Christus Zijn gebed en liep naar Zijn leerlingen toe. Het moet bijzonder ontmoedigend voor Hem zijn geweest dat Hij hen diep in slaap aantrof. Overal dreigde gevaar maar Zijn eigen mensen sliepen en reageerden totaal niet op Zijn zware geestelijke strijd. Terwijl de Meester streed om dingen waar hun eeuwig wel of wee van afhing, waren ze letterlijk en figuurlijk volkomen absent. De reactie van Jezus was opmerkelijk. Veel mensen die lijden worden negatief, dwars of boos. Hier tegenover bleek opnieuw het volmaakte karakter van Jezus. Tijdens het diepst van Zijn zielestrijd bleef Hij even zachtmoedig als altijd, en was er totaal niet toe geneigd om Zijn leerlingen iets kwalijk te nemen. Op het moment dat Hij het meest in beslag genomen werd door de aanvallen van de satan kwam Hij zorgzaam naar Zijn leerlingen toe. Want degenen die Hem gegeven waren droeg Hij in leven zowel als in sterven op het hart.

Jezus zag ze liggen. Moe van de lange voorbereidingen voor het Pesachmaal en het luisteren naar de ontelbare wijze raadgevingen van hun Meester tijdens de tafelgesprekken. Ontmoedigd door het onbegrijpelijke dat Hij zou weggaan. Ze waren in slaap gevallen. Jezus richtte Zich tot Petrus die gewend was voor allen te spreken. Nu moest hij voor allen luisteren. “ Kunnen jullie nog niet één uur met Mij waken? “ Eigenlijk was het een verbaasde vraag. Begrepen ze niet hoe ernstig de werkelijkheid er uitzag?

Tijdens de storm op zee was Hij naar hen toegekomen. Konden ze geen kleine tegenprestatie leveren, nu het Hij het zo moeilijk had? Het enige wat Hij van hen verlangde was om voor hun geliefde Rabbi wakker te blijven. Er naderde een uur van verzoeking, en dat zou razendsnel aanbreken. Maar de angst en pijn van Jezus waren voor Zijn volgelingen verzoekingen om Hem niet te geloven, en Hem te wantrouwen. Om Hem te verloochenen en te verlaten, en af te zien van iedere betrekking die ze met Hem hadden. Dit was niet iets wat ze verwacht hadden. Het leek totaal niet meer op een hemels koninkrijk. Er bestond gevaar dat ze in de valstrik van het ongeloof zouden komen. Daarom spoorde Jezus hen ertoe aan om te waken en te bidden. Nu zij sliepen hadden ze de kans gemist om met Hem verenigd in het gebed tot de Vader te komen!

Jezus vond Zijn discipelen. Het bleef helemaal stil. De vermoeide lichamen van de leerlingen hadden geen gelijke tred met hun geest gehouden. Ze namen de onontbeerlijke rust die hun oververmoeidheid van hen eiste. In de stilte kwam er een liefdevol woord. Het leek erop alsof Jezus hen verontschuldigde. “ De geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak. “ En zo was het ook.
Hoewel het er op leek dat ze slaperig en stil luisterden, en even later weer diep in slaap vielen heeft Hij hen daar de tweede keer niet opnieuw om bestraft. Toen Jezus hen in slaap vond, zei Hij niets meer. Opnieuw bad, worstelde, leed en streed onze Borg. Helemaal alleen. Zijn angstzweet veranderde in bloed. Diep en bitter lijden van een Onschuldige die wist dat Hij leed voor slapende mensen, en voor velen die nog steeds Zijn vijanden waren. Wie kan dat begrijpen?

Voor de derde keer naderde de Heere Jezus Zijn leerlingen. Nu ze door geen enkel woord van de Meester wakker gehouden konden worden, moesten ze door het naderend geweld ontwaken. “ Liggen jullie daar nog steeds? Sta op, want Hij die Mij verraad, komt eraan! “

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *