Tenslotte nog dit: ‘ Blijf op de Heer vertrouwen. Hij zal jullie steunen met Zijn grote macht. Gebruik Gods wapens en verdedig je daarmee tegen de slechte bedoelingen van de satan. Want we vechten niet tegen mensen, maar tegen machten en krachten die over de wereld willen heersen. We vechten tegen de leiders van de duisternis, tegen de hoogste kwade machten. Pak daarom de wapens die God jullie geeft. Dan kunnen jullie je verdedigen tegen de duivel op de dag dat hij aanvalt. En dan zullen jullie zijn aanval laten mislukken. Jullie moeten klaarstaan voor de strijd, net als soldaten. Maar dit is de manier waarop jullie moeten vechten: ‘spreek altijd de waarheid en doe altijd het goede. Breng aan iedereen het goede nieuws van de vrede. En houd je altijd vast aan je geloof. Want je geloof beschermt je als een schild tegen de brandende pijlen die de duivel op je afschiet. Vertrouw erop dat God je zal redden, want dat vertrouwen beschermt je als een helm. En de boodschap van God is je zwaard. De Heilige Geest zal je helpen om die boodschap kracht te geven. Pas goed op, blijf steeds bidden. Blijf God om hulp vragen. En laat je daarbij leiden door de Heilige Geest. Bid voor alle christenen, ook voor mij. Christus heeft vrede gebracht voor ons allemaal. Dat is de boodschap die ik aan iedereen vertel en waarvoor ik in de gevangenis zit. Bid dat ik dat goede nieuws toch verder kan vertellen. Vraag aan God of Hij mij de juiste woorden wil geven en mij zonder angst laat spreken. Want dat is de opdracht die Hij mij gegeven heeft. ‘
In dit bijbelgedeelte gaat het over de strijd die gelovigen moeten voeren tegen de kwade machten in de hemelse sferen. Toen Jezus stierf heeft Hij alle kwade machten in essentie verslagen, en er komt een dag waarop dat openbaar zal worden. Ook alle gelovigen zullen samen met Jezus in de hemelse sferen geplaatst worden. ( Efeze 2: 6)
Wie in Christus is, hoeft niet bang te zijn, want de Vader Zelf heeft de Heere Jezus deze positie gegeven. Hij is alle strijd, alle angst, al het verdriet en alle ellende te boven. Wij die hier op aarde leven zijn dat nog niet. De overheden en machten oefenen nog heerschappij uit over de ongelovigen. De kwade macht die de satan nog heeft, doet onafgebroken zijn best om ook de gelovigen die in Christus zijn, te verleiden. Zoals het water in een mui argeloze zwemmers naar de zee trekt en verhindert om veilig terug te keren, zo doet de satan dat ook. Hij trekt met alle mogelijke middelen aan onze ziel. Onafgebroken probeert hij ons in zijn macht te krijgen. Bovendien probeert hij er alles aan te doen om ons te verhinderen om tot Jezus te gaan.
Daarom liet Paulus hier de oproep uitgaan om sterk te blijven in de Heere. Hij gebruikte hier het grondwoord dunamouste- wat betekent: sterk uzelf, wees sterk, of laat u versterken. De oproep wordt in de gebiedende wijs van de tegenwoordige tijd gedaan. Dat geeft aan dat het om een blijvende opdracht gaat.
De gelovigen in Efeze hadden Christus door het geloof aangenomen, ze waren in de Heere maar ze moesten ook in Hem blijven. Ze hadden deel aan de kracht van Jezus’ opstanding, maar moesten voortdurend hun kracht in Hem blijven zoeken. In gemeenschap met God en in Zijn kracht konden ze de kracht van de Heilige Geest blijvend ervaren. Het zich voortdurend sterken in de Heer vind je ook terug in 1 Samuel 30: 6 en Zach. 10: 12.
Er wachtte nog lang geen rust voor de gelovigen, integendeel, er kwam strijd. Daarop moesten ze zich voorbereiden. Zoals een Romeins soldaat zich gereed maakte voor de oorlog, moesten ze een wapenrusting aandoen. Het was echter een totaal ander soort wapenrusting dan die van een aards soldaat. De wapenen waarmee ze ten strijde zouden trekken noemde Paulus: zachtmoedigheid, ontferming, goedheid, geduld, nederigheid. Al deze schitterende kwaliteiten moesten ze in overvloed ten toon spreiden. De wapenrusting kwam natuurlijk niet uit het menselijke hart van de Efeziërs, maar ze kwam bij God vandaan. Ze was van Hem afkomstig, en van geestelijke aard. Het doel van dit alles was niet moeilijk uit te leggen: het ging erom dat ze standhielden tegen het kwaad, en volhardden in het goede te doen. Dat tegenover alle listen, sluwe en gemene streken van de boze die onafgebroken aan het tergen was. ( methodeia)
Ze hadden in Efeze en in Korinthe te maken met de diaboloa- de satan. ( letterlijk: beschuldiger, lasteraar, duivel ). Hij is het hoofd van de in vers 12 genoemde machten. Het ging om duivelse machten die onder leiding van de duivel werkelijke tegenstanders van de gelovigen waren. De overheden en machten waren de wereldse gezagsdragers uit de tijd van de Romeinen, De term ‘ kosmokrator’ werd door de Rabbijnse literatuur ook wel aangeduid als ‘wereldveroveraars ‘ ( Nebukadnezar ) voor de doodsengel, en voor de satan zelf. De toevoeging: ‘ van de duisternis van deze eeuw’ benadrukt hun boosaardig karakter. Ten slotte was er de strijd tegen de ‘pneumatica’ dat zijn geestelijkheden, geesten die door de boze worden bestuurd. Al deze griezelige en kwade machten zijn actief in de hemelsferen. Ze nemen een plaats in onder christenen en de gemeente, maar staan boven de onbekeerde en zondig levende mensen op aarde. ( Efeze 2: 2 )
Paulus probeerde dat allemaal haarfijn uit te leggen, het was voor hem een erezaak om de gelovigen te waarschuwen en ze op te scherpen in het geloven. Ze moesten blijven staan in de positie waarin ze door de genade van Christus geplaatst waren.
Ze leefden in de ‘boze dag’ aldus Paulus. Dat zag er in eerste instantie op dat het geen goede tijd was waarin ze leefden, de heerschappij van Jezus was nog niet definitief. Het kon ook Paulus` bedoeling zijn geweest om aan te geven dat de gelovigen in de tijd leefden vlak voor Jezus` terugkomst op de wolken van de hemel. Dan zou de vervolging van christenen op z’n felst zijn ( Matth. 24: 21, 22, 29 ) En dan is het ook nog eens zo dat er in het leven van de individuele gelovige kwade en moeilijke dagen konden zijn. Dagen waarop ze niet wisten hoe het verder moest omdat ze zoveel moeite en strijd ervaarden. De psalmen staan vol met de beschrijving van dergelijke dagen.
Het was voor de mensen in Efeze noodzakelijk om hun wapenrusting in orde te hebben, zodat ze zich niet zouden laten overvallen door het kwaad. Ze moesten een vast vertrouwen hebben in de Heere God en in Zijn kracht en bescherming. Vertrouwen op God was als een veiligheidshelm die voorkwam dat ze zich te pletter zouden vallen. Met de woorden van God konden ze zich verweren tegen elke kwade macht. Dat is duizend maal beter dan woorden die ze er in boosheid uitgooiden, drift die ze anderen deed kwetsen, beledigen, en vernederen. Daarmee zouden ze niets winnen. Wij ook niet trouwens. Bid altijd, en vraag God altijd om hulp en bijstand. Realiseer je dat de vrede al is aangebracht, door Jezus.
De aanvallen van de boze machten hebben dikwijls als doel dat de verkondiging van het evangelie wordt gestaakt. Vervolgd worden om je geloof, omdat je woorden van Jezus spreekt, dat is bijzonder intimiderend en beangstigend. De vrede die tussen Christus en ons tot stand is gebracht, lijkt onder christenen soms ver te zoeken. Toch is dè Vrede een feit. Als je heftige onvrede of boosheid in je hart ervaart, is het goed om jezelf op Jezus te richten, en na te denken over de vrede die Hij voor jou heeft verworven. Geen strijd was zo intens, zo hevig, zo gemeen, zo op dood en leven. Maar Jezus heeft overwonnen. In Hem zijn wij altijd meer dan overwinnaars. Het kan je ook helpen om de situaties in de Bijbel op te zoeken waarin mensen om hun geloof vervolgd werden. Denk aan Daniël, of lees de moeilijke situaties waarin Paulus met zijn evangelisatieteam terecht kwam maar na. Lees hoe Johannes zich op Patmos gedroeg, en bedenk dat, waar de satan het felst aanvalt, Jezus bijzonder dichtbij is om te bemoedigen en te versterken.
Dan is er de strijd van de individuele gelovige tegen de zondemacht. Je kunt alleen maar staande blijven als je dichtbij Jezus bent. Hoe doe je dat? Lees in je bijbel en bid om Gods liefde, trouw, genade en barmhartigheid. Jezus hele dienst was ingericht naar het principe dat barmhartigheid de uiteindelijke betekenis is van Gods wet. Hij was de belichaming en openbaring van de rijkdom van Gods barmhartigheid. En dat is nog steeds zo, want Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. ( Hebr. 13: 8)
De plaats waar alle barmhartigheid van God bewaard is, dat is bij de troon van God. Hij deelt onze wapenrusting eindeloos uit. Bij Hem moeten we zijn. ( Jakobus 5:11 )