De spiegel

Jakobus 1: 23, 24 

Als je wel naar Gods woorden luistert, maar niet doet wat Hij van je vraagt, dan ben je erg dom. Dan lijk je op iemand die zichzelf in een spiegel bekijkt, en daarna meteen vergeet hoe hij er uitziet. ( Jakobus 2: 23, 24) 

Mensen die het Woord van God alleen maar aanhoren, maar er niets mee doen zijn als een man die `s morgens voordat hij naar zijn werk gaat in de spiegel kijkt. In de tijd van Jakobus kenden de mensen nog geen spiegels zoals wij die hebben. De spiegels die men had waren van koper of zilver, ze werden zo glad mogelijk opgepoetst, zodat de gebruiker z`n gezicht kon zien. Bepaalde schrijvers uit de oudheid – zoals Seneca – gebruikten dit beeld wanneer ze de levensstijl van de mens via een klinkend betoog onder de aandacht wilden brengen, of ter discussie wilden stellen. 

Jakobus – op zijn beurt –  legde meer de nadruk op het vluchtige karakter van het kijken in de spiegel. Zoals een man `s morgens vroeg snel in de spiegel kijkt om zijn toilet in orde te brengen   ( wij vrouwen doen daar veel langer over ) en er daarna snel vandoor gaat om aan het werk te gaan, zo is de mens die het Woord aanhoort, maar daarna gelijk vergeet. Er wordt niets met de beluisterde boodschap gedaan, het werkt niets uit in het hart van de hoorder. Er wordt geen snaar geraakt, er resoneert niets mee in het hart of de geest van de persoon.Na het aanhoren van de Woorden van God is er helemaal geen verandering te bespeuren. Terwijl de ontvanger van het Woord in de spiegel keek, had hij met de hulp van de Heilige Geest als leidraad consequenties kunnen trekken met betrekking tot de verdere levenskoers die God van hem verlangde. Maar helaas, er gebeurde niets. Geen verandering – alles bleef zoals het was.  

Tegenover het vluchtig zien stelde Jakobus het aandachtig kijken en luisteren. De grondtaal schildert ons iemand voor ogen die zich aandachtig naar een thora-rol overbuigt om die grondig te bestuderen. Op precies dezelfde manier moeten wij ons verdiepen in het Woord van God. Dit laatste gaat veel verder dan het aandachtig kijken in een spiegel, het betekent eigenlijk dat je vol overgave gereedstaat om Gods wil te doen. De wet van God is volmaakt, op één doel gericht. In zijn totaliteit vraagt ze ons leven helemaal. Als je dat gelooft, wordt die wet je dierbaar, want ze leidt je op tot een volmaakt leven. Je gaat er in essentie niet van uit dat het je toch nooit lukt om aan de eisen van de wet te voldoen, omdat je nu eenmaal een zondaar bent. Helemaal niet, je vraagt JHWH  hulp om zo te leven dat Hij zich over jou verheugt. 

Deze manier van horen, lezen, en bestuderen heeft een schitterende uitwerking. De wet van God wordt in je hart gegrift. Ze verandert je van binnenuit. Ze maakt je vrij voor een manier van leven die in al zijn facetten op de Heere gericht is. 

Omdat we maar mensen zijn is het noodzakelijk dat we ons altijd blijven verdiepen in de Heilige Wet van God. Zo alleen zal zij zodanig eigen aan ons worden, dat we werkelijk gaan doen wat JHWH van ons vraagt. We mogen niet vergeten dat elke zonde ervoor kan zorgen dat anderen ons geloof en onze godsdienst niet langer respecteren.