1 Samuël 16:7

De profeet Samuël kreeg van JHWH de opdracht om een nieuwe koning te zalven, nadat Saul ongehoorzaam aan God geboden was geweest. Samuël deed wat de Heere gezegd had. De leiders van Betlehem schrokken toen Samuël daar aankwam. ze gingen naar hem toe en zeiden: “Is het een slecht teken dat u hier komt? ” Maar Samuel zei: “Jullie hoeven niet bang te zijn. Ik ben gekomen om een offer te brengen aan de Heer. Jullie moeten je voorbereiden volgens de regels in de wet van de Heer. Dan gaan we daarna samen naar de plaats waar het offer gebracht wordt. “Samuel nodigde ook Isaï en zijn zonen uit. Hij hielp hen om zich voor te bereiden op het offer. ( 1 Samuel 16: 4-5)

Zeven zonen van Isaï hielpen bij de voorbereiding van het offerfeest. Maar niemand van hen was door God uitverkoren om de nieuwe koning van Israël te worden. ‘ Heeft u nog meer zonen?’vroeg Samuël aan Isaï. ‘ Jazeker, de jongste zoon is in het veld, hij hoedt de schapen en geiten’. antwoordde Isaï. De reden waarom David niet uitgenodigd was voor de offermaaltijd komt wat bevreemdend over. Misschien was hij gewoon vergeten. Er was natuurlijk iemand nodig om de schapen te weiden, die konden geen moment alleen gelaten worden. Wat in dit Bijbelgedeelte vooral sterk naar voren komt is het feit dat God de jongste zoon uitkoos. Met deze keuze liet Hij zien dat Hij Zijn doel niet bereikte via menselijke kracht, maar eerder door de weg van menselijke zwakheid. 

Samuël gaf opdracht om deze zoon direct te laten halen. De offermaaltijd mocht pas beginnen als iedereen aanwezig zou zijn. David werd vervolgens positief omschreven. Hij was rossig, had mooie ogen en was knap om te zien. Het woord ‘ rossig ‘ of ‘ rood van aanzien’ wordt door de ene Bijbelverklaring vertaald als ‘ roodharig’ maar er zijn ook verschillende verklaringen die deze uitdrukking zo verklaren: ‘ een blanke huid, waar het bloed doorschemert’ . Dit laatste lijkt waarschijnlijker omdat de Joden allemaal donkerharig zijn. Hoewel hij de jongste zoon was, kon David niet echt heel jong zijn geweest. Hij had al met een leeuw en een beer gevochten en kon met recht een strijdbaar man genoemd worden. ( 1 Samuël 16: 18/ 17: 34-36). 

 

Op hetzelfde moment dat Samuël David zag, hoorde hij de stem van God die hem de opdracht gaf om deze zoon van Isaï te zalven. Zonder aarzelen pakte de profeet de hoorn met olie en zalfde David. 

Niemand had het gedacht, Samuël zelf ook niet. Toen Eliab met zijn rijzige gestalte als eerste zoon binnenkwam, dacht Samuël dat hij de aangewezen persoon was om koning te worden. Hij wilde zijn hoorn met olie al pakken, maar JHWH zei tegen hem: ‘ De mens kijkt naar het uiterlijk, de Heere naar het hart.’ De onderliggende betekenis van deze woorden is:  ‘ Ik zoek een man naar MIjn hart. Een man die Mij volledig is toegedaan, die Mijn wil doet.’( 1 Samuël 13: 14). 

 

Het blijkt duidelijk dat alleen de Heere in staat is om het hart van een mens te beoordelen. Samuël dacht aan Eliab, en Isaï stelde al zijn zonen voor, maar de Heere kende en koos David. 

Er ligt een les besloten in deze keuze van God. Wij mensen denken in uiterlijkheden en kwaliteiten, in verstand, begaafdheid, kennis en intelligentie. Maar de Heere kijkt of wij Hem met ons hele hart zijn toegedaan. Dat vindt Hij het allerbelangrijkste. Dit moet ons streven zijn, in alles wat wij doen en laten: doen we Zijn heilige wil? Leven we volgens Zijn wet? (zie ook psalm 119)