Mattheüs 23: 37-38

En Jezus zei tot hem: ‘Gij zult liefhebben de Heere uw God met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk is: ‘ Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.’ 

Onze Heere Jezus Christus heeft nooit één zonde gekend of gedaan. De woorden die Hij sprak liepen over van wijsheid. Zelfs toen Hij oordelen aan moest zeggen, was Hij vol ontferming en medelijden. ‘ Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen vergaderen zoals een vogels haar jongen onder haar vleugels verzamelt’ verzuchtte Hij. Qua vorm zit deze uitspraak vol profetie en wijsheid. Jezus sprak niet alleen als Goddelijke Profeet maar ook als de Goddelijke Wijsheid. 

Het Jodendom was bekend met de traditie om Jeruzalem aan te spreken als de moeder van Israël. De Israëlieten waren in het verlengde van deze uitspraak de kinderen van Jeruzalem. 

Het beeld van de vleugels van een vogel wordt in het Oude Testament vaak gebruikt om bescherming en veiligheid aan te duiden. Bescherming van God om precies te zijn. ( Deut 32: 11-12 / Ruth 2: 12). 

De woorden die Jezus sprak, het verzamelen, doen denken aan de Oudtestamentische verwachting van de wederkomst in de Eindtijd. ( Psalm 102: 23 / 106: 47/ vgl. Matth. 24: 31). 

Het was er Jezus dus niet alleen om te doen om de inwoners van Jeruzalem te bereiken, Hij had het hele volk Israël op het oog. Hoewel Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde niet anders heeft gedaan dan uitnodigingen om tot Hem te komen, heeft het merendeel van de Israëlieten Hem afgewezen. Dat stond Jezus niet in de weg om de hele wet samen te vatten onder twee principes, een combi van Deut. 6: 5 en Leviticus 19: 18B. 

‘Vandaag zal Ik jullie de regels van de Heer geven. Onthoud ze goed, vergeet ze niet! Zorg ervoor dat jullie kinderen ze goed leren. Blijf ze herhalen, thuis en onderweg, als je naar bed gaat en als je weer opstaat. / Houdt evenveel van de mensen om je heen als van jezelf. Ik ben de Heer je God.’

Deuteronomium 6: 5 is een onderdeel van het Joodse ‘sjema’ – het Hebreeuwse ‘hoor’. De laat-Joodse geloofsbelijdenis die elke Israëliet `s morgens en `s avonds moest reciteren. 

‘U zult de Heere, Uw God liefhebben’ zei Jezus. Het ging om de God van het verbond. De God die beloofd had om Zijn volk nooit te verlaten. Voordat er iets van ons begon te leven had Hij ons al lief. Lang voordat wij tot bekering kwamen en Hem begonnen lief te hebben had Hij ons lief met een volkomen liefde. 

God liefhebben met geheel je hart, dat heeft iets volkomens in zich. Een volkomen overgave en toewijding. Er is geen plaats voor lauwheid of halfslachtigheid. In ons hart liggen onze emoties opgeslagen. Liefde is er het belangrijkste van. Daarnaast is de ziel het centrum van onze persoonlijkheid. Liefhebben met onze ziel betekent: liefhebben met de kern van ons zelfbewustzijn, met onze wil. 

1 Johannes 3: 18 zegt: ‘ Vrienden, we moeten anderen laten merken dat we van hen houden. Niet door mooie woorden maar door daden die Gods waarheid laten zien.’ Ons verstand is belangrijk in verband met het liefhebben in waarheid. Dat wil zeggen overeenkomstig de geopenbaarde wil van God. 

De Heere Jezus gaf ons niet alleen een samenvatting met een opvoedkundige ondertoon, het was veel meer dan dat. Hij wilde een prioriteit stellen. Het liefhebben van God is het grootste, maar ook het belangrijkste gebod. Het eerste in de rangorde binnen het Koninkrijk van God. Dit gebod is het begin en het basisprincipe van alle christelijke ethiek.