Galaten 2:19, 20

Want ik ben gestorven door de wet, en leef niet langer voor de wet maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd, ikzelf leef niet meer maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God die mij liefgehad heeft en zich voor mij heeft prijsgegeven. 

Achtergrondinformatie

Om de brief aan de Galaten te begrijpen moet je eerst twee vragen over de historische context beantwoorden. Waar liggen de gemeenten precies aan wie Paulus zijn brief schreef? 

Wie waren zijn tegenstanders, die hij in de brief aan de Galaten ‘ tegenstanders van het Evangelie’ noemde? 

Paulus schreef zijn brief aan de gemeenten in Galatië. In zijn tijd kon deze naam twee gebieden aanduiden. 

  1. De oude landstreek Noord-Galatië. Hier woonden immigranten van Keltische oorsprong, de zogenoemde Galaten. Zij hadden zich rond 230 v. Chr. in het Frygische gebied in het centrum van Klein-Azië gevestigd, rondom Ancyra, het huidige Ankara. Dat was ook de hoofdstad van hun rijk. In 189 v. Chr. werden ze overwonnen door de Romeinen en sinds die tijd waren ze bondgenoten. Ze bleven tot 25 v. Chr. onafhankelijk. 

Ook de stelling dat de gemeente in Zuid-Galatië ligt telt veel aanhangers en kan met goede argumenten onderbouwd worden. 

  • In Handelingen 13 en 14 wordt beschreven hoe het evangelie in Zuid-Galatië verkondigd is. 
  • Het lijkt er op dat in Handelingen 16: 6 en 18: 23 niet Noord-Galatië bedoeld wordt. De grammaticale constructie van de Griekse zin kan ook vertaald worden als ‘Frygisch Galatië’ ( Handelingen 16: 6 ) en als Galatische streek in Frygië ( Handelingen 18: 23). Deze gebieden liggen in Zuid- Galatië. Archeologische vondsten langs de wegen in het Romeinse rijk en in Klein-Azië lijken te bevestigen dat Paulus langs Frygisch Galatië is gereisd en niet naar Ancyra heeft kunnen gaan. Paulus zou dus nooit in Noord-Galatië geweest zijn. 

De stelling dat de gemeenten waaraan Paulus schrijft in Zuid-Galatië liggen komt beter overeen met wat er in Handelingen staat over de bezoeken die Paulus aan Jeruzalem gebracht heeft. 

Bij de kwestie wie precies de tegenstanders van het evangelie waren kun je globaal drie verschillende benaderingen onderscheiden. 

Voor sommigen waren de mensen die de gemeenten in verwarring brachten ‘Judaïsten’ christenen uit het Joodse volk die uit Judea afkomstig waren en voor wie het onderhouden van de wet van Mozes een voorwaarde was om een goed ‘ christen ‘ te zijn. 

Anderen zijn van mening dat de onruststokers behoorden bij twee verschillende groepen die tegenover elkaar stonden. De gemeenten zouden van twee kanten aangevallen worden, de ene zou het Judaïstische front zijn, en de andere zou precies het tegenovergestelde in praktijk brengen. Die zou namelijk de christelijke vrijheid ten aanzien van de wet als dekmantel gebruiken om zich uit te leven in allerlei schandelijke praktijken. Nog weer anderen menen dat deze onruststokers als dwaling hadden dat ze wetticisme en vergeestelijking van het leven combineerden:  ze zouden de wet van Mozes willen aanpassen aan het Griekse gedachtegoed door van de besnijdenis een soort inwijdingsritueel te maken in een godsdienst die op zoek was naar geestelijke extase. In de brief komen we de onruststokers telkens weer tegen maar nergens wordt gezegd wie het precies waren. 

Paulus liet zich door vriend noch vijand van de wijs brengen, en kweet zich weer eens uitstekend van zijn taak als dienaar van het woord. Hij legde haarfijn uit wat nu precies de bevrijdende werking van de wet was. ‘ Het bevrijdende van het Evangelie is dat ik niet meer onder de macht van de wet sta’ zei hij. ‘ Daar moeten we ons niet opnieuw onder plaatsen, want dan zal met de macht van de wet de macht van de zonde ook weer evenveel macht over ons krijgen. Wie principieel de macht van de zonde een plaats geeft als voorwaarde voor het ontvangen van Gods heil, stelt daarmee Gods genade buiten werking en ook de manier waarop God Zijn gerechtigheid heeft geopenbaard in Christus Jezus. Hier is het óf Gods genade, óf de wet. Met het kiezen voor de wet bereiken we nooit de gerechtigheid van Christus. We plaatsen ons buiten Christus.’ aldus Paulus. 

‘ Ik ben voor de wet gestorven’ zei Paulus. ( Romeinen 7: 6 / Galaten 3: 25) En zo was het ook. Paulus was voor de wet gestorven om voor God te leven. De wet spreekt de vloek uit over mensen die deze wet niet houden. ( Galaten 3: 10 ) Deze vloek heeft Christus aan het kruishout op zich genomen. ( Galaten 3: 13). Door het geloof in Hem krijgen we deel aan het leven dat Hij door Zijn dood verworven heeft. 

We sterven met Hem, om door Hem weer op te staan in een nieuw leven ( Romeinen 6: 6). Zo worden wij door alles wat Jezus voor ons heeft gedaan overgezet van de macht van de satan naar het leven voor God. Hij spreekt Zijn rechtvaardigend oordeel uit over alle mensen die in Christus Jezus zijn. Er is een wonder gebeurd. Ons oude ‘ ik ‘ is voorgoed verslagen, en ons nieuwe ‘ ik ‘ begint te leven. Dit nieuwe leven krijgen we van de Heere Jezus Christus. Onze existentie wordt niet meer door onszelf maar door Christus bepaald. 

Zolang wij hier op aarde zijn blijft er echter een bepaalde spanning tussen ons oude ‘ ik ‘ en ons nieuwe ‘ ik’. Er blijft altijd een geestelijke strijd. We leven in een sterfelijk lichaam terwijl we in het geloof verbonden zijn met de Zoon van God en met het leven met Hem dat verborgen ligt in Hem. ( Kol.3: 3) 

Veel mensen zijn zich er helemaal niet van bewust dat de keuze die wij in ons leven maken van eeuwige betekenis is. Als je Jezus Christus en het offer dat Hij gebracht heeft afwijst – het offer dat Hij in onze plaats de straf die wij verdienden op Zich genomen heeft – zul je zelf veroordeeld worden tot deze eeuwige straf. 

Niemand wil die straf ondergaan. Alle mensen verlangen naar vrede. Christenen weten dat er een vrede is die alle verstand te boven gaat. Die vrede ligt vast verankerd in het geloof in Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, krijgt vergeving van zonden en durft zijn hart en leven in Zijn hand te geven. Jezus weet, begrijpt en overziet alles. Hij zal er altijd zijn. Hij heeft ons lief met een eeuwige liefde. Het is geweldig mooi en van eeuwigheidswaarde om deze God te kennen. 

Nederland Zingt: Psalm 34 – YouTube

Opwekking 184 – YouTube