De ziel ( 8 )

Geest: de menselijke geest of ziel. Het denkende, voelende en willende deel van de mens. Onderscheiden van het lichaam.
C : De toestand waarin onze ziel kan verkeren. 

De toestand van de ziel kan volkomen divers zijn. Enkele toestanden van de ziel, en wat de Bijbel daarover te zeggen heeft. 

  • nederig ( Jesaja 57 : 15 ) 
  • onderworpen ( Num. 14 : 24 ) 
  • standvastig ( Psalm 51 : 12 ) 
  • vol wijsheid ( Deut. 34 : 9 / Daniël 4 : 6 ) 
  • zacht ( 1 Petrus 3 : 4 ) 

Nederig: 
“ Dit zegt Hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid – heilig is Zijn Naam: In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verlagen hart tot leven komt. “ 

De tekst uit Jesaja komt vanuit een bijzondere context. Aansluitend op de verkeerde manier verdorven manier waarop Israëls geestelijk leiders leefden beschrijft het profetenboek van Jesaja een aanklacht over heidense cultische gebruiken die ook gangbaar waren onder de Israëlieten. De profeet Jesaja sprak gelukkig niet alleen een oordeel uit, hij wees ook een uitweg. Voor wie bij God schuilde, gold een onverminderde oude landbelofte, en de uitnodiging om te komen tot Gods heilige berg. ( Jes. 57 : 13 / Jes. 56 : 7 ) Hoewel de Heere verheven is, en in de eeuwigheid woont – Hij is verheven boven plaats en tijd – woont Hij ook bij de verslagen en verdrukte ziel, om die te laten opleven. ( vs 15 ) God geneest, leidt en troost wie treurt ( vs 18 / Jes. 40 : 1 – 2 ) Herstel en verademing typeert ook de verdrukte ziel in het Nieuwe Testament ( Matth. 11 : 28 – 30 / Joh. 1 : 14 ) Zo zien we de eeuwige liefde van de Heere die Hem ertoe drijft na een onvermijdelijk oordeel de zielen van Zijn volk weer te hulp te komen. 

Dit beeld kun je ook toepassen op de situatie van onze ziel. Een ziel die door de Heere overtuigd wordt van zonde, heeft genezing nodig. Bij een dergelijke ziel wil de Heere wonen. Hij houdt van een nederige ziel.

Onderworpen aan de wil van God
“ Maar Mijn dienaar Kaleb, die door een andere geest bezield was, en Mij volkomen trouw is gebleven, hem zal Ik brengen naar het land waar hij geweest is, en zijn nakomelingen zullen het erfelijk bezitten. “ ( Numeri 14 : 24 ) 

Kaleb wordt in Numeri 14 door de Heere “ Mijn dienaar “ genoemd. Hij volgde de Heere volkomen, hij had een andere geestesgesteldheid dan zijn tijdgenoten en mocht het beloofde land binnentrekken. 

In de beschrijving van zijn karakter komt naar voren dat zijn geest verschillend was van die van de andere verspieders. Een geest die hem een helderder inzicht verschafte, zodat hij volhardde om de Heere na te volgen. Hoewel Kaleb door de andere verspieders in de staak gelaten en bedreigd werd, bleef hij standvastig. In vers 30 zie je dat Jozua naast hem stond en omringd werd met dezelfde gunst en gekroond werd met dezelfde eer. Beide mannen volgden en dienden God. 

Standvastig
“ Schep o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. “ ( Psalm 51 : 12 )
De dichter van psalm 51 had de hand van God als drukkend op zijn leven ervaren, wat in zijn diepe berouw tot uiting kwam. Hij verlangde ernaar dat zijn pijn verdween, dat hij weer in Gods gunst zou worden aangenomen en de vreugde van de Godsdienstige feesten weer zou mogen meemaken. Het hart wordt gezien als het centrum van het wezen, als bron van de gedachten. In de parallelle zin wordt gesproken van de vernieuwing van een standvastige geest. Je kunt hierbij denken aan het effect van de herschepping waardoor het effect van de zondeval en de doorwerking van de zonde door de generaties heen teniet wordt gedaan. In dat opzicht blikt de psalm verder dan het leven, en geeft  een doorkijk naar Gods toekomstige koninkrijk. 

Vol wijsheid
“ Ze luisterden naar Jozua, de zoon van Nun, omdat hij vervuld was van de geest van wijsheid sinds Mozes hem de handen opgelegd had. “ ( Deut. 34 : 9 ) 

De geest van wijsheid was in het Oude Testament de gave die nodig was om het volk Israël op de juiste wijze te leiden. ( vgl. 1 Kon. 3 : 7 – 12 ) Je leest uit Deut. 34 op dat zowel Mozes als Jozua van de geest van wijsheid vervuld waren. 

Ze waren vertrouwd met God, kenden de Heere van aangezicht tot aangezicht. Waren bevoorrecht door de hemel en hadden grote invloed op aarde. Door hen gaf God Zijn wetten en regels aan het volk door, en vormde Hij de Joodse kerk. 

Wanneer onze geest toegewijd is aan God dan vult Hij ons met wijsheid en inzicht, van moed, kracht en bekwaamheid om een geestelijk leider van formaat te zijn. 

Nebukadnezar zei : “ Ten slotte ontving ik Daniël, die de naam van mijn god Beltesassar draagt, en in wie de geest van de heilige goden woont. Beltesassar, eerste onder de magiërs, ik weet dat de geest van de heilige goden in u woont en dat u elk mysterie kunt ontraadselen. “ ( Dan. 4 : 5, 6 ) 

Veel mensen maken van Gods Woord hun laatste toevluchtsoord, maar Daniël leefde in alle opzichten naar Gods Woord. Dit gegeven maakte hem uniek, en schonk zijn ziel heiligheid en grote wijsheid. Hoewel hij in ballingschap verkeerde, volhardde hij in zijn godsdienst. Ze mochten zijn naam veranderd hebben, maar niemand kon zijn aard veranderen. Hij behield de geest van een Israëliet. Zo was het ook met zijn vrienden. Als beloning gaf God hen grote wijsheid. Daniël kreeg inzicht in allerlei gezichten en dromen, dankzij een van God gegeven scherpzinnigheid en wijsheid. De arme, jonge, en gevangen Joodse jongens waren wijzer dan alle tovenaars en waarzeggers uit Nebukadnezars hele koninkrijk. Daniël wist hoe hij door het gebed tot God kon spreken. Hij was nauwgezet in zijn bidden, en dankzeggen. Omdat hij had gebeden in de volle verzekering dat God hem zou verhoren, dankte hij ook in volle verzekering. ( Dan. 2 : 23 ) Het is opvallend dat Daniël zijn vrienden liet delen in de dank en uitkomst van zijn verhoring. Dat Daniël deze dank deelde met zijn vrienden was typerend voor zijn nederigheid. Wie met een geheiligde ziel leeft, kan dus uitblinken in heiligheid, vroomheid, en wijsheid. 

Zachtaardig
“ Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden, of elegante kleding, maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een stil en zacht gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostelijk acht. “ ( 1 Petrus 3 : 3, 4 ) 

De innerlijke gezindheid van de vrouw ( en natuurlijk ook van de man ) is van groter waarde dan het uiterlijk. Petrus beschreef deze woorden tegen de achtergrond van de toenmalige cultuur waar uiterlijk, luxe en schoonheid, overdaad, weelde en decadentie belangrijke elementen van de samenleving waren. Vrouwen besteedden veel tijd aan hun uiterlijk, zoals de verzorging van het haar. Kunstige kapsels, zelfs pruiken kwamen eraan te pas, evenals het dragen van gouden sieraden zoals oorringen, armbanden, vaak ingelegd met juwelen, en het dragen van kostbare gewaden, waarbij purper erg in trek was. ( Jes. 3 : 18 – 24 / 1 Tim. 2 : 9 ) Een vrouw die zich voornamelijk bekommerde om haar uiterlijk had geen oog voor haar hoge roeping voor God en de mensen. Het uiterlijk van de vrouw  mag echter wel een afspiegeling zijn van haar innerlijk, van de gezindheid van haar hart en ziel. In onze cultuur zijn mannen net zoveel met hun uiterlijk bezig als vrouwen. Daarom gelden deze regels ook voor mannen. 

One response to “De ziel ( 8 )

  1. I see You’re truly a just right webmaster.
    The site loading speed is amazing. It kind of feels that you’re doing any unique trick.
    Also, the contents are masterpiece. you have done a great activity in this topic!
    Similar here: <a href="[Link deleted]sklep and also
    here: <a href="[Link deleted]

Geef een reactie