Genesis 6: 5-7

 

Zonder de Heilige Geest zijn wij mensen niets waard. De neigingen van ons hart brengen ons dan constant en radicaal tot het kwade. De Bijbel windt er geen doekjes om en beschrijft eerlijk dat het er sinds de zondeval niet zo goed met ons voorstaat. De mens werd zondig en bedacht steeds weer allerlei verkeerde dingen uit. Het werd zelfs zo erg dat God er spijt van kreeg dat Hij de mensen gemaakt had. De Heer voelde zich diep gekwetst. ‘ Ik zal de mensen die Ik geschapen heb van de aarde wegvagen’ dacht Hij. ‘ En met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want Ik heb er spijt van dat Ik ze gemaakt heb.’ ( Genesis 6: 5-7) 

Alleen Noach vond genade in Gods ogen. Noach bouwde op de aanwijzingen van JHWH een ark van pijnboomhout. ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen en de aarde erbij’ ( vs 11-13) zei Hij. 

Er was echter nog hoop want één man had de gunst van de Heer gewonnen. Het verhaal van de zondvloed is gelukkig niet het einde van de wereld. Het wordt gevolgd door het verhaal van het verbond met Noach. De periode na de zondvloed was weliswaar een nieuwe start voor de aarde en voor de hele schepping, maar het was niet een volledig nieuwe start. De relatie tussen de mens en de dierenwereld leek voortaan gekenmerkt te zijn door angst en geweld. 

Toch liet God de mens niet aan zijn lot over. Hij beloofde opnieuw zijn trouwe liefde. 

‘Deze belofte doe Ik jullie ‘ zei Hij: ‘ Nooit weer zal Ik alles wat leeft doden zoals Ik nu heb gedaan. Zolang de aarde bestaat zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten. Zal er een tijd van koude zijn, en hitte. Zomer en winter, nooit komt daar een einde aan.‘(Gen. 8: 20-22). 

Door de eeuwen heen bleef God trouw. Steeds opnieuw beloofde Hij de mens dat Hij hem niet zou vergeten. Abraham, Isaak, Jakob, Jozef, Mozes, Jozua, de richteren, de profeten. Zij leefden in nauwe verbondenheid met God. Eerst nog onduidelijk maar steeds duidelijker en helderder profeteerden zij over de Messias die komen zou. Toen de tijd vervuld was, is Jezus naar de aarde gekomen. Niet als een machtige koning maar als een baby, klein en teer. 

Jezus kwam naar de aarde om te lijden en te sterven voor de zonden van de mensheid. Hij stierf aan het kruis van Golgotha. Maar de dood kon Hem niet houden. Hij is opgestaan en opgevaren naar de hemel. Daarna is de Heilige Geest uitgestort ( Hand.2). 

Deze Geest is het die mensen anders maakt, harten en levens vernieuwd. We zijn niet langer overgegeven aan het kwaad. We zijn anders wanneer Hij in ons werkt. 

De Heilige Geest is een persoon. 

Hij bemoedigt ( Hand. 9:31)

Hij getuigt van Christus. ( Joh. 15:26) 

Hij luistert en spreekt. ( Joh. 16: 12,13) 

Hij onderwijst. ( Joh. 14: 26) 

Hij pleit voor ons. ( Rom.8:27/ Joh. 14: 16) 

Hij zendt uit. ( Handelingen 13:4) 

Wat een verschil: de Heilige Geest brengt vruchten van goedheid in ons voort. Geeft Gods schepselen leven, geeft Gods volk inzicht, en geeft eenheid. Paulus heeft aan de Filippenzen geschreven: ‘ Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zoveel ontferming en medeleven, maar mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van Geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan maar laat in alle bescheidenheid de ander belangrijker zijn dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid van Christus Jezus zijn.’ ( Filippenzen 2 : 1-5 ) Dat is heel wat anders dan de aardse gezindheid van de mens zonder God.