Openbaringen 1
Het boek Openbaringen valt niet onder te brengen onder één bepaald literair genre. Het is een bundeling van een profetie, tegelijkertijd is het een apocalyps en een brief. Als je de profeten van het Oude Testament kent – zoals Ezechiël of Zacharia – ontdek je een grote overeenkomst in vorm en inhoud tussen deze geschriften en Openbaringen. De zeven Godsspraken aan de gemeenten ( 2: 1 – 3 / 3: 22 ) of de klaagliederen over Babylon zijn twee heldere voorbeelden van de nauwe verwantschap tussen Openbaringen en de Joodse profetische literatuur. Het boek Openbaringen plaatst zich ook binnen de apocalyptische beweging uit de jaren rondom de geboorte van Jezus Christus. Deze beweging zette het profeteren in Israël voort en intensiveerde dit. Het is opvallend dat Johannes geen enkele keer zijn openbaringen toeschrijft aan één van de mannen van naam uit het verleden. Hij vermijdt ook lange discussies, laat liever beelden en scènes zien die een beroep doen op de zintuigen van de lezer. Hij neemt ons mee in het verloop van een uiterst betekenisvolle tijd!
Het is ook bijzonder opvallend dat de gewoonlijk sombere kijk op de huidige wereld vervangen wordt door de verzekering dat God in Christus nu al aan het werk is voor het heil van Zijn volk. Eigenlijk is het boek Openbaring een bevestiging van de overwinning.
Nu – in het heden – neemt God het op voor Zijn kinderen, en is er reden tot grote blijdschap. Dit is des te opvallender als je je realiseert dat Johannes in ballingschap was op het eiland Padmos, en zijn geliefde gemeenten enorm moest missen. Maar ondanks dat was Johannes niet wanhopig, en hij werd door niemand minder dan God Zelf aan het werk gehouden. Je leest eruit op dat de Heere je hart volkomen vol kan maken met Zijn Heilige Geest. Dan is er geen enkele ruimte voor verdriet, pijn, zorgen of angst. Vreugde, vrede, rust en harmonie vullen je hart.
Johannes richt zijn Openbaringen aan de zeven gemeenten van Asia, en hierdoor wordt zijn boodschap een rondzendbrief.
“ Onthulling van Jezus Christus! Openbaring door de Vader aan de Zoon, en door de Zoon aan Johannes doorgegeven via tussenkomst van een engel” lees je in de proloog.
Voor Johannes is de eindtijd al aangebroken. De vervulling van de profetie staat voor de deur. ( Dan. 2: 28 – 30) Er komen geen aardsvaders of profeten meer aan het woord, maar wel het Woord van Christus. Zoals Jezus Zijn eerste toespraak met een zaligspreking begon, zo begint Johannes ook. “Gelukkig, zalig, wie deze woorden voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen, en zich houden aan wat hier gezegd wordt. Want de tijd is nabij.” Jezus komt terug!
De profetische apocalyps wordt uitééngezet in de vanouds gebruikelijke vorm van een brief, en begint met een drievoudige begroeting. De zeven gemeenten aan wie hij zich richt liggen in een straal van 80 kilometer rondom Jeruzalem. God heeft Zijn openbaring aan Johannes doorgegeven voor de opbouw van de gelovigen, zodat zij de gedachten van God kunnen leren kennen. Gedachten over de geschiedenis, en over het heil. De bedoeling is duidelijk: Johannes wil graag dat zij in overeenstemming daarmee zullen leven. En dat de gelovigen uitgedaagd zullen worden tot het geven van een weerwoord.
“Genade zij u en vrede, van Hem Die is, Die was, en Die komt. En van de zeven geesten voor Zijn troon, en van Jezus Christus De Betrouwbare Getuige, de Eerstgeborene uit de doden, de Heerser over de vorsten van de aarde. Aan Hem, Die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door Zijn bloed. Die een Koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, Zijn Vader. Aan Hem komt de eer toe, en de macht, tot in eeuwigheid, Amen.”
Prachtig! Johannes heeft diep in het hart van God mogen kijken, en getuigt nu van de zaken die op de bodem van zijn hart liggen.
De Betrouwbare of Getrouwe Getuige is een aanduiding van de Messias, die ook te vinden is in Jesaja 55: 4. Getuigenis, opstanding en heerschappij zijn drie motieven die het hele boek Openbaringen kleuren. Door de heerlijke glans van het Koninkrijk van God steekt de heerschappij van de satan des te gruwelijker af. De spottende nabootsing van de Opgestane die je lezen kunt in Openb. 13: 3 is de karikatuur van de beschrijving van het Lam. De ernst van zijn verwonding verwijst naar de centrale plaats van de dood en opstanding van Christus.
“ Hij komt! Te midden van de wolken, en dan zal iedereen Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken zullen hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. De ophanden zijnde wederkomst van Christus wordt voortdurend benadrukt. Christus zal voortdurend naar voren treden als Hij de gemeenten bezoekt. ( 2: 5, 16 ) Tevens is het een heenwijzing naar Zijn luisterrijke en laatste komst. Hij is de Alfa en de Omega, het begin en het eind. Hij heerst over de hele menselijke geschiedenis. En Johannes identificeert zich met zijn lezers in hun christelijke leven. Dit alles doet hij in navolging van Christus.
Is dat niet bijzonder? Johannes heeft het over een God Die hier op aarde bij ons wilde zijn. Nederig, arm, en steeds armer wilde worden. Tot Hij gemarteld, geslagen en dodelijk gewond aan het vloekhout van Golgotha Zijn leven gaf. Wie iets ziet van deze weergaloze liefde, begint te begrijpen wat liefde is.