Openbaringen 10: 1-4

Ik zag een andere machtige engel uit de hemel neerdalen. Een wolk omhulde hem en de regenboog was om zijn hoofd. Zijn gezicht was als de zon en zijn benen waren als zuilen van vuur. Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee, en zijn linkervoet op het land. Hij riep met een luide stem zoals een leeuw brult, en daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen. ( Openbaringen 10: 1-4)

Zoals het eerder openen van de zeven zegels ( Openbaringen 6 ) onderbroken werd door Openbaringen 7, zo vertelt Johannes in Openbaringen 10 dat het blazen van de bazuinen onderbroken wordt. Zes hebben er geklonken in Openbaringen 8 en 9, en pas in Openbaringen 11 wordt de zevende bazuin geblazen. Veel dingen die Johannes opgeschreven heeft, herinneren aan het boek Daniël. ( 10-12) Johannes bevond zich in de geest in de hemel, dat kun je lezen in Openbaringen 7 en 8, maar nu kreeg hij de openbaringen vanaf de aarde. De grondtaal gebruikt het woord ‘ kata-baino’ wat ‘neerdalen uit de hemel’betekent. 

Johannes beschreef de komst van ‘ een andere sterke engel ‘ dat geeft aan dat er al eerder een sterke engel van de Heere naar de aarde gekomen was. (Openbaringen 5: 2) 

Terwijl Johannes de andere engelen die hij zag niet expliciet beschreven heeft, deed hij dat wel bij de engel uit Openbaringen 10. Er worden vier aspecten genoemd die alle vier zouden kunnen wijzen op het feit dat het om de Heere Jezus ging. Maar de engel werd niet aanbeden, om die reden lijkt het meer om een belangrijke engel te gaan. Gelet op zijn bijzondere beschrijving wijst alles erop dat het een engel is die een belangrijke opdracht te vervullen zal krijgen. 

 

De wolk en de regenboog die genoemd worden, wijzen op de hemelse heerlijkheid van de engel. Geen twijfel mogelijk, hij komt bij God vandaan. De regenboog is een teken van de trouw en genade van God. Het gezicht van de engel straalt als de zon, dat wijst op hemelse kracht en majesteit. De voeten en benen die beschreven worden zouden kunnen duiden op de vuurkolom die het volk Israël tijdens de woestijnreis beschermde en tegelijkertijd meewerkte aan de dood van hun vijanden. ( Exodus 13 en 14). 

Zou het boekje dat de engel in zijn hand houdt, hetzelfde boekje zijn als de boekrol die in Openbaringen 5 genoemd wordt? Deze boekrol werd door het Lam aangenomen uit de hand van God ( Openbaringen 5:7). Hoe het ook zij, het boekje bevat een profetische boodschap. 

Het feit dat het boekje open is geeft aan dat de boodschap direct doorgegeven moet worden. Nieuwsgierig vraag je je af wat de inhoud dan zou zijn. De engel zette zijn rechtervoet op de zee, en zijn linkervoet op het land. Hij zal gaan profeteren voor volken, natiën, talen en koningen. Zijn positie geeft aan dat hij gezag heeft ontvangen over de hele aarde. ( zie ook Jozua 10: 24) 

Net zoals bij andere belangrijke boodschappen laat de engel een luide stem horen. Dat betekent dat de wil van God door de hele wereld gehoord moet worden. De vergelijking met het brullen van een leeuw wordt in het Oude Testament alleen maar gemaakt voor de stem van God zelf. ( Jer. 25: 30 ) en duidt op de soevereiniteit en ontzagwekkende kracht van God. Het wordt niet duidelijk of de engel verstaanbare klanken voortbrengt, en of Johannes verstaat wat de engel roept. Waarschijnlijk gaat het bij dit roepen om een bevel aan de zeven donderslagen, zoals het eerst ging om de opdrachten bij de opening van de zegels ( Openbaringen 6: 1), en bij het uitgieten van de schalen. ( Openbaringen 16: 1) 

In ieder geval reageren de donderslagen op het roepen van de engel. Op hun beurt laten ook zij hun geluid horen. Dit geluid wordt aan het hart van Johannes verklaart, want hij wil het opschrijven. 

Het gebeurt vaker in de Bijbel dat het geluid van donderslagen een boodschap van de Heere bracht. ( Openbaringen 6: 1/ 14: 2 / 19: 6 / Exodus 19: 19 / Job 37: 2-5/ Joh. 12: 28-30) Maar Johannes mag de boodschap niet opschrijven, ze is nog geheim. Dezelfde woorden vind je in Mattheüs 17: 9 waar de Heere Jezus zijn leerlingen gebood: ‘ Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt. ‘ Zelf vraag ik mij af: waarom moest dat? Het lijkt haaks te staan op de opdracht uit Mattheüs 28. 

Hoe het ook zij, je word met eerbied en ontzag voor de majesteit van de Heere vervuld. Hij heeft alles uitgedacht van voor de grondlegging van de wereld. Hij zal zijn plannen en Zijn raad volvoeren. Gelukkig ben je als je zoals Johanes, zo dicht bij God mag komen en Hij je Zijn woorden bekend maakt.

Het lied vind ik passen bij dit bijbelgedeelte, het betekent niet dat ik zelf twijfel, of niet geloof.