1 Korintiërs 14 : 13 – 18

Vrienden, stel dat je in vreemde klanken spreekt. Dan moet je aan God vragen of Hij iemand laat uitleggen wat die klanken betekenen. Stel dat je hardop bid in vreemde klanken. Dat is goed want de Heilige Geest laat je spreken. Maar het probleem is dat de anderen je niet begrijpen. Natuurlijk is het goed als de Heilige Geest je hardop laat bidden of een lied laat zingen. Maar het is ook belangrijk dat de anderen kunnen verstaan wat je bid of zingt. Stel dat je God hardop dankt met de vreemde klanken die de Geest je laat spreken. Dan begrijpen de anderen niet wat je zegt. Ze zullen dan ook geen ‘Amen’ zeggen na je gebed want ze hebben geen idee wat je aan het doen bent. Het is natuurlijk goed dat je God dankt. Maar de andere christenen moeten er dan wel iets aan hebben. ( 1 Kor. 14 : 13 ) 

Paulus was een analytisch denker. Stap voor stap werkte hij de gedachten over de geestesgaven uit. Het streven om door middel van de gaven van de Geest de gemeente te dienen betekent voor de persoon die al een bepaalde gave ontvangen heeft dat hij niet op z`n lauweren gaat rusten maar zich ook uitstrekt naar andere gaven. Dat moet allemaal wel in liefde gebeuren ( 1 Kor. 13). De weg waarlangs je een bepaalde gave ontvangt is die van het gebed. Wie in een tong / taal spreekt, moet er ook om bidden dat hij de gave van het uitleggen krijgt. Dan zul je ook in staat zijn om tongentaal uit te leggen zodat dit soort gebeden voor iedereen binnen de gemeente begrijpelijk worden en veel meer harten en zielen zich zullen gaan verheugen in de God van het Heil. Meestal kwam het niet zover in Korinthe en daarom heeft Paulus gezegd dat het spreken in tongentaal meer bestemd was voor het persoonlijk gebedsleven en voor de persoonlijke dankzegging en lofprijzing. 

Opvallend detail uit het betoog van Paulus is dat hij zegt: ‘Mijn geest bidt’

Het gaat in eerste instantie toch om een uiting van de Heilige Geest? 

Ja dat klopt, maar Paulus was door zijn wandel met God nauw  verbonden met de Heilige Geest. Zodanig dat er bijna geen onderscheid meer te zien was tussen zijn geest en de Heilige Geest.  

Ons natuurlijke verstand brengt geen gaven van de Geest voort. Gelukkig heeft God zijn heilpslannen zo perfect gemaakt dat wij door de genade die Jezus Christus verworven heeft de Heilige Geest ontvangen. Wie in Hem gelooft, ontvangt de Heilige Geest. Anders zouden we niet meer voort kunnen brengen dan een paar verstandige woorden zonder bezieling.

Paulus besloot om het ene te doen en het andere niet na te laten. Hij wilde bidden door de Geest en door het verstand. ( 1 Kor. 14: 13, 19). Hij bad dus in tongentaal zowel als met verstaanbare woorden. Een gebed waarmee andere mensen in konden stemmen. Een gebed dat zodoende door veel meer harten meegebeden kon worden. 

Voor de eerste keer maakt de lezer kennis met het feit dat er ook met de Geest werd gezongen. Dit betekent waarschijnlijk dat er bijbelgedeelten gereciteerd werden zodat er een soort Gregoriaanse liederen ontstonden. We kunnen ook denken aan psalmen lofzangen en geestelijke liederen. De woorden ‘ als mijn geest ‘ zullen we waarschijnlijk zo moeten opvatten als: ‘Met mijn geest die onder de leiding van de Heilige Geest staat. ‘ Paulus spande zich in om de gave van tongentaal de juiste waarde  toe te kennen en een plaats te geven binnen de christelijke gemeente.