Psalmen 1

Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen,
Die de weg van spotters niet betreedt.
Bij spotters niet aan tafel zit,
Maar vreugde vindt in de wet van de Heer
En zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht.
Hij zal zijn als een boom,
Geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
Zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet, komt tot bloei.
Zo niet de wettelozen.
Zij zijn als kaf
Dat verwaaid in de wind.
Wettelozen houden niet stand waar recht heerst.
Zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
De Heer beschermt de weg van de rechtvaardigen,
De weg van wettelozen loopt dood. 

Psalm 1 opent met een zaligspreking. Jezus neemt dit genre over in Zijn beroemde Bergrede ( Matth. 5 : 3 ). Het is een lied vol onderwijs over het verschil tussen goed en kwaad. De woorden schilderen ons leven en dood, zegen en vloek voor ogen. Het doel van de auteur is om ons inzicht te verschaffen om de rechte weg in ons leven te kunnen nemen. De weg die leidt naar geluk. De woorden van de dichter geven ons raad met betrekking tot ons doen en laten, ze vormen een wijsheidsinstructie. Wij mensen hebben steeds de keuze tussen wijsheid en dwaasheid. 

De vergelijkingen die de dichter maakt, gaan over onze levensstijl, de consequenties daarvan, en de Goddelijke beoordeling over goed en kwaad. Een eerlijk mens beleeft vreugde aan het onderwijs uit de Thora. Dit onderwijs verkwikt de ziel, maakt het hart blij, en smaakt beter dan honing. ( Psalm 19 : 8 – 11 / Rom. 7 : 22 ) De dichter heeft met zijn uitdrukkingen een veel diepgaander bedoeling dan het op intellectueel kennisnemen van de woorden van de wet, en van de geschiedenis. Het Joodse feest : de vreugde der wet berust zelfs op deze tekst. De gelovige uit psalm 1 denkt de hele dag en ook `s nachts aan de woorden van de wet. Dat leven – met Gods wet – draagt vruchten. De Bijbel vergelijkt zo`n mens met een boom die aan waterstromen is geplant, Die boom draagt vrucht op zijn tijd, en de bladeren verwelken niet. De dichter heeft hier beeldspraak gebruikt, en bedoelt dat alles wat zo iemand onderneemt, ook zal slagen, want God Zelf staat de gehoorzame mens bij. 

De woorden van de dichter herinneren ons aan het feit dat echte religie niet los kan staan van ons gedrag in het dagelijks leven. De auteur herinnert ons er aan om niet de weg van de zondaars in te slaan, maar die van rechtvaardige mensen, die vreugde beleven aan de Goddelijke wet. Meegaan met mensen die kwaad doen is: de denkwereld en waarden overnemen van mensen die niets met God of Zijn gebod te maken willen hebben, en daarnaar leven. De Hebreeuwse tekst heeft het over bozen, en bedoelt daarmee daders van misdaden of vergrijpen waarop wettelijke straffen staan. ( Ex. 23 : 1, 7 / Micha 6 : 10 / Spreuken 18 : 5 )

De woorden : meegaan, betreden, of staan en zitten, zijn houdingen die mensen overdag aannemen. Ze duiden op menselijke activiteiten. Ze verwijzen naar drie gebieden: het denken, het gedrag en de sociale klasse. De psalm beschrijft eigenlijk ook een bepaalde progressie in het kwaad. Het begint met het overnemen van de denkwereld van anderen, daarop volgt het imiteren van hun gedrag, en ten slotte op het helemaal deelnemen aan het gezelschap en het leven van zondaren. 

De auteur roept zijn lezers op om niet alleen dag en nacht na te denken over de Goddelijke wet, maar om deze wet ook op het eigen leven toe te passen. Niet zomaar af en toe, maar altijd, dag en nacht. In plaats van het overnemen van de gedachtegang van zondaren, wil de auteur dat zijn lezer zich ertoe zet om de wet van God aandachtig te lezen, te memoriseren, en zich daarnaar te gedragen. Dit lezen en verwerken van Gods wet maken het mogelijk de manier van leven en denken in te schatten van de wereld waarin wij leven. Met die wijsheid in het hoofd en in het hart kan de gelovige weerstand bieden aan de invloed ervan, voor zover deze slecht of niet naar Gods wil is. 

De mens die zo met God en met Zijn wetten leeft, is bestand tegen de droogte, en de stormen van het leven. Hij komt verleidingen en beproevingen te boven. Zijn leven is vruchtbaar. Deze mens, en de gemeenschap waartoe hij behoort, is de tegenpool van de spotters. In Israël moesten mensen die zich aan bepaalde vergrijpen hadden schuldig gemaakt, worden verstoten door middel van de doodstraf. ( vs 4,5 ) 

De Heere God kent de weg van de rechtvaardige mens, en is steeds bij hem, wat er ook gebeurt. Maar de weg van de goddeloze mens vergaat, eindigt in de eeuwige dood. Het is duidelijk dat de Heere die het lot van beide groepen mensen bepaalt. Het leven van de mens die graag en diep nadenkt over Gods wet, en zijn leven daarnaar inricht, zal door God beschermd worden. Dat betekent niet dat de oprechte leerling van de Thora nooit ziek zal worden, of dat geen kwaad hem treffen kan. Het betekent dat het einde van die mens vrede zal zijn, een thuiskomen bij God. De laatste woorden van psalm 1 zijn ernstig. Ze benadrukken het gewicht van de boodschap en roepen ons op om aan de woorden van het psalter gehoor te geven.  

 

 

2 responses to “Psalmen 1

  1. Wow, marvelous weblog structure! How long have you been blogging for?

    you made blogging glance easy. The full look of your web site is great, let alone the content!
    You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *