God beschermt de christenen.
Eén van de 24 leiders vroeg mij: ” Wie zijn die mensen in witte kleren? En waar komen ze vandaan? ”
Ik antwoordde: ‘ Ik weet dat niet Heer, maar U weet het wel. ‘ Hij zei tegen me: ‘ Dat zijn de mensen die bij Christus horen, die voor hen gestorven is. Zij hebben de tijd van het zware lijden steeds meegemaakt, maar ze zijn Christus steeds trouw gebleven. Daarom mogen ze nu witte kleren dragen, en voor de troon van God staan. Dag en nacht vereren ze Hem in Zijn tempel en in de hemel. God zal altijd bij hen zijn. Ze zullen geen honger of dorst meer hebben. Ze zullen geen last meer hebben van de hete wind en de brandende zon. Want het Lam, brengt hen naar een bron met water dat eeuwig leven geeft. En dan zal God al hun tranen drogen. ‘
Openbaringen 6 tot en met 8 beschrijft hoe het Lam de zegels van het boek verbreekt. Die eer kwam Hem alleen toe. ( 5 : 2, 9 ) Het oordeel met de zegels – net als met de bazuinen en offerschalen – maakt deel uit van het Goddelijke gezag. Dit feit wordt onderstreept door de overeenkomst tussen de tekenen die gepaard gaan met Godsverschijningen ( 4 : 5 ), en met het verbreken van het zevende zegel. ( 8 : 5 ), het klinken van de zevende bazuin ( 11 : 13, 15 ) en met de zevende offerschaal. ( 16 : 17 )
Het verbreken van de zegels maakt vernietigende krachten vrij. Dat gebeurt onder Goddelijk gezag, helemaal in het kader van Gods plan van oordeel en verlossing ( 6 : 1 – 8 ) Deze krachten brengen beproevingen van oordeel en zuivering tot stand.
De woorden van Openbaringen benadrukken steeds de heerschappij van de Heere God. De bevelen aan de ruiters komen van Zijn troon vandaan. En stelt de mens in staat om de wisselvalligheden van de geschiedenis te verklaren. Dit gebeurt vanuit een hemels perspectief op het aardse lijden.
Het lijden van de Kerk is evenbeeld van het lijden van Christus. Het lijden vormt een bestanddeel van de voortgang van Gods Koninkrijk. Gelukkig staat het einde van dit lijden al vast ( 6 : 12 – 17 ) want er komt een tijd dat God Zijn recht kenbaar zal maken.
Onze weg naar de hemel loopt dus door veel verdrukkingen heen, het is nooit een eenvoudige weg, het is een moeilijke weg.
De apostel Johannes heeft op het eiland Patmos visioenen gezien die zijn weerga niet kennen. De uitleg van deze visioenen vergen tot op de dag van vandaag de uitleggers veel hoofdbrekens. In Openbaringen 7 is er nog geen sprake van het aangekondigde oordeel van God. Dat zal pas in hoofdstuk 8 gebeuren. Hierdoor biedt hoofdstuk 7 een intermezzo dat ons de gelegenheid biedt om de betekenis van een ander soort zegel te onderzoeken. Met de vier winden die hier beschreven worden bestaat een duidelijke samenhang met de vier ruiters uit 6 : 1 – 8. Volgens verklaarders wordt met deze vier winden de hele geschapen wereld bedoeld.
Uit elke stam kregen 144. 000 dienaren van God een zegel aan hun voorhoofden bevestigd. Dat zegel verzekert de gelovigen van een bescherming, waardoor hun geloof weerstand kan bieden aan beproevingen. Het zegel symboliseert de Heilige Geest. ( 2 Kor. 1 : 22 / Efeze 1 : 13 / 4 : 30 )
Het getal 144.000 symboliseert het getal dat het volk van God aanduidt. Het zijn er 12.000 afkomstig uit elk van de 12 stammen van Israël. We zien ze later terug aan de zijde van het Lam. ( 14 : 1 – 5 ) Sommige verklaarders zien in dit getal een beperkt aantal dat een aanduiding vormt voor de bekeerde Joden, die gesteld worden tegenover de onafzienbare menigte die uit alle volken voortkomen zal. ( 7 : 9 )
De stam van Juda wordt het eerst genoemd omdat het Lam, de Messias, daaruit afkomstig is. Daarna volgt er een onafzienbare menigte die niet te tellen was ( vs 9 ). Het zijn de mensen die uit de grote verschrikking komen. De enorme mensenmassa staat voor de troon en voor het Lam, en bevindt zich dus in de hemel. Het woord ‘ troon ‘ is een eerbiedige omschrijving van de Heere God ( vgl. Openbaringen 4 : 9, 10 ) Deze manier van zeggen houdt in dat de positie van de Heere God en van Jezus Christus aan elkaar gelijkgesteld zullen worden. Het verzoeningswerk van de Heere Jezus is volbracht, Hij hoeft niet langer te dienen, maar zal Koning zijn tot in alle eeuwigheid, zoals Zijn Vader dat is.
Over de mensen die Johannes in de hemel ziet worden twee dingen gezegd. Ze dragen witte gewaden en hebben palmtakken in hun handen. De witte kleding duidt op hun hemelse bestaan, en legt een verband tussen de vergeving van zonden die deze mensen ontvangen hebben. Palmtakken waren in de oudheid een overwinningsteken dat bijvoorbeeld aan de winnaars van de Olympische spelen gegeven werd. De schare mensen zijn dus overwinnaars. Deze mensen mogen met luide stem roepen dat God hen door Christus Jezus de overwinning over zonde, dood en graf gegeven heeft. Hun woorden herinneren aan Openbaringen 12 : 10 en 19 : 1 .
Johannes heeft nog meer gezien, en wat hij zag zorgde ervoor dat hij in vervoering raakte en bijzonder betrokken bij wat er in de hemel gebeurde. Bovendien wordt hij aangesproken door een oudste die hem vraagt wat er gebeurt en wat hij ziet. Deze manier van vragen stellen was bij de Joodse Thorageleerden heel gewoon. Johannes richtte door de vraag zijn aandacht op de kern van de aan hem gestelde vraag. Het ging erom welke identiteit de schare precies had. Johannes had daar geen idee van, en zei dat ook eerlijk. Zodoende kon de oudste zijn uitleg beginnen,en dat deed hij dan ook. .
Hij zei dat de menigte van mensen afkomstig was uit de grote verdrukking. In het Nieuwe Testament wordt daarmee een korte tijd bedoeld, een tijd die voorafgaat aan de wederkomst van Christus. ( Matth. 24 : 21 , 29 / Daniël 12 : 1 / 2 Tim. 3 : 1 ) Het gaat om gelovigen van de laatste dagen, die in de laatste strijd gesneuveld zijn omwille van hun geloof.
Vervolgens legt de oudste uit dat al deze mensen hun gewaden gewassen hebben in het bloed van het Lam. De gewaden waren vuil volgens de oudste. Deze uitspraak betekent dat de mensen zondig waren, en de wassing in het bloed van het Lam duidt op de vergeving van zonde door de Heere Jezus Christus. Heel de grote schare van die gelukkige verloste, gewassen mensen bevindt zich nu in de hemel, in heerlijkheid bij God. De verzen 15 tot en met 17 beschrijven enkele van de aspecten van het heil dat hun daar nu ten deel valt.
Ze zijn gelukkig in de liefde en de leiding van de Heere Jezus. Ze zijn zo gelukkig omdat ze verlost zijn van alle smart. God Zelf zal met Zijn genadige hand alle tranen van hun ogen afwissen en daarom zullen ze alles vergeten wat hen hier zo heeft laten huilen. Want God zal hun droefheid in eeuwige blijdschap veranderen.
Wow, superb weblog layout! How long have you been running a blog for?
you make running a blog look easy. The entire look
of your web site is magnificent, as smartly as the content material!
You can see similar here <a href="[Link deleted]