Lucas 2 : 19

“ Doch Maria bewaarde al deze woorden, overleggende die in haar hart. “ ( Lucas 2 : 19 ) 

Het wonder van de nederige geboorte van onze Heere Jezus Christus had zich voltrokken. Nadat de herders aanbeden hadden, keerden ze terug naar hun kudde. De meest geringe omstandigheden van de vernedering van Christus gingen altijd gepaard met enkele openbaringen van Zijn heerlijkheid om ze in stand te houden. Als wij  Hem zo hadden gezien – in doeken gewonden, en liggende in de kribbe – zouden we in de verleiding komen om te zeggen dat dit Kindje de Zoon van God niet kon zijn. Daarom liet God een koor van engelen aan de hemel verschijnen, zodat de herders overtuigd waren van het feit dat het zonder enige twijfel om de Zoon van God moest gaan. 

Toen de herders in de stal kwamen, twijfelden ze niet, maar vielen in aanbidding neer voor het Kind. En toen ze het gezien hadden, maakten ze alles wat hun verkondigd was bekend. Ze vertelden over de engelen, over Jozef en Maria, en over het Kind. Ze riepen uit dat Hij de Zaligmaker was, namelijk Christus de Heere. En dat er door Hem vrede op aarde mogelijk was. Ze vertelden het aan iedereen! Het nieuws maakte een diepe indruk op de mensen. Maar hoewel zij zich verwonderden, deed niemand navraag naar de Zaligmaker. Zo gebeurde het ongelooflijke: hoewel het om de Messias ging, lieten de mensen de zaak rusten, alsof het om een nieuwtje ging waarover slechts een korte tijd gesproken werd. 

Het verging Maria totaal anders. Ze zei niet zoveel, maar bewaarde alle woorden in haar hart, het centrum van haar ziel. Ze deed er geen enkele moeite voor om haar naam te zuiveren en iedereen ervan te overtuigen dat haar Kind werkelijk de Zoon van God was. Het was haar voldoende dat de engelen en de herders dat gedaan hadden. Alle gebeurtenissen vervulden ook haar hart met een diepe blijdschap. Ze had de stilte nodig om Gods diepe waarheden te overdenken. Voor iedereen was het duidelijk geworden dat de bijzondere omstandigheden rondom de geboorte van dit Kind iets bijzonders voor zijn latere leven in het vooruitzicht stelden. Daarom reageerde Maria met grote bedachtzaamheid. Ze bewaarde alle gesproken woorden, zoals meerdere kinderen van God dat gedaan hadden. ( Gen. 37 : 11 / Dan. 7 : 28 ) De gedachte van Maria was niet dat zij alles wel doorzag, maar dat het beter was om haar gedachten voor zichzelf te houden. Onafgebroken overwoog ze alle dingen in haar hart. Het leek erop dat Maria bij elk gesproken woord een puzzelstukje ontving van de hemel, die alles bij elkaar het raadsel van de werkelijkheid van Gods Zoon aan haar openbaarden. ( Lucas 1 : 31 – 33, 35 / 42 – 45 / 46 – 55 ), en dat zij dit alles in een groter geheel probeerde in te passen om het te begrijpen. 

Waarom loofden en prezen de herders wel? Waarschijnlijk omdat de juiste reactie op een bijzonder ingrijpen van God is, dat Hij daarvoor geloofd en geprezen wordt. ( Lucas 5 : 25, 26 / 7 : 16 / 13 ; 13 / 17 : 15 / 18 : 43 / 23 : 47 ). Het Woord dat God tot hen persoonlijk gesproken had, was waar gebleken! Zo had Maria ook haar Lofzang gezongen. ( Lucas 1 : 46 – 55 ) 

One response to “Lucas 2 : 19

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *