Hoop ( 8 )

Hoop geeft nieuwe kracht. 

“ Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht. Hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar. Hij loopt, maar wordt niet moe. Hij rent, maar raakt niet uitgeput. “ ( Jesaja 40 : 31 ) 

Als een adelaar ongeveer 40 jaar oud is, is zijn snavel te krom geworden, zijn zijn nagels te lang en is zijn verenpak te zwaar. Hij is niet meer in staat goed te vliegen waardoor het ook lastiger wordt om zijn voedsel te verzamelen. De adelaar kan dan twee dingen doen. Hij legt zich hierbij neer, wat betekent dat hij al snel zal overlijden. Een andere optie is om zich voor een lange tijd terug te trekken op een rustige plek. Hij krabt zijn oude snavel eraf totdat er niets overblijft. Als er een nieuwe, sterke snavel is aangegroeid trekt hij daarmee zijn nagels eruit. Als hij voorzien is van nieuwe nagels haalt hij één voor één zijn oude veren eruit. Een pijnlijk proces dat wel een half jaar in beslag kan nemen! Als de adelaar voorzien is van een nieuwe snavel, nagels en verendek is hij klaar om uit te vliegen. Hij is letterlijk vernieuwd en kan gerust weer 40 jaar vooruit. Hij verlaat de beschutte plek, sterk genoeg om weer nieuwe uitdagingen aan te gaan.

Dit beeld haalde de profeet Jesaja aan toen het volk van Israël een lange moeilijke tijd doormaakte in Babel. De profeet verweet het volk van God dat in ballingschap zat dat ze hun hoop kwijtgeraakt waren. Ze hadden het over de Heere alsof Hij hen verworpen zou hebben, maar daar klopte niets van. Ze waren wanhopig over hun huidige toestand, en dachten dat de Elohim hen vergeten had. In het verleden had God herhaaldelijk gezegd dat Hij hen tot God wilde zijn, en Zijn macht onbegrensd was. God had hen verzekerd van het feit dat Hij de hele schepping in stand hield en alle schepselen regeerde. ( Jes. 40 : 12 – 16,26 ) Hij bezat de macht om Zijn kerk te verlossen wanneer ze in de verdrukking gebracht werd. 

De Heere wilde Zijn volk nieuwe kracht geven en voldoende inzichten om zichzelf te helpen. Hij – de sterke God – wilde de sterkte van Israël zijn.  Hij wilde diegenen helpen die in vertrouwen op Hem hun hand aan de ploeg wilde slaan. Jonge mensen zijn sterk, maar zijn ertoe geneigd om zichzelf te overschatten. Jonge strijders raken moe en raken uitgeput, zelfs sterke helden struikelen. ( Jes. 40 : 30, 31 ) Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht. Dat zijn mensen die in geloof op Hem steunen en zichzelf aan Zijn leiding overgeven. Zij zullen ervaren dat God hen niet zal vergeten of verlaten. Ze zullen genoeg levensgenade ontvangen, en elke dag van hun leven zal God hun sterkte zijn. “ O Heer, wees ons genadig, op U vestigen wij onze hoop. Wees ons tot steun, iedere dag opnieuw, red ons in tijden van nood. “ ( Jesaja 33 : 2 ) bad Jesaja voor zijn volk. Was de stem van het volk zelf helemaal uitgeblust? Het leek er op dat niemand de stem van God nog verstond. ( Jesaja 41 : 6 / 43 : 8) 

In zes oordeelsprofetieën hekelde Jesaja vinnig, en niet zonder ironie de manier waarop Israël en Juda voor hun deportatie hulp zochten tegen de dreigende Assyrische invallen. Ze wilden zich met menselijke hulpmiddelen tegen al het geweld van de vijandelijke soldaten beschermen en zochten een bondgenootschap met Egypte. Jesaja was daar intens verontwaardigd over geweest en hield niet op om de ontrouw en onzinnigheid van dit streven aan te tonen. Menselijke hulpbronnen waren bedrieglijk en nutteloos in het licht van de Goddelijke kracht en steun. Blind en doof voor de woorden van Jesaja deed iedereen in Israël toch gewoon wat ze zelf dachten dat het beste was. Jesaja dreigde toen met het oordeel van God waarnaar de Israëlieten wel zouden moeten luisteren. 

Toch liet de profeet er geen twijfel over bestaan dat de Heere absoluut geen genoegen had in het oordeel. Integendeel Hij deed niets liever dan Zijn ontferming tonen, genade geven, en redden. Om die reden zou het oordeel maar tijdelijk zijn. Daarna zou de Heere Zijn volk verlossing en heil brengen. ( Jes. 44 : 3 – 5 ) Jesaja schoof de eeuwen in elkaar en kondigde in één adem gebeurtenissen in zijn eigen tijd en in Messiaanse tijden aan. In zijn eigen tijd betekende het heil de bevrijding van Jeruzalem, en in Messiaanse tijden betekende het dat de Heere Zijn Geest over Zijn volk uit zou storten. Het volk zou grondig hervormd worden , voortreffelijke vruchten opleveren, en onder de herdersstaf van de Messiaanse koning een regering van gerechtigheid, vrede en voorspoed ervaren. ( Jes. 49 : 8 – 13 ) 

We zien de vernieuwde hoop terug in de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag in Jeruzalem. Vol geloof en kracht riep een herlevende Petrus daar de feiten uit: “ Maar Jezus is uit de dood opgestaan, God heeft Hem uit de dood teruggehaald. De dood kon Hem niet houden. David zegt daarover in de heilige boeken: “ Steeds houd ik de Heer voor ogen, Hij is aan mijn zijde, ik wankel niet. daarom verheugt zich mijn hart en jubelt mijn tong van blijdschap. Ja, mijn lichaam zal behouden blijven want U zult mij niet overleveren aan het dodenrijk, en het lichaam van Uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan. U hebt mij de weg naar het leven getoond. Uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde. “  ( Handelingen 2 : 24 – 28 ) Duizenden geloofden in zijn woorden en vroegen wat ze moesten doen om ook zo gelukkig te worden. ( Hand. 2 : 37 ) ( SV, NBV, kantt, SB, de Bijbel in gewone taal, MH ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *