Genesis 48 : 15, 16

Toen zegende Jakob eerst Jozef. Daarna zei hij: ‘ God is de God van mijn voorouders Abraham en Isaak. Zij leefden zoals Hij het wilde. En God heeft voor mij gezorgd, mijn leven lang. Hij heeft mij steeds weer uit moeilijkheden gered. Nu bid ik dat Hij ook heel goed zal zijn voor deze jongens. Dan zullen ze veel nakomelingen krijgen op aarde. En zo zal hun naam niet vergeten worden, en de naam van mijn voorouders Abraham en Isaak ook niet.’

De oude Jakob was aan het eind van zijn leven gekomen. Vanaf zijn eerste ademtocht had Jakob een speciale band met zijn zoon Jozef gehad. Dat kwam omdat hij een geestelijke eenheid met hem vormde. Deze eenparige geloofshouding was de reden dat Jakob zijn zoon Jozef vroeg om erop toe te zien dat hij uiteindelijk bij zijn voorouders in het beloofde land begraven zou worden.  

Met het uitspreken van een zegen adopteerde Jakob de twee zonen van Jozef, Efraïm en Manasse. Door deze zegen werden ze zijn rechtstreekse erfgenamen en kreeg Jozef via zijn zonen een dubbel erfdeel. Maar er was meer. Jakob liet zijn zoon Jozef ook zijn spirituele testament na. Hij vertelde Jozef over de manier waarop God Zich in zijn leven had geopenbaard. ( vs 3 ). Hij vertelde zijn zoon over Gods trouw ( vs 15 – 16 ) en over de Goddelijke beloften ten aanzien van zijn nakomelingen ( vs 4 ). Wat de Heere Jakob, en zijn voorouders gegeven had droeg hij over aan zijn zoon Jozef en zijn kleinzoons Efraïm en Manasse. 

Zowel uit de inleidende woorden als uit de inhoud van de zegen zou blijken dat de zonen allebei eenzelfde erfdeel ontvingen.  

De zegenbede die vader Jakob uitsprak bestond uit drie delen. 

  1. Het aanroepen van de naam van God. ( vs 15, 16 ) 
  2. Het gebed om zegen ( vs 16 ) 
  3. Het gevolg van de zegen ( vs 16 ) 

Het eerste deel – waarin Jakob de God die zegent prees en Hem karakteriseerde – is het meest uitvoerige gedeelte van de zegen. Jakob kwam eigenlijk woorden te kort om zijn God te beschrijven. Hij was voor hem in de eerste plaats de God voor wiens aangezicht Abraham en Isaak wandelden. ( vgl. Gen. 17 : 1 / 24 : 40 ) Zij stelden hun vertrouwen in deze God en richtten elke dag van hun leven hun wil naar die van Hem.  

In de tweede plaats noemde Jakob Jahweh de God die hem heel zijn leven als een herder had geleid. En in de derde plaats noemde Hij God een engel die hem verloste van, en beschermde tegen alle kwaad. Doelde Jakob met deze woorden op de bescherming die hij genoot tegenover Laban ( Gen. 31 : 42 ), en Esau ( Gen. 32 – 33 ) ? 

Het was dus niet zomaar Iemand in Wiens naam Jakob zegende, het ging om de Heere, de God van Oude tijden, die vanaf de Schepping van de aarde grote wonderen had verricht. 

Nadat Jakob God had verklaard,  sprak hij een gebed uit terwijl  hij verzuchtte : ‘  moge Hij deze jongens zegenen. ‘ 

De zegen die Jakob voor ogen had ging erom dat de namen van Jakob, en van zijn voorouders Isaak en Abraham in Efraïm en Manasse voort zouden leven. 

Bovendien zouden Jozefs zonen een talrijk nageslacht krijgen. Dat betekende een rijke zegen. ‘ Kinderen zijn een geschenk van de Heer, de vrucht van de schoot is een beloning van God. ‘ ( Psalm 127 : 3 ) 

Jakob stierf in een vreemd land, maar ging getroost naar het Vaderland dat boven is.  ‘ Ik sterf, maar God zal met je zijn en Hij zal je terugbrengen in het land van je voorouders. ‘ ( vs 21 ) zei hij. Het moet voor Jakob een bijzondere gewaarwording geweest zijn dat hij op zijn leeftijd nog moest emigreren, om zijn laatste jaren in Egypte door te brengen. Maar Jozef zorgde voor zijn oude vader. Jakob moet in die zorg de God van Jozef opgemerkt hebben. Voor al zijn trouw en goede zorgen heeft Jakob zijn zoon Jozef gezegend. Het feit dat hij zijn naam, en de naam van zijn voorouders op Jozefs zonen wilde laten overgaan, moet je zien als een aanwijzing van Jakob om Egypte niet als vaderland te zien. Ze moesten zich niet met de Egyptische bevolking vermengen, maar zich aansluiten bij het volk Israël. 

‘ Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de Heer en de weg gaat die Hij wijst. Je zult eten wat je werk opbrengt. Geluk en voorspoed vallen je toe. Je vrouw als een vruchtbare wijn in het midden van je huis, je kinderen als jonge olijfbomen in een kring om je tafel. Ja, zo wordt gezegend de man die ontzag heeft voor de Heer. Ontvang de zegen van de Heer uit Sion. Verheug je in de voorspoed van Jeruzalem, alle dagen van je leven en verheug je in de kinderen van je kinderen. ( Psalm 128 : 1 – 6 ) 

One response to “Genesis 48 : 15, 16

  1. Wow, superb weblog structure! How lengthy have you been blogging for?
    you make blogging glance easy. The whole look of your web site is wonderful,
    as smartly as the content material! You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *