Exodus 4 : 10 – 17

Mozes zei tegen de Heer: ‘ Neem me niet kwalijk Heer. Maar ik ben niet zo`n goede spreker. Dat is altijd al zo geweest. En nu U met mij gesproken hebt, is dat nog steeds zo. Ik kan nooit goede woorden vinden. ‘ Maar de Heer zei: ‘ Wie heeft de mens de mond gegeven? Wie zorgt ervoor dat een mens kan zien? Of Wie maakt hem blind? Dat doe Ik, de Heer! Ga nu. Ik zal je helpen als je moet spreken. Ik zal je vertellen wat je moet zeggen. ‘ Maar Mozes zei: ´ Neemt U mij niet kwalijk Heer! ‘ Maar stuur alstublieft iemand anders.’ Toen werd de Heer boos op Mozes. Hij zei: ‘ Je hebt toch een broer die Aäron heet? Die kan goed spreken. Hij komt naar je toe. Hij is al onderweg en hij zal blij zijn om je te zien. Jij moet hem vertellen wat hij moet zeggen. Ik zal jullie helpen en zeggen wat je moet doen. Jij hebt de leiding, en Aäron zal namens jou tegen de Israëlieten spreken. Neem je stok mee, want daarmee moet je wonderen doen. ´  ( Exodus 4 : 10 – 17 ) 

Voor de vijfde keer maakte Mozes bezwaar. Hij deed er werkelijk alles aan om de Heere te overtuigen van het feit dat hij zichzelf niet geschikt achtte om gehoor te geven aan de roeping die de Elohim op zijn schouders wilde leggen. Bijzonder om te lezen dat Mozes zich nederig opstelde, maar toch weigerde om te doen wat de Heere God van hem vroeg. ‘ Och mijn  Heer ‘ zei hij. ‘ Hoewel U het bent die tegen mij, Uw dienaar gesproken hebt, kan ik er geen verandering in brengen dat ik geen goede spreker ben. ‘ 

De Heere antwoordde Mozes met een aantal retorische vragen. Hij vroeg Mozes wie zijn mond had gemaakt, en wie de mens in staat stelde om te doen wat God hem opdroeg. God wees Mozes op Zijn scheppingsmacht, en op Zijn vermogen om de mensen van al het nodige te voorzien. Het antwoord dat Mozes kreeg beroofde hem van alle argumenten die hij tegen zijn opgedragen taak aanvoerde. De Heere had er geen oren naar, en gaf Mozes eenvoudigweg de opdracht om te gaan. Nog een keer overtuigde Hij Mozes van het feit dat Hij Zelf met hem mee zou gaan. ‘ Ik zal met uw mond zijn ‘ verzekerde Hij Mozes. God zou Mozes leren wat en hoe hij spreken moest. Mozes zou spreken bezield met de Geest van God, zoals Christus dit eeuwen later Zijn discipelen ook zou beloven. ( Matth. 10 : 19,20 / Marcus 13 : 11 / Lucas 12 : 11, 12 ) Al Mozes tegenwerpingen werden zo accuraat beantwoord, dat er geen enkel bezwaar van zijn kant overeind kon blijven. Toch wilde Mozes niet gaan. Hij vroeg beleefd of Jahweh iemand anders wilde sturen. Niet dus, want het geduld van de Heere raakte op. God peinsde er niet over om de roeping van Mozes ongedaan te maken. Mozes kreeg opnieuw alle nodige steun toegezegd. Aäron, zijn broer, mocht met hem meegaan. Mozes moet na de jarenlange scheiding niets meer over zijn broer geweten hebben, maar de Heere wist dat Aäron wèl een begaafde spreker was. Aäron was een Leviet. ‘ Leviet ‘ komt van een Hebreeuws werkwoord vandaan wat ‘ helpen ‘ betekent. Aäron zou Mozes` helper zijn, zo besloot de Elohim.  Ḧij breide zijn verzekering dan ook uit naar de broer van Mozes en zei tegen Mozes:  ‘ Sprekende zal hij spreken. ‘ Wat zoveel betekent als: Hij is een begaafd spreker, en Ik zal ook met hem zijn, en ervoor zorgen dat hij precies weet wat hij zeggen moet. ‘ 

De Heere God verbond er echter deze restrictie aan: Mozes moest de woordvoerder zijn bij de farao, Aäron mocht zijn broer slechts sterken en bijstaan. 

De leidende rol van Mozes werd gesymboliseerd in de staf die de Heere nadrukkelijk noemde en die een onderdeel van de wonderen zou worden die het Goddelijke van Mozes` roeping zouden benadrukken. 

Wat een goede God. Hij had de visie, het overzicht. Hij had Zijn volk Zelf kunnen verlossen, maar Hij wilde dit met inschakeling van mensen doen. 

De farao`s lieten zich vaak met een staf in hun hand vereeuwigen en als Goddelijke tegenhanger van dit heidense gebruik, gaf de Heere nu aan Mozes Zijn teken mee. Het was met deze staf dat Mozes wonderen zou doen! 

Aäron zou voor Mozes tegen het volk Israël spreken. Maar Mozes zou het beleid van alles hebben, en Aäron in Gods Naam opleggen en bevelen wat hij zeggen moest. 

En zo begon het verlossingsplan van de Heere vorm te krijgen! Mozes, ga! 

One response to “Exodus 4 : 10 – 17

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *