Wees niet bang, de Heere is met je ( 1 )

Wat is angst? 

Angst is bangheid, ernstige bezorgdheid.
We kunnen bang zijn voor van alles en nog wat. 

We zijn bang om een geliefde te verliezen, om ons leven te verliezen. We zijn bang om ergens slecht nieuws te brengen. We zijn bang voor de toekomst, of voor een autoriteit. We zijn bang voor gevaar, of voor het onbekende. We zijn bang voor natuurgeweld, of voor straf. We zijn bang voor wat anderen kunnen zeggen of doen. 

De Bijbel geeft ons de opdracht om helemaal niet bang te zijn. De Heere legde deze opdracht in de mond van engelen, maar ook van Zijn kinderen: David, Elia, Jeremia, Jesaja, Jozua, Mozes en Samuël. In de allereerste plaats in de mond van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. 

“ Maar Jezus zei: Ik ben het, blijf kalm, wees niet bang! “ ( Matth. 14 : 27 )

“ Maar Jezus zei tegen de leider van de synagoge: “ wees niet bang, maar blijf geloven! “ ( Marcus 5 : 36 ) Wij moeten op Christus blijven vertrouwen, en afhankelijk van Hem zijn, dan zal Hij voor ons doen wat het allerbeste is.

“ Tegen jullie – Mijn vrienden – zeg Ik: Wees niet bang voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn.Wees bang voor hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden, maar ook in de Gehenna te werpen. Ja, ik zeg jullie: wees bang voor hem! “ ( Lucas 12: 4, 5 )

“ Maar Jezus zei: Ik ben het, wees niet bang! “ ( Johannes 6 : 20 )
Wie dicht bij Jezus leeft hoeft nooit ergens bang voor te zijn. 

De engelen die God naar de aarde zond, waren altijd in de eerste plaats boodschappers van God die de mens aanspoorden om niet bang te zijn. 

“ Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bang Zacharias, je gebed is verhoord! “ ( Lucas 1 : 13 ) De engel bedoelde te zeggen: vrees niet, maar wees kalm, zodat je met een rustig en evenwichtig hart kunt horen wat Ik tegen je wil zeggen. 

“ Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. “ ( Lucas 1 : 30 ) Maria vroeg zich af of de boodschap die tot haar kwam van God of van mensen vandaan kwam. Maar God had haar uitgekozen. Ze hoefde niet bang te zijn. Je hoeft nergens aan te wanhopen, aan geen vervulling van enige dienst, of aan het verkrijgen aan enige gunst hoe groot ook, als wij God met ons hebben.

“ De engel zei tegen hen: Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws verkondigen dat het hele volk met blijdschap vervullen zal. “ ( Lucas 2 : 10 ) De boodschap die de engel aan de herders bracht, was dat zij vriend noch vijand hoefden te vrezen omdat er overvloedige reden tot blijdschap was.

“ De afgelopen nacht werd ik bezocht door een engel van de God aan Wie ik toebehoor en Die ik dien. Hij zei: Wees niet bang Paulus “  ( Handelingen 27 : 23 ) De Heere zond Zijn kind en knecht Paulus een engel om hem te vertellen dat Hij Zijn beloften aan Paulus gestand zou doen. Paulus moest naar Rome om de keizer te vertellen Wie de Heere Jezus was. Hoewel Paulus op het moment van het verschijnen van de engel in een storm op zee zat, en ver verwijderd was van het heiligdom in Jeruzalem, kon dit zijn gemeenschap met God niet verbreken. Ook vanuit dat onherbergzame oord kon hij onmiddellijk tot God bidden. Ook  midden op zee kon de Heere hem kracht en bijstand verlenen. Hoewel iedereen om hem heen wanhopig was, en ten einde raad, was Paulus rustig en onverschrokken.

Heiligen van God mogen niet bang zijn, daar is geen reden voor, want de Heere der heirscharen is met hen. Dit is bijzonder troostvol voor trouwe volgelingen en dienaren van God die in moeilijkheden of angst zitten. Zo lang de Heere nog een opdracht voor hen heeft, zal Hij hen in het leven houden en hoeven ze nergens bang voor te zijn.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *