De basis van het vertrouwen van een christen ligt in de geopenbaarde waarheid van God.
Spreuken 22 : 19 – 21, 30 : 5 / Johannes 12 : 36 / 14 : 1 – 3
“ Schenk Mijn kennis een aandachtig oor, luister naar de woorden van de wijzen. Het is goed ze vast te houden, zodat je ze altijd op je lippen hebt. Jou laat ik ze horen, nu, opdat je op de Heere vertrouwt. Het is om je de waarheid te leren, waarachtige woorden, om een betrouwbaar woord te geven aan wie je heeft gestuurd.”
“ Elk woord van God is getoetst, Hij is een Schild voor wie bij Hem de toevlucht zoeken. “
“ Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt dan bent u kinderen van het licht. “
“ Wees niet ongerust maar vertrouw op God en op Mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers, zou ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zou maken? wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. “ ( Johannes 14 : 1 – 4 )
Niemand op aarde is meer vertrouwen en aanhankelijkheid waard dan onze Vader in de hemel. De God Die ons gemaakt heeft en de oorsprong van ons leven is. Gods waarheid is datgene dat ons hart regeert en leidt. Zonder waarheid is er geen vroomheid. Wij moeten Gods waarheid boven alles zoeken en waarderen en er nooit afstand van doen voor zaken als genot, eer, of rijkdom. De oproep van de Elohim: “ Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij je hart “ vraagt om een eerlijk en enthousiast antwoord van onze kant. Wie de regels en woorden van God bestudeerd en in zijn hart bewaard, zal altijd een goed weerwoord hebben tegen vriend en vijand van God. Een woord dat niet op eigen mening of inzicht gebaseerd is, maar op de Geest en het Woord van de Heere. Wij mensen zijn niet in staat om op eigen kracht wijsheid te bereiken. Maar we kunnen en mogen op het Woord van God vertrouwen. Het Woord dat ons alles zal openbaren wat we nodig hebben. ( Psalm 12 : 7 )
Als we de hoge dingen van de Elohim bestuderen dan voelen we ons nietig en klein. We laten de Heere in ons hart kijken en vernederen ons voor Hem. We belijden aan Hem onze zonden en de tekortkomingen van ons verstand. De verhouding tussen de Heere en onze ziel geeft dat dit helemaal vanzelf gaat. Er is geen mens bij nodig, dat kan ook niet, want het is iets tussen Hem en onze ziel. De overtuiging van de grootheid en almacht van God doen ons inzien dat het nodig is dat wij door het geloof geleid en bestuurd worden, niet door onze eigen overtuiging. De natuurlijke mens kan de dingen van God niet begrijpen, maar de Geest van God wel!
Deze Geest leert ons om Jezus Christus te verhogen, en de Vader. De heiligen van het Oude Testament verwachten de Messias, en elk kind van God blijft elke dag de Heere Jezus in zijn hart verwachten. ( Spreuken 30 : 5 )
Toen Jezus aan het einde van Zijn levensloop hier op aarde gekomen was, waarschuwde Hij Zijn toehoorders om in het licht van het evangelie te blijven, en vertrouwen te blijven stellen op de God die het Licht is. ( 1 Tess. 5 : 5 )
De Joden hadden Christus Zelf in hun midden. Het zou maar een korte tijd zijn, Hij zou hen spoedig verlaten. De waarschuwingen van de Heere Jezus gelden ook voor ons, en sporen ons aan om elke gelegenheid die ons gegeven wordt om het licht van Gods Woord te doorgronden te benutten. Zo maken we onze roeping waar om hemelwaarts te streven.
Jezus – Die bekend is met onze blijdschap en ons verdriet, neemt kennis van alle zaken waardoor Zijn volk overweldigd kan worden. Hij spoort ons aan om er geen seconde te veel tijd aan te besteden te lang op onszelf of op de omstandigheden te zien. Ons hart is ons belangrijkste bolwerk. Discipelen van Jezus moeten er meer moeite voor doen dan ongelovigen om de gemoedsrust in hun ziel te bewaren. Juist wanneer alles om hen heen onrustig is.
We moeten in God en in Zijn voorzienigheid geloven, in Zijn almacht, en in Zijn Middelaarschap. Door te geloven in Christus en Zijn Middelaarschap maken we ons geloof vol pit en merg, vol troost en inhoud! De zaligheid duurt net zo lang als de onsterfelijkheid en de eeuwigheid. Wie hierover nadenkt, gaat de essentie van het geloof zoeken: Jezus Christus. Wie Hem vindt, die vindt het leven tot in eeuwigheid.