Hugiainonta! De jongste zoon was gezond thuisgekomen. Tot zijn verstand gekomen, gezond van lijf en leden, en van zijn kwade streken genezen. Zijn vader moet bijzonder welgesteld geweest zijn, want er ontbrak niets aan het geweldige feest dat ter ere van zijn terugkeer georganiseerd werd.
De ring die aan zijn vinger werd gedaan was het teken van eerherstel binnen het familierecht. De zoon kreeg zijn status als zoon van de vader terug. Niemand had zijn terugkeer verwacht. “ Deze zoon van mij was dood, en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden! “ had de vader vol diepe blijdschap uitgeroepen. De vader was zo intens dankbaar dat hij het feest liet beginnen zonder de terugkeer van zijn oudste zoon af te wachten.
De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis terugkeerde hoorde hij muziek en gedans. Hij wist nergens vanaf, en vroeg een voorbijsnellende knecht wat er aan de hand was. Het antwoord dat hij kreeg verbijsterde hem niet alleen, het maakte hem ook woedend!
Ironische situatie. De jongste zoon die als een knecht thuis had willen komen, werd het beste kleed aangedaan, terwijl de oudste zoon zich als een dienstknecht gedroeg en zijn vader passeerde door zijn informatie niet bij hem, maar bij een dienstknecht in te winnen.
Ook nu zien we de milde liefhebbende houding van de vader duidelijk uitkomen. Opnieuw kwam de vader naar buiten om een zoon van hem te ontmoeten en tot bedaren te brengen.
Uit de hele houding van zijn oudste zoon sprak de frustratie en afkeer om alles wat er was gebeurd.
“ Al jarenlang werk ik voor u, nooit of te nimmer was ik u ongehoorzaam als u mij iets opdroeg. Maar nu die zoon van u teruggekomen is – die zijn hele kapitaal aan de hoeren verkwanseld heeft – hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht! “ Totaal gebrek aan medeleven kwam als een woedende stroom zijn mond uit. Dit intermezzo binnen het parabel is er met voorbedachte raad ingesmeed. Het gebrek aan edelmoedigheid en liefde van de farizeeén en schriftgeleerden was een duidelijke openbaring van hun onbegrip van Gods wezen, wegen, en zegen. Dat wilde de Meesterlijke Leraar Jezus hen met deze gelijkenis duidelijk maken.
De oudste zoon had er plichtgetrouw werkelijk alles aan gedaan om zijn vader tevreden te houden. Maar niets uit zijn houding getuigt van liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, of welke vrucht van de Geest dan ook. ( Galaten 5 ) Zijn woedende geschreeuw leek nergens op.
De oudste zoon vergeleek zich met de jongste en werd jaloers. De vader echter hield zoveel van allebei zijn jongens dat het niet eens in zijn gedachten opkwam om het feest uit te stellen om te voorkomen dat de oudste zich afgewezen zou voelen.
Wanneer wij de waarheid van Gods diepe liefde en genade werkelijk laten doordringen in ons hart, verdwijnen onze twijfels en wantrouwen aan Gods genade als sneeuw voor de zon. Gods Geest laat geen ruimte voor twijfel. Hij overtuigt wel van zonde, maar Hij overtuigt nog veel dieper van genade. Genade de kosteloze en onverdiende gunst van God.
Deze genade – dit heerlijke feest – is te ontvangen door Christus aan te nemen. ( Johannes 1: 14, 16 ), en door nederig te zijn ( Spreuken 3: 34, Jakobus 4: 6 )
Niet door goede werken ( Romeinen 11: 6 ) of door het houden van de wet.( Romeinen 6: 14 / Galaten 2: 16 )
De oudste zoon stond model voor de wettische godsdienst van de farizeeën en schriftgeleerden. In Zijn grote liefde bleef de Meester hen steeds opnieuw aansporen om te kiezen voor het genadefeest dat Christus voor hen wilde bereiden.
Dat blijkt duidelijk uit de laatste woorden van de gelijkenis: “ Mijn jongen, jij bent altijd bij mij, en alles wat van mij is, dat is van jou. Maar zeg eens eerlijk, wij konden toch niet anders dan feestvieren? Want je broer was dood, en is weer levend geworden. Hij was verloren, en is gevonden! “ ( Lucas 15: 31, 32 )
De gelijkenis heeft een open einde. We weten niet of de oudste zoon zijn houding aangepast heeft. Maar dit open einde komt Anno 2019 ook naar ons toe en geeft ons oorzaak om onszelf te beproeven. Na te denken over onze ziel.
Er valt ontzettend veel te leren uit de houding van de vader. Zijn verdriet was een weg naar barmhartigheid, vergeving en edelmoedigheid. Als wij vanuit de barmhartigheid van God proberen te kijken naar onszelf als Zijn ongehoorzame kinderen, naar onze eigengereidheid, en al onze verkeerde karaktereigenschappen, dan kunnen we alleen maar verdrietig zijn.
Om op de Vader te lijken, moeten wij steeds meer op Hem gaan lijken. Wij moeten onszelf aan onze medemens geven zoals de vader uit de gelijkenis zich aan zijn kinderen gaf. Deze zelfovergave is een discipline die wij niet van onszelf hebben.
Wie de Vader gevonden heeft, is thuisgekomen. Hij geeft ons het Voorbeeld dat nodig is om geestelijk volwassen te worden, en de verantwoordelijkheid te dragen die daarmee gepaard gaat.
Dit vaderschap houdt niet automatisch kracht, succes, populariteit of geestelijke voldoening in. Het is een voorbeeld van het inéénsmelten van het beeld van de jongste en de oudste zoon tot een barmhartige volwassene.