Troost bieden ( 2 )

 

Mensen die in nood zijn, hebben troost nodig.
Mensen die een ongeluk overkwam, onschuldig veroordeeld, belasterd, gediscrimineerd worden,
Mensen die veel ellende gezien hebben uit hoofde van hun beroep of functie.

Psalm 71 : 20 – 21 

‘ U hebt mij doen zien veel ellende, veel nood.
Laat mij nu herleven, laat mij herrijzen uit de diepte van de aarde,
Verhoog mij in aanzien, omgeef mij met Uw troost. ‘ ( Psalm 71 : 20 – 21 ) 

In de eerste strofe van psalm 71 heeft de dichter Gods trouw vanaf de jonge jaren van zijn jeugd beleden, en in de tweede spreekt hij over Gods nabijheid terwijl hij oud ( er ) geworden is. In dit laatsgenoemde gedeelte komt feitelijk zijn hele leven nog eens aan hem voorbij. 

De dichter begint met een pleidooi dat God hem niet zal verlaten. ( vs 17 – 19a ). Deze God heeft hem vanaf zijn jeugd onderwezen, en tot op het huidige ogenblik heeft de dichter Zijn wonderen verkondigd. ( vs 17 ) Blijkbaar is de psalmist zijn hele leven lang een verkondiger van Gods grote daden geweest. Deze verklaring is de grond van de bede die de dichter nu opzendt naar de hemel. Nu, op het moment, terwijl hij oud en grijs geworden is.( vs 18 ) 

De onbekende dichter spreekt dit verlangen niet zomaar uit, maar hij doet dit zodat hij – met het oog op Gods blijvende trouw – aan toekomstige generaties kan vertellen over de machtige arm van God, en aan ieder die het toekomt, kan getuigen van Zijn kracht. 

Na dit innige pleidooi volgt er een uiting van vertrouwen en hoop ( vs 19b – 21 ) De psalmist spreekt uit dat de dingen die God voor hem gedaan heeft, bijzonder, wonderlijk en groot zijn. Daarna stelt hij een retorische vraag: ‘ Wie is er aan God gelijk? ‘ 

De opmerking dat God grote dingen gedaan heeft, staat intussen haaks op de tegenslag die de dichter ondervindt. Hij zegt dat God hem veel moeiten en tegenslagen heeft laten zien in zijn leven. Dat betekent niet dat God die ellende welbewust heeft veroorzaakt, maar dat Hij in Zijn ondoorgrondelijke wijsheid heeft toegestaan dat de dichter door veel moeiten heen moest gaan. Dit gegeven is echter niet het laatste wat er over gezegd wordt, want de dichter verwacht dat God hem zal laten herleven, en hem vanuit de diepten van de aarde zal laten terugkeren. Met deze woorden spreekt de dichter de overtuiging uit dat God hem van doodsgevaar, en eventueel van de dood zelf, zal verlossen. Hierna klinkt de verwachting dat God zijn aanzien zal vergroten en hem zal troosten. 

Onwillekeurig denk je aan Job als je deze woorden leest. Hoeveel mensen zijn er niet die diep leed moeten dragen, terwijl ze er niets aan konden doen om dat te voorkomen? 

Maar toch: het ingrijpen van de Heer in het leven van de psalmdichter brengt deze laatste ertoe om aan andere gelovigen te vertellen wat God voor hem gedaan heeft. Wat een steun kan dat zijn voor andere gelovigen, die beproeving en lijden niet wordt bespaard. 

Job werd uiteindelijk getroost, en zo vergaat het al Gods kinderen. Wie deze troost kent, wordt zelf een bemoediger en trooster. Want de wereld bloedt uit duizend wonden. 

‘Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die Hij voor ons heeft, zo groot is, heeft Hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. / Hij heeft ons samen met Hem uit de dood opgewekt en ons een plaats in de hemelsferen gegeven, in Christus Jezus. Zo zal Hij in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk Zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is in Christus Jezus. ‘ ( Efeze 2 : 6,7 ) 

 

 

 

2 responses to “Troost bieden ( 2 )

  1. Wow, incredible weblog format! How lengthy have you ever been blogging
    for? you make running a blog look easy. The total look of your website is magnificent, let
    alone the content! You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *