Thomas

Eén van de twaalf, Thomas ( dat betekent tweeling ) was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen vertelden: wij hebben de Heere gezien, zei hij: “ alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in Zijn zij kan leggen, zal ik het geloven. Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Thomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus Zelf in hun midden staan. “ Ik wens jullie vrede “ zei Hij. Daarna richtte Hij Zich tot Thomas. “ Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen en leg je hand in Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof. “ Thomas antwoordde: “ Mijn Heere en mijn God. Jezus zei tegen hem: omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven. “ ( Johannes 20 : 24 – 29 ) 

Na Zijn opstanding verscheen Jezus alleen aan Zijn leerlingen om hun geloof te sterken en te vernieuwen. De opstanding is dus geen gebeurtenis waarmee Jezus Zijn tegenstanders wilde dwingen om in Hem te geloven. De Heere Jezus had de Heilige Geest over Zijn leerlingen geblazen. Thomas was daar niet bij aanwezig. “ Zo jullie iemands zonden vergeven, die worden ze vergeven, maar zo jullie iemands zonden houden, die zijn ze gehouden. “ had Hij gezegd. De Meester zond Zijn leerlingen al uit, en gaf hen de Heilige Geest, en de geest van onderscheid. ( Johannes 20 : 22, 23 ) 

Maar Thomas was dat allemaal misgelopen. Het opgetogen getuigenis van de leerlingen had hem niet geraakt en zijn geloof niet levendig gemaakt. Maria en Thomas hadden allebei naar hun Meester gezocht. Maar er waren verschillen. Maria zocht het lichaam, Thomas zocht de tekenen van het lijden en wilde de wonden van de spijkers zien. In beide gevallen maakte het ongeloof plaats voor geloof. Het ongeloof van Thomas was minder onschuldig dan dat van Maria die niet over het getuigenis van de andere leerlingen beschikte. Haar ongeloof kan meer als een natuurlijke realistische reactie begrepen worden. De verklaring van Thomas gaf het definitieve antwoord op alle vragen over de identiteit en de afkomst van Jezus die in het Evangelie worden gesteld. 

De Heere Jezus had een week voorbij laten gaan. Volgens sommige verklaarders stelde Hij Zijn volgende verschijning uit om de leerlingen te laten zien dat Hij Iemand was Die tot een andere wereld behoorde en deze wereld nu slechts zo nu en dan bezocht. Jezus stelde Zijn hernieuwde bezoek aan de leerlingen uit om Thomas te berispen over zijn ongelovigheid. Thomas had een moeilijke week, terwijl de anderen blij en opgewekt waren. 

Na acht dagen waren de leerlingen weer bij elkaar, en Thomas was er ook bij. De deur was op slot, maar opeens stond Jezus weer tussen hen in. Hij zei: “ Ik wens jullie vrede. “ Zijn hartelijke en vertrouwde begroeting  was een gewoon gezegde, maar de zin ervan was nu heel bijzonder. Jezus wenste Zijn leerlingen die Hem verraden en in de steek gelaten hadden vrede toe: van harte alle goeds, op alle manieren, voortdurend vrede! Christus had hun als erfenis Zijn vrede achtergelaten. ( Joh. 14 : 27 ) Hij betaalde hier onmiddellijk de erfenis uit. “ Vrede zij ulieden. “ Vrede met God, vrede in jullie geweten, vrede met elkaar, vrede onder elkaar! Geen vrede met de wereld, maar vrede met en in Christus. ( SB in perspectief, SV, kantt, NBV, de Bijbel in gewone taal, MH ) 

Daarna zei Hij tegen Thomas: “ Kom, voel je je vinger aan Mijn handen en voel met je hand aan Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof! “ Toen zei Thomas tegen Hem: “ Mijn Heer en Mijn God. Jezus zei: “ Omdat je Mij hebt gezien, geloof je in Mij. Zalig zijn die mensen die in Mij geloven zonder dat ze Mij gezien hebben. God Zelf zal hen gelukkig maken. Overwinnaars beroemen zich in hun wonden. Christus` wonden dienden ertoe om op aarde bekend te maken dat Hij het Zelf was, en daarom herrees Hij met de littekens. Toen werden ze allemaal verblijd! Eindelijk konden alle harten herleven! 

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *