Spreuken ( 2 )

Het boek Spreuken bestaat volgens veel Bijbelverklaarders voor het belangrijkste deel uit een verzameling populaire gezegden. Het onderwijs in de wijsheid vond in eerste instantie  plaats binnen het gezin. Het Spreukenboek drukt ons steeds op het hart om aan de opvoeding van onze ouders vast te houden. ( 1 : 8 / 4: 4 / 6 : 20 / 13 : 1 / 15 : 5 ) 

Maar tegelijkertijd waren er in Israël en bij haar omliggende volken geleerden die door iedereen als “ wijzen “ gezien werden. Deze wijzen waren nauw verbonden met koninklijke kringen. De wijsheid waar iedereen zo hoog tegen op zag, hield in eerste instantie de kunst van de politiek in. De wijsheid van koning Salomo staat hier model voor. Uit de tijd voor Salomo werden Achitofel en Chusai, de raadgevers van David tot de wijzen gerekend. 

De dienaren van Hizkia, die in Spreuken 25 : 1 worden genoemd, waren eveneens koninklijke raadgevers, wijzen in dienst van de koning. De profeet Jeremia noemde de klasse van de wijzen naast die van de priesters en profeten. De priesters hadden de taak om de wet te onderwijzen. De profeten wijdden zich aan de verkondiging, en de wijzen hadden de rol van raadgevers. ( Jeremia 18 : 18 / 2 Kronieken 25 : 16 ) Sommigen van hen hadden de taak om jonge mensen uit belangrijke families op te leiden zodat ze later bestuurlijke functies aan het hof konden vervullen. ( 1 Kronieken 27 : 32 ) In het boek Spreuken is deze politieke dimensie van de wijsheid voortdurend aanwezig en de wijsheid wordt steeds geassocieerd met koninklijke macht. ( 8 : 15, 16 ) 

De relatie tussen de wijzen en overheidskringen is geen Israëlische uitvinding. In Egypte en aan de koninklijke hoven van het Nabije Oosten hadden wijzen de rol van raadgevers. In Egypte waren ze tegelijkertijd ook magiërs en zieners. ( Genesis 41 : 8 / Exodus 7 : 11 ) Het Oude Testament bevat wijsheden uit heel het Oosten. ( 1 Koningen 5 : 10 ) en maakt melding van de wijsheidstradities van verschillende volken. ( Jesaja 5 : 21 / 19 : 11, 12 / 29 : 14 / 44 : 25 / Jeremia 8 : 9 / 10 : 7 / 50 : 35 / 51 : 57 / Ezechiël 27 : 8, 9 / Zacharia 9 : 2 ) We vinden ook wijzen in Babylon. ( Daniël 1 : 20 / 2 : 2 ) Na een opleiding van drie jaar maakten Daniël en zijn vrienden daar deel van uit. Ook hier zien we dat de wijzen tegelijkertijd politieke raadgevers, zieners, astrologen, magiërs en wetenschappers waren. 

De organisatie van het Israëlische hof werd sterk beïnvloed door het Egyptische hof en de hoven van andere volken in het Nabije Oosten. De Israëlitische wijzen hebben vanaf de tijd van Salomo en in de daaropvolgende eeuwen een wijsheidstraditie verzameld en opgebouwd die in scholen onderwezen werd en waarvan een deel op schrift is gesteld. Het boek Spreuken getuigt van een actieve redactie van deze wijsheidstraditie, onder meer vanwege het feit dat het is opgebouwd uit meerdere verzamelingen. 

Het eerste vers van het boek geeft de titel ervan aan. “ Spreuken van Salomo. “ De Hebreeuwse term die is vertaald met Spreuken ( mashal ) heeft een brede betekenis. De term wordt niet alleen gebruikt voor de uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegden die we in dit boek tegenkomen maar ook voor stereotiepe zegswijzen, gelijkenissen en beeldspraken. 

Zoals eerder gezegd heeft het boek Spreuken veel ontleend aan de Egyptische wijsheidsliteratuur en zijn er bovendien teksten van niet- Israëlitische oorsprong in opgenomen. ( 31 : 1 – 9 ) De benoeming van de wijzen aan het koninklijk hof in Israël vond plaats in navolging van het gebruik aan de hoven van andere volken. Het boek Spreuken getuigt van de intelligentie en het verstand dat God aan alle mensen heeft geschonken: het vermogen om waarheden te ontdekken. In het bijzonder op het gebied van de ethiek, die van algemeen belang zijn voor alle volken. Hierbij is het volk van God inbegrepen. 

De Bijbelse wijsheid is niet simpelweg een kopie of en aanpassing van een universele wijsheid. Het boek benadrukt juist het gebrekkige karakter van puur menselijke wijsheid. Het kader waarin de wijsheid is geplaatst, en het essentiële ingrediënt waarop zij is gebaseerd maken van het boek een wezenlijk ander geheel dan de universele wijsheid. Spreuken 1 – 9 beschrijven dit kader. De Israëliet wordt aangespoord om niet op de eigen intelligentie af te gaan, maar volledig op de Heere te vertrouwen. ( 3 : 5, 7 ) 

Het grondbeginsel van de wijsheid wordt vanaf het begin duidelijk gemaakt: Het ontzag voor de Heer is het basisprincipe en de essentie van de wijsheid. 

Het boek Spreuken sluit elke aanspraak uit op een autonome wijsheid die door de menselijke intelligentie alleen kan worden verkregen. Echte kennis komt van God vandaan. Deze kennis wordt verkregen in de navolging van Zijn Woord en door Zijn Geest. Het respect voor God is het kader waarbinnen we wijsheid kunnen vergaren, en vervolgens kunnen we naar deze wijsheid leven. 

Bijbelse wijsheid vertoont dus inhoudelijke overeenkomsten met de wijsheid van de niet- Israëlitische volken. Het wezenlijke verschil: – de relatie met de Heere is het kader van de wijsheid.
de afhankelijkheid van God is een voorwaarde voor de wijsheid. 

Deze gegevens veranderen de manier om wijsheid te vergaren en ermee te leven. Het maakt van de wijsheid meer dan een ethiek: het is de kunst om te leven ten overstaan van God! Voor Hem en met Hem in de wereld die Hij geschapen heeft en met de schepselen die Hij geschapen heeft. 

One response to “Spreuken ( 2 )

  1. Wow, wonderful blog structure! How lengthy have
    you been blogging for? you made running a blog glance easy.
    The overall glance of your web site is great, as
    well as the content! You can see similar here <a href="[Link deleted]online

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *