Jezus vestigt vrede in de kerk.
De apostel Paulus was een geleerde. Hij had zijn onderwijs van niemand minder genoten dan van Gamaliël, één van de bekendste theologen van zijn tijd. Gamaliël was een kleinzoon van de beroemde joodse wetgeleerde Hillel de Oude. Ten tijde van keizer Caligula (37-41) was Gamaliël president van het Sanhedrin, het joodse hooggerechtshof dat recht sprak in godsdienstige en civiele zaken en als hoogste door de Romeinen erkende autoriteit in Judea gold. De opgedane kennis kwam hem bijzonder van pas toen hij een gemeentestichter werd.
Paulus was dankzij zijn uitzonderlijke skills als docent in staat om haarfijn uit te leggen hoe de Heere Jezus vrede de gemeente binnenbracht. In zijn brief aan de Efeziërs komt dit duidelijk naar voren. Paulus begint God te prijzen om alles wat de Heere voor hem, en voor anderen gedaan had.
“Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus die ons in de hemelsferen, in Christus.met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend. Al voordat de wereld gegrondvest werd zijn wij door Hem vol liefde uitgekozen om heilig en zuiver te zijn voor Hem
U was dood door de zonden en misstappen waarmee u de weg ging van de goden van deze wereld. Net zoals zij lieten ook wij ons in ons vroegere leven door alle zelfzuchtige gedachten en verlangens die in ons opkwamen beheersen. We hadden er totaal geen erg in dat we onszelf aan de toorn van God blootstelden. “ schreef hij. Dit zijn geen mooie woorden om te horen maar toch komen we er vroeg of laat in ons leven achter dat het waar is.
“Maar omdat God zo barmhartig is, en de liefde die Hij voor ons opgevat heeft zo groot, heeft hij ons – die dood waren door onze zonden – samen met Christus levend gemaakt. Jezus heeft ons samen met Hem opgewekt. Hij gaf ons bovendien een plaats in de hemelse sferen, in Christus Jezus. “
Paulus verheugde zich enorm! Hij zag de Toekomst helder oplichten: “ zo zal Hij in de eeuwen die komen, gaan tonen hoe overweldigend rijk Zijn genade is! “ riep hij uit.
De genade van de Heere Jezus Christus is een geschenk van God! Wij krijgen het gratis. We pakken dit fantastische geschenk uit met ons geloof. Er is sowieso niemand die het recht heeft om dit kado zomaar open te maken. De reden dat wij het toch doen, is omdat de Heere Jezus ons dat recht verschaft. Die reden heet : genade!
Dat schreef Paulus er over. Hij vervolgt zijn uiteenzetting met een nadrukkelijke toevoeging : we zijn eigenlijk allemaal heidenen. Dat moeten we goed beseffen. Het echte bondsvolk is Israël, het zijn de Joden. Wij hadden helemaal geen band met Christus, en de geschiedenis van de Bijbel. We leefden in een wereld zonder God, en zonder hoop.
Gelukkig is daar verandering in gekomen! De Boodschap van het evangelie is door de verspreiding ervan ook in Nederland terechtgekomen. Door het bloed van de Heere Jezus zijn wij – die eens ver van Jezus vandaan leefden – nu Zijn kinderen geworden. De schapen die Zijn hand wil leiden. ( Psalm 95: 7 )
Jezus is onze Vrede! Hij heeft door Zijn dood twee werelden één gemaakt. Hij wist dat wij eigenlijk niets van Hem wilden weten. Hij brak de muur van vijandschap af. Hij stelde de Wet met zijn voorschriften buiten werking. Hij herschiep de mens!
Op deze manier bracht Hij vrede. Door Zichzelf over te leveren aan het smadelijke kruishout van Golgotha doodde Hij via Zijn lichaam alle vijandschap.
Zie je Hem hangen? Bespot, kapotgeslagen, doorboord en vernietigd? Dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang gekregen tot God de Vader.
Omdat dit alles geschied is, hoeft er niemand zich nog een gast of vreemdeling in de gemeente van Christus te weten. Wij zijn burgers van het Hemels Koninkrijk, net zoals de heiligen en huisgenoten van God.
Ons leven is gebouwd op het fundament van vroegere apostelen en profeten. De Hoeksteen is de Heere Jezus Christus. Vanuit de centrale plaats die Hij inneemt groeit het geestelijk gebouw van de Kerk steen voor steen uit tot een tempel die aan Hem gewijd is. Elke gelovige mag hierbij horen, en wordt – in een gezonde gemeente – geestelijk opgebouwd. Daarom wordt de zegen over de gemeente uitgesproken aan het einde van iedere dienst. Zo gezegend, mogen wij een bron van zegen zijn, vredestichters, kinderen van God.