Ruth 2 : 10 – 23

“ Toen het etenstijd was zei Boaz tegen Ruth: “ Kom maar hier, en eet wat brood en drink wat wijn. “ Ruth ging bij de knechten en de vrouwen zitten. Boaz gaf haar brood. Ruth at tot ze genoeg had, en ze hield zelfs nog wat over. Na het eten ging Ruth weer aan het werk. Boaz zei tegen de knechten: “ Laat haar overal koren verzamelen, zeg er niets van. Jullie moeten juist wat extra koren voor haar laten liggen. “ Ruth werkte door tot de avond. Toen schudde ze de graankorrels uit het koren dat ze opgeraapt had. Het was wel 30 kilo. ze nam het allemaal mee terug naar de stad. Ruth liet aan Naömi het graan zien dat ze verzameld had. En ze gaf ook het brood dat ze over had van het eten op het land. “ Waar ben je vandaag geweest? “ riep Naömi. “ Bij wie heb je gewerkt? God zal de man gelukkig maken die zo goed voor je geweest is! “  Ruth vertelde bij wie ze geweest was. “ De man bij wie ik vandaag gewerkt heb, heet Boaz. “ Toen zei Naömi: “ De Heer zal Boaz zeker geluk geven! Want Boaz heeft gedaan wat hij moest doen. Voor jou en voor mij, maar ook voor onze gestorven mannen. Hij is familie van ons. Volgens de wet moet hij voor ons zorgen, nu onze mannen gestorven zijn. “ Ruth zei: “ Boaz heeft nog iets gezegd. Ik mag op zijn land blijven werken tot al het koren gemaaid is. “ “ Dat is prachtig “ zei Naömi “ Want op het land van iemand anders zou je misschien slecht behandeld worden. “ Ruth bleef koren verzamelen op het land van Boaz tot al het koren gemaaid was. Al die tijd woonde ze bij Naömi. “ 

Na het gesprek met de landheer werkte Ruth ijverig verder. Toen de lunchpauze aanbrak werd Ruth uitgenodigd om een hapje mee te eten.  Ruth werd geïntegreerd in haar nieuwe werkkring. Boaz zelf reikte haar attent geroosterd koren aan. Iedereen zag hoe hartelijk ze verwelkomd werd. Hij gaf haar zoveel koren dat Ruth overhield. Ze besloot om dat voor Naömi te bewaren. Zodra Ruth opstond om verder te rapen, gaf Boaz zijn medewerkers de opdracht om wat extra garven te laten vallen, zodat ze volop koren kon verzamelen. Normaal gesproken was het voor werknemers verboden om tussen de garven te komen, maar voor Ruth werd een uitzondering gemaakt. Boaz gunde Ruth een overvloedig rendement op haar inspanningen terwijl hij haar eergevoel spaarde.  Aan het eind van haar werkdag kon Ruth een opbrengst van een efa koren uitkloppen, dat is ongeveer 22 liter. gewoonlijk gebruikte men dieren voor het dorsen van graan ( Deut. 25 : 4 / Hosea 10 : 11 ), maar als het om een kleine hoeveelheid ging dorstte men met een vlegel.Voor het eerst na lange tijd kwam er weer blijdschap in Ruths hart. Ze was dolblij met de opbrengst van haar eerste werkdag. Opgewekt kwam ze bij Naömi terug. Ze legde het gedorste graan als een trofee voor haar schoonmoeder neer. Enthousiast vertelde ze over haar werk van die dag, en hoe een vriendelijke voorzienigheid haar daarbij begunstigd had. De vragen van Naömi beantwoordde ze met een gedetailleerd verslag van de vriendelijkheid die Boaz haar bewezen had. “ Hij heeft me gezegd dat ik daar voorlopig kan blijven ook! “ besloot ze haar verhaal. 

Nog voordat Naömi wist wie de weldoener van haar schoondochter is, spreekt ze een zegen over hem uit. “ Moge hij die u gekend heeft, gezegend zijn! “ riep ze uit. Toen Ruth de naam van Boaz hoorde was ze nog dankbaarder, en voegde ze de naam van JHWH aan haar zegen toe. Deze uitspraak van Naömi was bijzonder mooi omdat dezelfde vrouw die dacht dat de Heere haar verlaten had, nu erkende dat het niet zo was. Ineens gingen Naömi`s ogen weer open voor Gods verbondstrouw en genade, voor Zijn goedheid en Zijn leiding. Verdriet en tegenslag kunnen ons zicht verblinden voor God en alles wat Hij voor ons doet. 

Nu de naam van Boaz langskwam, herinnerde Naömi zich de vroegere vriendelijkheid die Boaz haar echtgenoot en zoons vroeger bewezen had en vertelde ze Ruth alle goede dingen die ze over hem wist.Ruth op haar beurt, vertelde haar schoonmoeder dat haar gezegd was op het land van Boaz te blijven en nergens anders koren te gaan verzamelen. En zo kwam het dat Ruth de arenraapster van Boaz op zijn land bleef totdat niet alleen de gersteoogst, maar ook de tarweoogst voorbij was. Dit betekende dat Ruth vanaf april tot en met juni op het oogstveld te vinden was en er volop te eten ingezameld werd voor de komende wintertijd. Uit al deze gebeurtenissen bleek weer eens hoe goed de Heere zorgde voor deze beide vrouwen. Ze hadden niemand meer, maar ze hadden de God van Israël trouw geëerd en gediend. Wederkerig had Jahweh Ruth en Naömi geen seconde uit het oog verloren. Hij had een schitterend plan voor hen bedacht. Blijdschap en vreugde zouden terugkeren in hun leven. Geluk zou hen ten deel vallen.  

One response to “Ruth 2 : 10 – 23

  1. You’re really a just right webmaster. This site loading velocity is incredible.
    It sort of feels that you’re doing any unique trick.
    In addition, the contents are masterpiece. you’ve done a excellent process in this topic!
    Similar here: <a href="[Link deleted]online
    and also here: <a href="[Link deleted]internetowy

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *