Psalmen 91 : 1 – 10
Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont,
En overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende
Zegt tegen de Heer: ‘ Mijn Toevlucht, Mijn Vesting,
Mijn God, op U vertrouw ik.
Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger,
En redt je van de dodelijke pest.
Hij zal je beschermen met Zijn vleugels
Onder Zijn wieken vind je een toevlucht,
Zijn trouw is een veilig Schild.
De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen
Ook die pijl niet die overdag op je afvliegt,
Noch de plaag die toeslaat midden op de dag.
Al vallen er duizend aan je linkerzijde
En tienduizend aan je rechterhand
Jou zal niets overkomen
Open je ogen en zie
Hoe wie kwaad doen worden gestraft.
U bent mijn Toevlucht Heer,
Als je mag wonen bij de Allerhoogste
Zal het kwaad je niet bereiken
Geen plaag je tent ooit treffen.
De dichter van psalm 91 getuigt van een rotsvast geloofsvertrouwen in Gods bescherming. Het lied dat als een vertrouwenspsalm gekarakteriseerd wordt – geldt voor alle situaties van ons leven, maar krijgt vooral in tijden van zorg en / of moeite een diepe waarde. Het psalter heeft een didactische strekking en behoort tot de wijsheidsliteratuur. Een opvallende eigenschap van deze psalm is de afwisseling tussen spreker en aangesprokene. Inhoudelijk zijn er overeenkomsten tussen geloof en geloofsvertrouwen aan de ene kant, en de toezegging van Gods zegeningen en Zijn bescherming aan de andere kant.
De opbouw, de onderlinge samenhang tussen de verschillende delen, en de afwisseling van woorden, personen, en beelden laten zien dat de psalm zonder twijfel de pennenvrucht van een vaardig dichter moet zijn geweest. De psalm is uit vier delen opgebouwd: een openingsdeel, twee delen die toezeggingen bevatten, en als vierde deel een Godsspraak als afsluiting.
De inleiding ( vs 1, 2 ) begint met een verklaring van vertrouwen, die in de eerste persoon enkelvoud uitgesproken wordt. Het daaropvolgende deel ( vs 3 – 8 ) bevat toezeggingen van hulp van de kant van God. Hierop volgt nog een deel ( vs 9 – 13 ), met toezeggingen en beloften van Zijn bescherming. Het slotdeel ( vs 14 – 16 ) bevat een Godswoord vol beloften die van bescherming uitmonden op heerlijke beloften van uitredding.
Psalm 91 is anoniem. De psalm bevat geen opschrift of verdere aanwijzingen met betrekking tot het auteurschap. Sommige verklaarders schrijven de psalm als lofprijzingslied toe aan koning David. Waarschijnlijk vanwege het taalgebruik. De Targum – een oude Aramese vertaling – geeft de tekst weer als een dialoog tussen koning David en Salomo, en verbindt zo het auteurschap van de psalm eveneens aan David. Meerdere uitleggers geven aan dat de psalm gericht was tot een koning, en bedoeld werd als bemoedigingspsalm. De conclusie is dan eenvoudig, er is geen koning geweest die zozeer Gods hulp en bemoediging gezocht heeft, dan koning David.
Geloofsbelijdenis: de Allerhoogst is mijn Toevlucht.
De psalm opent met een geloofsbelijdenis, waarin de auteur het hoofdthema van de psalm noemt. “ Wie in de Schuilplaats van de Allerhoogste woont, verblijft in de schaduw van de Almachtige. ( vs 1 ). De mens die deze uitdrukking verwoordt en belijdt, mag de Heere vol vertrouwen als Zijn Toevlucht, Zijn veilige Rotsvesting zien, en aanspreken als “ mijn God. “ De Heere is de almachtige Beschermer van deze gelovige.
Om deze eigenschappen van Jahweh te beschrijven, komen in de grondtaal vier benamingen van God voor:
– Allerhoogste
– Almachtige
– JHWH
– God
Deze vier eigenschappen beschrijven God op een aansprekende manier. Het geloofsgetuigenis van vers 2 :
“ Zegt tegen de Heere: ‘ Mijn Toevlucht, mijn Vesting, mijn God, op U vertrouw ik’
Hoort bij vers 9, waar staat: “ U bent mijn Toevlucht Heer. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen. “
Deze beide tekstgedeelten omkaderen Gods persoonlijke toezegging van bescherming en hulp die je vind in vers 3 – 8.
‘Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger, en redt je van de dodelijke pest. Hij zal je beschermen met Zijn vleugels, onder Zijn wieken vind je een toevlucht, Zijn trouw is een veilig Schild. De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, noch de pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag. Al vallen er duizend aan je linkerzijde, en tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. Open je ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft.’
Wanneer je dat visualiseert, krijg je het volgende beeld voor ogen. Zet er een driehoek op, dan wordt het een huis. Een veilig Huis:
U beschermt me, ik hoef niet bang te zijn. Op U vertrouw ik! |
De Heer helpt je als je vijanden je achtervolgen. Hij redt je als je doodziek bent. De Heer beschermt je, zoals een vogel haar jongen beschermt onder haar vleugels. De Heer is trouw. Hij is zo sterk als een schild. Hij houdt elke aanval tegen. Je hoeft niet bang te zijn voor gevaar in de nacht en overdag word je niet aangevallen. In het donker hoef je niet bang te zijn voor de dood en als het licht is, overkomt je geen kwaad. Overal om je heen sterven mensen. Duizenden, tienduizenden. Slechte mensen worden gestraft en jij zult dat zien. Maar met jou zal niets ergs gebeuren. |
De Heer beschermt je, bij de Allerhoogste ben je veilig. Rampen overkomen je niet, het kwaad kan je niet raken. |
In psalm 91 wordt kinderen van God beloofd dat mensen die een leven leiden in Zijn nabijheid, voortdurend veilig zijn onder Zijn bescherming. Daarom kunnen Gods kinderen onder alle omstandigheden een heilige gemoedsrust behouden. Een oprecht gelovige is bij God thuis, keert tot Hem terug, en vindt in Hem rust omdat hij een innerlijke godsdienst kent. De dienst van God heeft de liefde van zijn hart. Daarom vinden ze een verblijfplaats onder Gods bescherming.
De psalmist wist dit als geen ander, en troostte zichzelf door zijn ziel toe te spreken: ‘ Ik zal – ( wat anderen ook doen ) – tot de Heere zeggen dat Hij Mijn Toevlucht is.
Hoe verklaar je de woorden uit vers 3 – 8 in een tijd van oorlog en rampen waarin zoveel mensen plotseling sterven? Ook kinderen van God?
Het antwoord ligt niet zozeer in een letterlijk niet sterven. De slechte mensen over wie de dichter het had, waren mogelijk de soldaten van koning Saul, ruwe krijgslieden die het op de dood van David en zijn gevolg hadden voorzien.
De gelovigen worden opgeroepen om met de psalmist de Heere te belijden en bij de Allerhoogste een woonplaats ten leven te vinden. Dat is veel meer dan in God geloven, en Hem bij gelegenheid zoeken. Het gaat hier niet om een incidenteel komen tot Hem in tijden van nood of bij dreigend gevaar. De psalm doelt op een voortdurend leven in vertrouwen op Hem, waarbij je jezelf in liefde aan Hem hebt toegewijd, Hem belijdt, en Zijn Naam erkent.
I see You’re truly a excellent webmaster. The site loading velocity is amazing.
It seems that you’re doing any distinctive trick.
Furthermore, the contents are masterpiece. you have done a excellent task on this matter!
Similar here: <a href="[Link deleted]online and also
here: <a href="[Link deleted]online