Psalmen 86

Verhoort God de gebeden van Zijn volk?

“ In dit uur van mijn nood roep ik U aan want U geeft mij antwoord. “ ( Psalm 86 : 7 )

In oude vertalingen staat er boven psalm 86 : Een gebed van David. Hoogstwaarschijnlijk was het een gebed dat hij vaak zelf gebruikt heeft, en anderen aanbevolen heeft om in dagen van beproeving uit te spreken.

Het is opvallend dat alle nood en ellende waarin David zich bevond, hem er niet van weerhielden om de Heere de eer te geven die Hem toekomt.
“ Geen God is er zoals U Heer, Uw daden zijn zonder weerga. Alle volken door U gemaakt, komen, en buigen zich, Heer voor U en prijzen Uw Naam. U bent groot, U doet wonderen, U alleen bent God. “ ( vs 8- 10 )
“ U Heer, mijn God zal ik loven met heel mijn hart, Uw Naam voor eeuwig prijzen. “ ( vs 12, 13 ) riep David uit.
Dat is heel bijzonder. Je zou eerder verwachten dat hij God ter verantwoording zou roepen voor al het onheil dat er over hem gekomen was. Het blijkt duidelijk dat zijn gezondheid en financiële situatie zeer te wensen overlieten. ( vs 1 en 2 )

Maar David zocht naar iets anders, hij zocht genade opdat God zijn gebeden verhoren zou.
“ Hoor mij Heer, en antwoordt mij, ik ben verzwakt en arm.” ( vs 1 )
“ Hoor mijn gebed Heer, luister naar mijn smeken. “ ( vs 6 )
“ In dit uur van mijn nood roep ik U aan, want U geeft mij antwoord.” bad hij. ( vs 7 ) Er spreekt een enorm vertrouwen uit deze laatste woorden.

Davids verlangen was dat God hem bewaren en redden zou, en hem genadig zou zijn.
“ Behoed mij want ik ben U toegewijd, red Uw dienaar die op U vertrouwt.” ( vs 2 )

David hoopte intens dat God hem ondanks de moeilijke situatie waarin hij verkeerde vreugde, genade en kracht zou geven.
“ Verblijd het hart van Uw dienaar, naar U verlang ik Heer. “
“ Wijs mij Uw weg Heer, laat mij wandelen op het pad van Uw waarheid. “ ( vs 11 ) riep hij uit.

In elke fase van zijn gebed steeg zijn ziel omhoog op de vleugels van het geloof en het verlangen naar verhoring.
Als God onze gebeden wil horen dan buigt Hij Zich naar ons over, zoals iemand het oor neigt om het geluid beter op te kunnen vangen. Dat is iets heel bijzonders want onze gebeden zijn veel gebrekkiger dan die van de Heere Jezus Christus Die in de hemel is, en altijd voor ons bidt. Eigenlijk heeft de Vader onze gebeden helemaal niet nodig, toch wil Hij door ons gebeden zijn.

De dichter bad of de Heere hem met medelijden en ontferming wilde aanzien, en zijn hart met innerlijke vertroosting vervullen zou. Het is God alleen Die blijdschap in zijn hart kon geven en maken dat zijn ziel zich verheugde. Zoals het een heilige opdracht is om Hem met blijdschap te dienen ( psalm 100 ), is het een voorrecht om met blijdschap en vrede te geloven. Eigenlijk komt van het één het ander. Gebed kweekt geestelijke blijdschap aan.

Het is ook heel bijzonder welke redenen David aanvoerde om zijn gebeden kracht bij te zetten. Hij pleitte op zijn relatie met God. Maar hij pleitte ook op de ellende waarin hij verkeerde. ( vs 1 en 2 )
We kunnen uit deze hartenkreten van David opmaken dat de Heere speciale aandacht heeft voor mensen die Hem dienen, en in de ellende verkeren.
David pleitte op de volmaakte goedheid van de Heere toen hij uitriep: “ Tot U verhef ik mijn ziel in verlangen en afwachting, want U bent goed.” Daarmee hield het niet op. Hij pleitte op het goede werk van God in hemzelf. Hierdoor had de Heere hem bevoegd verklaard om de tekenen van Zijn gunst te ontvangen. David zei niet uit hoogmoed dat hij heilig was. Hij riep het niet trots uit, maar hij verklaarde dat met ootmoedige dankbaarheid. Hij wist dat het zo was, omdat Zijn hart oprecht was voor God.

Het is duidelijk, David was een gunsteling van JHWH. Nooddruftig, arm en ellendig in zijn dagelijks leven, maar rijk aan geloof. De bijzonder nood liet hem niet beginnen met bidden, hij bad altijd al. Daar ligt een bijzondere les in verborgen.

David heeft tijdens zijn leven veel ellende, vervolging, en nood gekend. Maar deze gunstgenoot van God heeft door zijn ervaringen weergaloos mooie gebeden geschreven waarin hij verklaarde dat God trouw is, genadig, barmhartig en groot van goedertierenheid. Hij kende zijn eigen hart zodat hij steeds opnieuw vroeg of de Heere hem een hart wilde geven dat helemaal voor God wilde leven.

David bad of de Heere van vertroosting en vrede wilde spreken. Dat God verlossing voor Hem zou willen bewerken, en hem in veiligheid zou willen brengen. “ Geef mij Uw kracht en sterkte, zodat ik mijzelf helpen kan. Wendt Uw sterkte voor mij aan, opdat ik gered zal zijn.” bad hij.

In een tijd van grote beproevingen, zoals die rondom de uitbraak van het corona virus, kunnen wij veel van deze psalm leren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *