Psalmen 81 : 12 – 17

Maar Mijn volk luisterde niet,
Israël wilde niet van mij weten.
Toen liet Ik hen begaan,
Koppig volgden zij hun eigen inzicht.
Ach, wilde Mijn volk maar horen,
Wilde Israël Mijn wegen maar volgen,
Spoedig zou Ik Zijn vijanden vernederen,
Zou Mijn hand Zich keren tegen Zijn belagers.
Wie de Heere haten, zouden kruipen voor Zijn volk,
Dat zou voor altijd hun lot zijn.
Maar Israël zou Hij voeden met de edelste tarwe,
Ja, jou zou Ik spijzen met honing uit de rots.
( Psalm 81 : 11 – 17 

Als de Heere ons beproefd of toetst, zoals Hij dat deed bij de wateren van Meriba ( Exodus 17 : 1 – 7 ) dan betekent dat niet dat Hij ons zomaar aan onszelf overlaat. Hij wil niet dat wij onder beproevingen bezwijken, zoals dat eens bij het volk Israël wel gebeurd is. Hij gaf ons Zijn Woord om onze oren zich te laten neigen tot Zijn lessen. In psalm 81 : 10 vind je eigenlijk een dichterlijke weergave van de woorden uit de Tien Geboden. ( Exodus 20 : 3, 5 ) 

De volgorde van de Wet wordt hier omgedraaid doordat de verbondsrelatie die zegt: “ Ik ben de Heere, Uw God “ en de voorrechten die Hij gaf “ De God die u opvoerde uit Egypte “ na dit voorschrift wordt geplaatst. Het is heel goed mogelijk dat deze woorden zo opgetekend staan om het belang van het gegeven gebod te onderstrepen. 

HIerna volgt een zegenrijke belofte voor mensen die zich aan het verbond houden. God zal de monden vullen wanneer die zich wijd openen. Een volk dat alle weldaden en voorzieningen van Hem verwacht, wordt zelfs in de woestijn gevoed. 

Nu was het tijd voor de Elohim om het volk met zijn gedrag te confronteren. Omdat het niet naar de Heere wilde luisteren en onwillig was, besloot de Heere om hen hun gang te laten gaan in de verstoktheid van hun hart en in hun eigen inzichten. Hij liet hen aan zichzelf over en zo moesten ze Zijn hulp en steun missen die hen anders vol wijsheid, inzicht en daadkracht naar het Beloofde land geleid had. 

In het laatste gedeelte van Psalm 81 geeft God aan welke voorrechten ze zouden ontvangen wanneer ze naar Hem luisterden. Terwijl de woorden uit het verleden een les uit de geschiedenis bevatten, waren de laatste woorden vooral bedoeld voor de generatie die dit lied zou lezen of beluisteren, of misschien de woorden zou zingen. 

De dichter sprak namens God de hartelijke wens uit dat Zijn volk naar Hem zou luisteren, en in Zijn wegen zou gaan. Wanneer ze dit zouden doen, zou Hij in no time al hun vijanden aan hen onderwerpen en Zijn hand tegen hun onderdrukkers keren. In de psalm komen we geen vijanden tegen dan de Egyptenaren uit het verleden. De tekst van vers 15 vormt een algemene belofte die steeds van toepassing blijft. 

Het woordje ‘ terstond ‘  = direct, laat zien dat de Heere een ijverig God is, die mensen niet langer boete laat doen om Zich te laten verbidden. Hij wacht altijd om genadig te zijn!

  Verslagen vijandige vijanden, hier aangemerkt als mensen die God haten, zullen voor Hem kruipen, en zo zal hun lot voor altijd zijn. Als je denkt aan de vele heidense volken om Israël heen in de tijd van de Richteren, dan kun je daar de conclusie uit trekken dat het volk van Israël helaas altijd maar voor korte tijd tot de Heere terugkeerde. HIeruit kunnen wij lering trekken. Wie God met zich wil hebben, moet zich tot Hem bekeren en Hem gehoorzamen met het hele hart want Hij geeft niets om ons uiterlijk, HIj kijkt binnen in ons hart. 

Israël kende tijden van een blijvende periode van veiligheid. God Liet het volk eten van het vette van de tarwe, en verzadigde het met honing uit de rots. In Deut.32:13-14 staan zeven voorbeelden van overvloed opgesomd. Hier zijn er twee van vermeld: ‘honing uit de rots’ als voorbeeld van overvloed op plaatsen waar men het niet direct verwacht en ‘het vette van de tarwe’ als graan van de allerbeste kwaliteit. Het slot van de psalm laat Gods bereidwilligheid zien om het volk voluit te zegenen.

Het werkwoord  ‘horen’ komt vijfmaal voor in de psalm en is daarmee een centraal begrip geworden.Het is van groot belang om gehoorzaam te luisteren naar wat God ons heeft te zeggen. Dat resulteert ook in lofprijzing, zoals beschreven in de eerste verzen. Lofprijzing en verkondiging hebben hun eigen plaats in de eredienst, waarbij de verkondiging van Gods werken, beloften en eisen de grondslag vormen. In deze psalm is de verheerlijking van God voorbereidend en opent deze het hart voor de verkondiging van Gods woorden. De christelijke gemeente doet er goed aan zich te oriënteren op deze psalm en zich te hoeden voor een eenzijdige benadrukking van lofprijzing of verkondiging.

De verkondiging in deze psalm is onderwijzend, bemoedigend en vermanend. Daarbij is het zelfs mogelijk dat God mensen op den duur overgeeft aan verharding. Deze straf is ernstig, omdat ze leidt tot allerlei vormen van verwording (vgl. Rom.1:24-32). Dat zal uiteindelijk leiden tot nederlagen voor Israël en de kerk. Hierbij is echter wel van belang om op te merken dat niet iedere vorm van tegenslag verklaard kan worden uit ongehoorzaamheid.

Tenslotte is het ook opmerkelijk om te zien hoe de Heere onophoudelijk bezig is om zijn volk te bereiken. Hij poogt het met zachte en harde methoden te bereiken (vgl. Jes.1:4-9). We zien hierin zijn opzoekende liefde en grote verlangen om te zegenen, en wij moeten ook zo zijn. 

 In Ps.80 was er een bede tot God geuit en in zekere zin vormen de blijde jubelroep en de woorden van God in Ps.81 een antwoord. Psalm 81 neemt een centrale positie in het geheel van de psalmen 79-83 in, omdat het antwoord op de klachten van de gemeenschap daar wordt ingezet.  De overeenkomst met Psalm 82 is dat in beide gevallen sprake is van een Goddelijk antwoord.

Zowel Psalm 80:2 als Psalm 81:6 heeft ‘Jozef’ als aanduiding voor Israël. Een ander punt van overeenkomst bestaat met de psalmen 50 en 95, waar ook de jubelzang genoemd wordt en de oproep weerklinkt om te luisteren naar het spreken van God. Psalm 81 onderscheidt zich door een uitvoerige goddelijke toespraak.

Uit alle psalmen spreekt een intense liefde van de Heere voor Zijn volk. Dit gegeven mogen we doortrekken naar ons eigen tijdperk, en ons eigen hart en leven. Wie de Heere dient, en Zijn geboden in acht neemt, is werkelijk bijzonder gezegend en gelukkig te noemen! 

 

One response to “Psalmen 81 : 12 – 17

  1. Wow, marvelous weblog layout! How long have you ever been blogging for?
    you make blogging glance easy. The entire glance of your website is magnificent,
    as well as the content! You can see similar here <a href="[Link deleted]online

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *