Psalmen 60 ( 1 )

Psalmen 60 : 1 – 8 

Psalm 60 is een bede uit het hart van David om de overwinning te mogen behalen op vijanden. Koning David hief deze bede namens het volk op naar God. Om die reden kan het lied als een collectieve smeekbede worden aangemerkt. De eerste twee verzen zijn de meest uitvoerige inleiding op een psalm die je in de Psalmen vinden kunt. Er klinkt een klacht op uit het lied, om het door God verlaten van het volk. Er klinkt ook een emotionele bede om verlossing. Daarna volgt er een bede om verlossing, er volgt een Godsspraak, en uiteindelijk volgt er een bede om Goddelijk leiderschap en bevrijding. 

De Godsspraak in vers 8 – 11 vormt het centrale gedeelte van de psalm. De Heere God wordt daar beschreven als de overwinnende Koning. Dit gegeven verschafte David moed om namens het volk te vragen om leiding, en om overwinning. Het is een opmerkelijke zaak dat deze verzen identiek zijn aan psalm 108. Daar functioneren deze woorden als een bede om een eschatologische toekomst, waarin niemand minder dan God Zelf Zijn heerschappij over de volken vestigt. ( Psalm 108 : 6 ) 

Psalm 60 is bestemd voor de koorleider, en gecomponeerd op de wijs van de ‘ Lelie van het getuigenis. ‘ Je zou de conclusie kunnen trekken dat het om een erg mooi getuigend lied gaat. 

Het lied is een getuigenis, maar tegelijkertijd ook een leerdicht. Aanleiding tot het maken van het psalter is de overwinning die David behaalde op vreemde volken: de Arameeërs uit Naharaim, en de overwinning van zijn krijgsoverste Joab op de Edomieten in het zoutdal. Bij die gelegenheid waren er minstens 12000 man verslagen. 

Koning David was erg onder de indruk van het verloop van de strijd en het lied beschrijft de nood die hij ervaren heeft in de tijd die voorafging aan zijn koningschap over Israël. Het land bevond zich toentertijd in nameloze ellende ( vs 3 – 7). Kortom, het was een situatie die de toestand in de laatste dagen van het koningschap van Saul beschreven, en de tijd van Davids koningschap in Hebron weerspiegelden. De belofte die God gegeven had, leken gesproken te zijn in een tijd waarin het koningschap van David nog niet in het hele land gewaarborgd was. ( vs 8, 9 ) Met het oog op de door God gegeven belofte moet David de beschreven overwinningen gezien hebben als overwinningen over de Arameeërs en Edomieten. Vanuit deze overwinningen blikte David terug op een uiterst moeilijke vroegere situatie. 

De bede van de psalm begint met een hartenkreet. God had de Israëlieten verstoten en verbroken, en daarmee Zijn toorn over hen uitgestort. ( vs 3 ) Het leek wel alsof de Heere Zich van Zijn eigen volk had afgekeerd. Dit was een dramatische situatie voor het uitverkoren Israël. Je moet deze woorden lezen tegen de achtergrond van verbondsteksten uit de Bijbel waarin God Zijn volk ervan verzekerde dat ze bij gehoorzaamheid gezegend, maar bij ongehoorzaamheid vervloekt zouden worden. ( Lev. 26 / Deut. 28 ) 

Alle narigheid in het land tijdens het begin van het koningschap van David was nog het gevolg van de regering en ongehoorzaamheid van koning Saul. ( 1 Sam. 28 ) Hierdoor had de Heere het volk overgeleverd aan de Filistijnen, en daardoor was de omvang van het land afgenomen. David wilde een keer brengen in dit lot, en daarom was zijn bede of God naar hen terug wilde keren. 

De Heere God had het land heen en weer geschud, en doen splijten. ( vs 4 ) Maar David weigerde zich neer te leggen bij deze situatie. Hij bad tot God en vroeg Hem om een keer te brengen in deze situatie, want het beloofde Land was ingestort. God had Zijn volk ernstig laten lijden ( vs 5 ). Die moeilijke positie werd door David beschreven door op te merken dat God hen wijn had laten drinken die bedwelming had veroorzaakt. 

Vervolgens beschreef de dichter hoe de Heere zorgde voor mensen die Hem vreesden en trouw waren, en om die reden door Hem werden bemind. God had voor hen een banier opgericht. Een banier is een voorwerp waaromheen vroegere strijders zich schaarden wanneer ze ten strijde trokken tegen de vijand. Geestelijk gezien gaat het in een strijd waarbij het gaat om het behalen van een overwinning ook om een banier. ( Ex. 17 : 15 / Jes. 11 : 12 ) Maar in psalm 60 gaat het om een strijd waarbij de strijders op de vlucht zijn voor de pijlen van de boogschutters. De genoemde banier werd waarschijnlijk als een afleidingsmanoeuvre gebruikt. Dit vers moet je daarom meer opvatten als een voortzetting van de smeekbede, en van een verdere uitdieping van de dreigende situatie in de eerdere psalmverzen. 

Het gebed om verlossing sluit af met een drietal beden. Koning David bad of de Heere Zijn volk wilde bevrijden, of Hij het wilde redden door Zijn machtige rechterhand, en of Hij vanuit de hemel wilde antwoorden. Met deze slotwoorden legde David er de nadruk op dat alleen de Heere Zijn volk bevrijden kon. David presenteerde zich als een echt integere koning die regeerde bij de gratie van God. Hij vertrouwde op de Heere, terwijl hij zijn verantwoordelijkheid als koning nam door een voorbede op te zenden naar de hemel. 

https://www.youtube.com/watch?v=5hVK1vk5rqQ

 

One response to “Psalmen 60 ( 1 )

  1. You are actually a just right webmaster. This website loading velocity
    is amazing. It kind of feels that you’re doing any
    unique trick. Furthermore, the contents are masterpiece.
    you have done a magnificent job in this subject! Similar here:
    <a href="[Link deleted]and also here:
    <a href="[Link deleted]sklep

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *