Psalmen 46

Psalmen 46 

God is voor ons een veilige Schuilplaats, Een betrouwbare Hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde, En storten de bergen in het diepst van de zee. Laat de watervloed maar golven en koken, De hoge golven de bergen doen beven. Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God.De heilige woning van de Allerhoogste. Met God in haar midden stort zij niet in. Vroeg in de morgen komt God haar te hulp. Volken roeren zich, rijken storten ineen. Zijn donderstem klinkt, de aarde siddert. De Heere de God van de hemelse machten is met ons, Onze burcht is de God van Jakob. Kom, en zie wat de Heer heeft gedaan, Verbijsterend is wat Hij op aarde verricht. Wereldwijd bant Hij oorlogen uit, Bogen breekt Hij, lansen verbrijzelt Hij. Wagens verbrand Hij in het vuur. Staak de strijd en weet dat Ik God ben, Verheven boven de volken, verheven boven de aarde, De Heer van de hemelse machten is met ons. Onze God is de God van Jakob. sela. 

Dit psalter hoort bij de liederen van Sion en bezingt God als Schuilplaats en Burcht, en als de stad van God. Het is het lied waar Luther zijn “ ein Fester Burg “ op gebaseerd heeft. Het lied bestaat uit drie strofen, die een situatie beschrijven waarin God het volk beschermt. Natuurrampen ( vs 2 – 4 ), vijandige aanvallen tegen Sion ( vs 5 – 7 ) en oorlogen in de wereld ( vs 9 – 11 ) 

Het is een psalm die bijzonder doeltreffend is voor de tijd waarin wij leven. De pandemie, de droogte, onze ouderen, kerkelijke verdeeldheid, Soudan. Dit is maar een kleine greep van wat er allemaal omgaat in de wereld om ons heen. Zelfs als de aarde helemaal overhoop gehaald zou worden, met grote gevolgen voor het scheppingswerk, dan zou een gelovige nog weten dat God zijn Schuilplaats en Burcht is. De natuurrampen die de psalm noemt staan symbool voor de gevaren die Israël steeds bedreigden. Het hele Oude Testament staat volgeschreven met oorlog, doodslag, rampen en ziekten. ( hier gaat psalm 46 verder op in, vers 7, 9, 11 ) 

Tegenover de beschrijving van de kolkende watervloed tekent zich een wijd vertakte rivier af. Deze rustige en verkwikkende rivier staat in groot contrast tot het onstuimige en verwoestende water ( vs 4 ) en symboliseert Goddelijke zegeningen. Waarschijnlijk had de dichter de Gihonbron voor ogen, die Jeruzalem van drinkwater voorzag. Omdat koning Hizkia eens een ondergronds kanaal gegraven had, werd de stad zelfs tijdens een vijandelijk beleg niet van haar watertoevoer afgesneden. En zo zorgt de Heere er altijd op de een of andere manier voor dat Zijn kinderen bemoedigd worden. 

Psalm 46 moedigt ons aan om onze troost bij God te zoeken wanneer de dingen donker en dreigend zijn. De psalmist leert ons via zijn eigen voorbeeld om te juichen in God en in Zijn tegenwoordigheid. Dit moeten wij vooral doen wanneer wij nieuwe geestelijke ervaringen opdoen. Misschien waren we bang. ziek of hopeloos. Hij blijkt een beproefde Hulp te zijn. Christus! De beproefde steen. ( Jesaja 28 : 16 ) Met God hoeft een gelovige nooit bang te zijn. Christus geeft een zuiver geweten, een eerlijk hart en een levendig geloof in God en in Zijn Voorzienigheid. We ervaren onder alle omstandigheden rust in ons hart. Zelfs al worden hemel en aarde bewogen God is bij ons. God, de koning van de volken en de Koning van de heiligen. 

Toen koning David de troon besteeg had hij veel vijanden. Hij moest onafgebroken tegen de volken om hem heen ten strijde trekken. Overal om hem heen heersten verwarring en consternatie. Maar God stond David bij. David kwam tot zijn vijanden in de Naam van de Heere der heirscharen, de God van de slagorden van Israël. ( 1 Sam. 17 : 45 ) Deze God was met Hem! 

Het motief van de algemene erkenning van de Heer als de heerser over de aarde, komt vaak voor in het boek van de Psalmen. 

“ Overal, tot aan de einden der aarde zal men de Heer gedenken en zich tot Hem wenden. Voor U zullen zich buigen alle stammen en volken. Want het koningschap is aan de Heer. Hij heerst over de volken. “ ( psalm 22 : 28, 29 ) 

“ God heerst als Koning over de volken. God zetelt op Zijn heilige troon. “ ( Psalm 47 : 9 ) 

“ Verhef U boven de hemelen God, laat Uw glorie heel de aarde vervullen. “ ( Psalm 57 : 6 ) 

Het is heel bijzonder om te bedenken dat deze machtige glorierijke God Dezelfde is als het nietige kleine kind uit de stal van Betlehem. Als de Rabbi die mensen genas, kinderen omarmde, meehuilde en meevierde. Als de lijdende Borg aan het kruis. De opgestane, de opgevarene de zegevierende. Zijn kracht heeft in ons niet alleen de vreugde in de beloften van God voortgebracht, maar ook vreugde in de God van de beloften. 

De schoonheid van God wordt ons gegarandeerd door de heerlijke genade uit het verleden. Deze schoonheid moeten wij in al Zijn beloften proeven. We moeten ons geloof en vertrouwen vestigen op alles wat God Zelf voor ons zal zijn, nu en morgen, volgende maand en in de eeuwen der eeuwigheid. Zo alleen zijn wij in staat om het radicale christelijke leven te leven waartoe Hij ons roept. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *